HC 1.1 Het Britse Rijk

Het Britse Rijk (1)
1585 - 1900

HC = Historische Context - onderwerp dat je door en door moet kennen voor het examen (65-75% van examenvragen)
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Het Britse Rijk (1)
1585 - 1900

HC = Historische Context - onderwerp dat je door en door moet kennen voor het examen (65-75% van examenvragen)

Slide 1 - Diapositive

Het Britse Rijk

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Vidéo

Deel 1
Leidende vraag: op welke manier ontwikkelden zich de Engelse koloniën in de Amerika's? (1585 - 1833)
KA: 18, 21, 25, 27, 29, 30

Par 1.1 Nieuwe samenlevingen 

Slide 4 - Diapositive

Om te beginnen ...
Lees in je handboek blz 207

Slide 5 - Diapositive

Vluchten om geloof
In Europa geen geloofsvrijheid.

Slide 6 - Diapositive

Church of England
Paus niet het hoofd van de kerk, maar de Engelse vorst

- soms meer protestants, soms meer 'katholiek'
(ook afhankelijk van de partner van het staatshoofd....)
Henry VIII &
Anna Boleyn

Slide 7 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kunt aan het eind van de les een motief noemen van de Britten om kolonies te stichten in Noord-Amerika.
  • Je kunt aan het eind van de les in je eigen woorden uitleggen wat een plantageeconomie is. 

Slide 8 - Diapositive

Vluchten om geloof
In Europa geen geloofsvrijheid.
Groep strenggelovige protestanten uit Engeland komt in nov 1620 aan in Amerika. 
Stichtten New England.
Goede samenwerking met indianen, handel floreert. 
Door goede berichten: meer koloniën. 
1643 NE: 20.000 inwoners! 

Slide 9 - Diapositive

Pilgrim Fathers​
n 1620 stichtten de Pilgrim Fathers een Engelse nederzetting in Noord-Amerika - doel was een nieuwe samenleving opbouwen.​


De Pilgrim Fathers waren streng gelovige protestanten die vonden dat de Reformatie in Engeland niet ver genoeg was gegaan. De Anglicaanse kerk (staatskerk) voerde volgens hen een te gematigde protestantse koers. ​


Pilgrim Fathers worden gezien als de voorvaders van de Verenigde Staten.​




Slide 10 - Diapositive

Motieven voor kolonisatie (1)
- Geld: Spanje verdiende veel geld aan handel met Amerika (Midden en Zuid). Engeland wilde dit ook. 
- De oostkust van Amerika was nog niet gekoloniseerd. De Britten hoopte daar rijkdom te vinden. 

- Strategisch van belang voor de oorlog. 

Slide 11 - Diapositive

Motieven voor kolonisatie (2)
Ondertussen op zoek naar nieuwe zeeroute met Azie (via Noord-Amerika), om Portugal buitenspel te zetten. 

Slide 12 - Diapositive

Wat waren de motieven om Amerika te koloniseren?

Slide 13 - Question ouverte

De Engelsen maakten in Virginia een begin met een plantage- economie. Welk product werd verbouwd in Virginia?
A
Tabak
B
Suikerriet
C
Katoen
D
Cacao

Slide 14 - Quiz

Wat was de eerste Britse kolonie in Noord- Amerika?
A
Carolina
B
Virginia
C
New York
D
Pennsylvania

Slide 15 - Quiz

Virginia
Uitvalsbasis voor oorlog en tochten nodig: kolonies worden gesticht.
Eerste succesvolle kolonie in Noord-Amerika: Virginia.
Geen goud oid, maar wel: tabak --> ontstaan plantage-economie. 
Groeiende irritatie en strijd tussen indianen en kolonisten.

Slide 16 - Diapositive

Dertien Britse koloniën ​
Britten stichtten 13 koloniën in aan de Oostkust van Noord-Amerika tussen 1607 (Virginia) en 1733 (Georgia).​

Noordelijke koloniën in Amerika:​
Vestigingskoloniënhier vestigden de Europese kolonisten zich permanent. Economie gericht op landbouw, nijverheid, handel en visserij. ​

Zuidelijke koloniën en eilanden Caribisch gebied (Barbados 1627 en Jamaica 1655)​
Plantage-economiën hier werden plantages aangelegd om producten te verbouwen (suiker, rum, tabak, katoen) voor de Europese markt.​
Onvrije arbeid door inzet van slaven uit West-Afrika​ --> Belangrijk/winstgevend voor Britse economie ​

Alle Engelse koloniën maakten gebruik van de arbeid van slaafgemaakten, maar in de zuidelijke plantagekoloniën vormden zij een groter deel van de bevolking​









