Zelfstandige les 29/9 Taalverzorging formuleren, h1, samengestelde zinnen 2m

Zelfstandig de LessonUp doornemen
Zoals jullie zien, ben ik ziek. Om het programma toch door te kunnen laten lopen (en we straks niet ineens heel veel moeten in halen), gaan jullie zelfstandig de LessonUp doen en de uitleg lezen of video's bekijken.

Bij de dia werk zie je welk werk er af moet zijn voor de volgende les.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Zelfstandig de LessonUp doornemen
Zoals jullie zien, ben ik ziek. Om het programma toch door te kunnen laten lopen (en we straks niet ineens heel veel moeten in halen), gaan jullie zelfstandig de LessonUp doen en de uitleg lezen of video's bekijken.

Bij de dia werk zie je welk werk er af moet zijn voor de volgende les.

Slide 1 - Diapositive

Samengestelde zinnen

Slide 2 - Diapositive

Planning
  • Instructie/quiz
  • Werken 
  • Afsluiten

Slide 3 - Diapositive

Lees de tekst
Vandaag hebben we Nederlands. Vandaag gaan we oefenen met samengestelde zinnen. We gaan in in een LessonUp oefenen. We oefenen ook in het lesboek. Wat we niet af hebben. Moeten we als huiswerk maken. Dat moet de volgende les af zijn. De docent controleert pas na aangekondigde huiswerkcontrole. Zo heb je de tijd om het een beetje te plannen.

Slide 4 - Diapositive

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:
  • weet je wat er met samengestelde zinnen wordt bedoeld
  • weet je wat voegwoorden zijn en kan je die gebruiken
  • kun je van twee zinnen een samengestelde zin maken
  • kan je een samengestelde zin herkennen en formuleren                                               


Slide 5 - Diapositive

Karel loopt op straat.
Zijn fiets is kapot.

Slide 6 - Question ouverte

De leerlingen zijn te laat op school.
De brug stond open.

Slide 7 - Question ouverte

Samengestelde zinnen

  • In iedere zin staat een persoonsvorm. 
  • Zinnen met één persoonsvorm en één onderwerp noem je
    een enkelvoudige zin. 
  • Zinnen met twee of meer persoonsvormen noem je samengestelde zinnen. 
  • Bij elke persoonsvorm hoort een onderwerp.



Slide 8 - Diapositive

Twee soorten zinnen
Enkelvoudige zin (1 pv):
De docent roept de leerlingen.
De leerlingen stoppen met praten.

Samengestelde zin (meer dan 1 pv, twee onderwerpen):
De docent roept de leerlingen en de leerlingen stoppen met praten.

Slide 9 - Diapositive

Twee soorten zinnen
Enkelvoudige zin (1 pv):
De docent roept de leerlingen.
De docent gaat steeds harder roepen.

Samengestelde zin (meer dan 1 pv, een onderwerp):
De docent roept de leerlingen en de docent gaat steeds harder roepen
De docent roept de leerlingen en gaat steeds harder roepen

Slide 10 - Diapositive

Voegwoorden
Twee enkelvoudige zinnen worden in een samengestelde zin vaak met elkaar verbonden door een voegwoord.

Voorbeelden voegwoorden:
en, maar, of, want, dus, omdat, terwijl, zodat, nadat, als, toen

Slide 11 - Diapositive

Voegwoorden
Het voegwoord kan de twee enkelvoudige zinnen in het midden verbinden, maar het voegwoord kan ook vooraan staan. --> dan komen de twee persoonsvormen naar elkaar te staan.

  • De meeste leerlingen komen met de fiets naar school, terwijl er ook leerlingen zijn die met de auto worden gebracht.
  • Terwijl de meeste leerlingen op de fiets naar school komen, zijn er ook leerlingen die met de auto worden gebracht.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Mijn schoenen zijn te klein.
Ik ga nieuwe kopen.

Slide 14 - Question ouverte

Ik trek een dikke jas aan.
Ik krijg het niet koud.

Slide 15 - Question ouverte

Het had gestormd.
De weg was bezaaid met takken.

Slide 16 - Question ouverte

Werk voor deze les + huiswerk: 


Blz.56/57,  startopdracht en opdracht 1, 2 en 3
+ nakijken en verbeteren met een andere kleur!

Wat niet af is = huiswerk
Stel de volgende les vragen over fouten die je niet begreep!
timer
30:00

Slide 17 - Diapositive

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:
  • weet je wat er met samengestelde zinnen wordt bedoeld
  • weet je wat voegwoorden zijn
  • kun je van twee zinnen een samengestelde zin maken
  • kan je een samengestelde zin herkennen en formuleren                                               


Slide 18 - Diapositive

Ik weet wat voegwoorden zijn.
Ik weet wat samengestelde zinnen zijn en ik kan die herkennen en formuleren.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Sondage

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter?

Slide 20 - Question ouverte

Feedback:
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders willen zien?

Slide 21 - Question ouverte