Personal pronouns

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?

Slide 2 - Carte mentale

PERSONAL PRONOUNS

Persoonlijke voornaamwoorden zeggen iets over de persoon die iets doet.

She is very sweet.
They are always late.
Why do you like him?

Slide 3 - Diapositive

Pronouns
  • Personal pronouns (persoonlijk voornaamwoorden) gebruik je om naar iemand te refereren of te wijzen. 

  • Als je wilt uitdrukken dat iets van jou (of van iemand anders) is, kun je possessive pronouns (bezittelijke voornaamwoorden) gebruiken.

Slide 4 - Diapositive

Personal Pronouns
  • Is het onderwerp van de zin een persoon? Gebruik dan het eerste rijtje!
  • Gaat het om het (lijdend) voorwerp? Dan gebruik je het tweede rijtje!


  • Bepaal of je een enkelvoudsvorm of meervoudsvorm moet gebruiken.

  • Bepaal welk persoonlijk voornaamwoord je precies moet gebruiken. 

Slide 5 - Diapositive

Example
I like Bart. 
You must listen.
She is nice. 
We are waiting for him.
Can you help us?
I won't buy them

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Vul aan:
___ (ik) am 12 years old.
A
You
B
He
C
They
D
I

Slide 8 - Quiz

Vul aan:
My friends are always nice to ___ (hen).
A
you
B
us
C
them
D
me

Slide 9 - Quiz

Vul aan:
___ (zij) is late for school.
A
They
B
She
C
He
D
It

Slide 10 - Quiz

Vul aan:
___ (hij) is taller than ___ (mij).
A
he / me
B
we / I
C
she / him
D
you / us

Slide 11 - Quiz

Are ___ (we) going to play soccer with ___ (haar)?
A
you / him
B
we / her
C
I / it
D
they / us

Slide 12 - Quiz

Extra oefenen met 
de Personal pronouns?



Slide 13 - Diapositive