Slide 17 - Diapositive

Gevolgen voor inheemse bevolking ​

Sterfte door Europese ziektes​


Sterfte door bloedige oorlogen– Engelse leger veel sterker, betere wapens. Indianen vormden geen eenheid. ​

Het grondgebied van indianen wordt ingenomen door kolonisten en veel indianen volken verdwijnen​




Slide 18 - Diapositive

Noord-Amerika:
  • handel & nijverheid (bijv. scheepsbouw & verkoop hout/vis)
  • kleinschalige landbouw
  • klein aantal slaven

    = typisch voor
    vestigingskolonie
Zuid-Amerika:
  • agrarische samenleving 
  • grote plantages
  • weinig stadjes 
  • intensieve landarbeid 
  • groot aantal slaven 

= typisch voor een "plantagekolonie"

Slide 19 - Diapositive

Werken op plantage
  • Nieuwkomer: 5 - 7 jaar om reiskosten te vergoeden, daarna stuk eigen land.
  • 1619: 1e (Hollandse) schip met Afrikaanse slaven in Virginia. Eerst zelfde behandeld als Europese nieuwkomers.
  • Al snel: slavernij --> trans-Atlantische slavenhandel.

Slide 20 - Diapositive

Britten in de Caraïben
1627: Barbados, 1655 Jamaica 
ideaal klimaat & bodem voor suikerriet + slavernij --> enorme winsten voor Britten
Maar... grond raakt uitgeput > erosie 

Geen vestigingskolonie > kolonisten komen hier alleen om geld te verdienen

Slide 21 - Diapositive

Zeeroutes
Door alle handel, veel meer schepen van Amerika > Europa
Lege schepen zijn zonde > ontstaan driehoekshandel 

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

TRANSATLANTISCHE SLAVENHANDEL, past het beste bij de ...
A
16e eeuw
B
17e eeuw
C
18e eeuw
D
19e eeuw

Slide 24 - Quiz

BEGIN v.d. Europese overzeese expansie in de ....
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw

Slide 25 - Quiz

SLAVEN WERDEN DOOR EUROPEANEN IN AFRIKA GEKOCHT IN RUIL VOOR ...
A
WAPENS, KLEDING
B
KATOEN
C
PAARDEN
D
TABAK

Slide 26 - Quiz

Hoeveel slaven werden er PER JAAR vervoerd van Afrika naar Amerika?
A
280 slaven
B
2.800 slaven
C
28.000 slaven
D
280.000 slaven

Slide 27 - Quiz

Relatie kolonies <-> Groot-Brittannië
  • Koloniën ondersteunen altijd belang van moederland (tenzij er geld verdiend kan worden) 
  • GrBr had geld nodig voor oorlogen met Frankrijk (over land in Amerika)
  • Belasting heffen over kranten, postzegels, glas, verf, papier, thee in koloniën 

Slide 28 - Diapositive

VOGGP
 18 Het begin van overzeese expansie

Verschijnsel: kolonialisme
Ontwikkeling: Er ontstaan vestigingskolonies in Amerika
Gebeurtenis: GB sticht de kolonie Virginia
Gedachtegang: Er is in Amerika vrijheid in geloof en bestuur
Persoon: Pocahontas

Slide 29 - Diapositive

VOGGP
21 De protestantse reformatie die splitsing van de Christelijke kerk in W-EU tot gevolg had
V: Vervolgingen op grond van geloof/Absolute vorstendommen
O: Mensen uit Europa vluchten vanwege geloofsovertuigingen naar Amerika
G: Pilgrim Fathers komen aan in Amerika
G: In Amerika kunnen we ons geloof belijden zoals wij dat graag zouden willen
P: - 
   

Slide 30 - Diapositive

VOGGP
30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
V: Machtsverschuivingen/revoluties
O: Er is steeds meer onvrede onder de Amerikanen over de wetten opgelegd vanuit Engeland
G: Boston Tea Party
G: "No taxation without representation"
P: John Adams

Slide 31 - Diapositive

Verlichte ideeën
  • Volkssoevereiniteit 
  • Trias Politica 
  • Natuurlijke rechten

kolonisten: no taxation without representation --> gewelddadige confrontaties --> 4 juli 1776: 13 Noord-Amerikaanse koloniën verklaren zich onafhankelijk van GrBr 

Slide 32 - Diapositive

Ander gevolg van de Verlichting
Natuurlijke rechten, geldt dat dan niet ook voor slaven?
Opkomst abolitionisme
1807: Britse parlement schaft slavenhandel af
1833: gehele Britse rijk schaft slavenhandel af

1865: Amerika schaft slavernij af
in de tussentijd: burgeroorlog VS 

Slide 33 - Diapositive

Het Noorden
veel industrie
Het Zuiden
veel landbouw

Slide 34 - Diapositive

Het Noorden
voor een federale regering
Het Zuiden
voor veel macht per staat

Slide 35 - Diapositive

Het Noorden
"tegen" slavernij
Het Zuiden
voor slavernij
Geef vrijheid aan alle inwoners
- Het tweede Boston vrouwelijke anti-slavernij genootschap, 1840

