Meer dan lezen §5 tekstverbanden en signaalwoorden, les 1

Welkom
- spullen klaarleggen; 
laptop (dicht), schrift, leesboek, lesboek (!)  en pen  
timer
5:00
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom
- spullen klaarleggen; 
laptop (dicht), schrift, leesboek, lesboek (!)  en pen  
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

  • welkom
  • kijken en luister  -5 min.
  • instructiefilmpje:  tekstverbanden en signaalwoorden   - 5 min.
  • zelfstandig werken
  • afsluiting/ vragen

Slide 2 - Diapositive

Een video: kijken en luisteren (1)
In de volgende video vertelt een presentator over deep fake video's.

- Je gaat eerst de video bekijken 
- maak aantekeningen 
- Na de video krijg je 5 vragen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

1 Wat zijn deep fakes?
A
Video's waarin mensen dingen doen die niet echt zijn
B
Video's die echt lijken, maar die met de computer zijn bewerkt of aangepast.
C
Video's die fake news laten zien.

Slide 5 - Quiz

2 Welke twee soorten deep fake zijn er?

A
'Face swap' en oude nieuwsberichten gebruiken.
B
Stem vervormen en 'face swap'.
C
Iemand iets laten zeggen en 'face swap'.

Slide 6 - Quiz

3 Hoe herken je deep fakes?
A
Het gezicht heeft een andere kleur en de mond lijkt erop geplakt.
B
Randen van het gezicht zijn onduidelijk en beweging van de mond klopt niet.

Slide 7 - Quiz

4 Wat noemt de presentator als voorbeeld van slechte dingen die je met een deep fake kunt doen.
A
Het gezicht van Willem-Alexander wordt in een video van een vechtpartij geplakt.
B
Een video van zomaar iemand die een ander land de oorlog verklaart.
C
Onze minister President verklaart in een video een ander land de oorlog.

Slide 8 - Quiz

5 Waarvoor gebruikt men in films geen deep fake?
A
Om acteurs dingen te laten zeggen die niet kloppen.
B
Voor stunts die acteurs zelf niet kunnen doen.

Slide 9 - Quiz

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 10 - Diapositive

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 11 - Diapositive

Tekstverbanden die je al kent:
  1. Opsomming
  2. Tijdsvolgorde (chronologie)
  3. Voorbeeld of uitleg (toelichting) 
  4. Een Tegenstelling
  5. Oorzaak-gevolg 
  6. Conclusie.

Slide 12 - Diapositive

2 nieuwe tekstverbanden
tekstverband:    1.       doel-middel
zodat, om te, door middel van, met behulp van

tekstverband:    2.      voorwaarde=
als (… dan), indien, tenzij, wanneer, mits




Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

(huis)werk
Wat
Cursus 1, Meer dan lezen, paragraaf 5, 
basis/kader: opdracht 1+2+3,  maken in je lesboek
Hoe
10 min alleen=stil
10 min = fluister= met buur (1 oortje mag)
Hulp
vraag /hand opsteken 
Tijd
tot 5 minuten voor einde les
Einde
niet af = huiswerk voor volgende les
Klaar
lekker lezen/ander vak/taalspelletje
timer
20:00

Slide 15 - Diapositive

Tot de volgende keer!

Slide 16 - Diapositive

aan het werk
Maak de volgende opdrachten:
- De he.

- werk verder aan je verslag Tatoeages

Klaar?
lekker lezen in je boek

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

VOORBEELD OPSOMMING

herken je aan signaalwoorden zoals:

  • ten eerste, ten tweede, ten slotte
  • om te beginnen
  • ook (nog)
  • verder
  • en
  • dubbele punt (:)
  • liggende streepje (-)
  • getallen (1, 2, 3)

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

 VOORBEELD TEGENSTELLING

herken je aan signaalwoorden zoals:

  • tegenover
  • maar
  • hoewel
  • echter
  • toch
  • aan de ene kant ... aan de andere kant



Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Lien