Slide 36 - Diapositive

Het Noorden
Het Zuiden
New York
Texas
Voor slavernij
Tegen slavernij
Veel industrie
Weinig industrie
Veel landbouw
Weinig landbouw
Federale macht
Macht per staat
Grotere bevolking
Kleinere bevolking
Veel havens
Veel grote steden
Veel kleine dorpen

Slide 37 - Question de remorquage

Slechte behandeling zwarte bevolking
De regering bepaalt
  • Zwarten waren letterlijk producten (1857)
  • Blanken hoefden geen zwarte rechten te respecteren
  • In nieuwe staten mochten bewoners zelf kiezen of ze wel of geen slavernij wilden

Slide 38 - Diapositive

Lincoln aan de macht
Noorden: Republikeinse Partij, Zuiden: Democratische Partij
In 1860 winnen Republikeinen de verkiezingen ➠Lincoln president
Zuidelijke staten boos, scheidden zich af ➠ burgeroorlog!

Slide 39 - Diapositive

De VS splitsten zich op (1860)
Rood: Confederatie
Donkerblauw: Unie
Lichtblauw: Twijfel
Abraham Lincoln
Jefferson Davis

Slide 40 - Diapositive

Lincoln schaft slavernij af
Afschaffing van slavernij in 1863:
  • Meer zwarten zouden harder vechten voor de Unie
  • Meer zwarten zouden in het Zuiden in opstand komen
Het Noorden wint (1865), maar Lincoln wordt vermoord
De stoel waarin Lincoln zat toen hij werd vermoord. Het bloed is nog te zien.

Slide 41 - Diapositive

Lincoln schaft slavernij af
Afschaffing van slavernij in 1863:
  • Meer zwarten zouden harder vechten voor de Unie
  • Meer zwarten zouden in het Zuiden in opstand komen
Het Noorden wint (1865), maar Lincoln wordt vermoord
De stoel waarin Lincoln zat toen hij werd vermoord. Het bloed is nog te zien.

Slide 42 - Diapositive

Lincoln schaft slavernij af
Afschaffing van slavernij in 1863:
  • Meer zwarten zouden harder vechten voor de Unie
  • Meer zwarten zouden in het Zuiden in opstand komen
Het Noorden wint (1865), maar Lincoln wordt vermoord
De stoel waarin Lincoln zat toen hij werd vermoord. Het bloed is nog te zien.

Slide 43 - Diapositive

'afkomstig uit het gebied zelf'
A
indiaan
B
inheems
C
concurrent
D
ontdekkingsreis

Slide 44 - Quiz

In welk jaar vestigden de Pelgrim Fathers zich in Amerika?
A
1585
B
1620
C
1689
D
1776

Slide 45 - Quiz

De Engelsen maakten in Virginia een begin met een plantage- economie. Welk product werd verbouwd in Virginia?
A
Tabak
B
Suikerriet
C
Katoen
D
Cacao

Slide 46 - Quiz

Als landen heersen over andere landen om eraan te verdienen, noemen we dit....
A
handel.
B
kolonialisme.
C
plantage.
D
slavernij.

Slide 47 - Quiz

Plantage
A
boerderij waar veeteelt en akkerbouw is
B
boerderij met alleen vee
C
grote boerderij met slechts één landbouwproduct
D
boerderij met veel verschillende landbouwproducten

Slide 48 - Quiz

Wat is een plantage- economie?
A
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van plantages.
B
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van koloniën.
C
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van slaven.
D
Een economie die afhankelijk is van de opbrengsten van landbouw.

Slide 49 - Quiz

Wat was de eerste Britse kolonie in Noord- Amerika?
A
Carolina
B
Virginia
C
New York
D
Pennsylvania

Slide 50 - Quiz

Hoe heeft de kolonie die de Pilgrim Fathers hebben gesticht?
A
North Carolina
B
Virginia
C
New England
D
Pennsylvania

Slide 51 - Quiz

Een van de (uiteindelijk 13 Engelse koloniën) in Noord Amerika is vernoemd naar de koningin uit de vorige vraag. Hoe heet die kolonie / staat?
A
Virginia
B
Caroline
C
Maryland
D
Georgia

Slide 52 - Quiz

Waarom is 1585 als startjaar gekozen voor de historische context: Het Britse Rijk?
A
De Britten plantten toen hun vlag op Amerikaanse bodem
B
De Britten eisten Noord- Amerika op
C
Britten stichtten een kolonie in New England
D
Britten stichtten een kolonie op Roanoke Island

Slide 53 - Quiz