3.3 de crisis breekt uit


De crisis breekt uit
H3 §3
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon


De crisis breekt uit
H3 §3

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
Lesdoelen
Terug kijken
Uitleg
Jongens tegen de meisjes


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van de les kun je;

  1. Twee oorzaken noemen van de economische crisis in de VS;
  2. Uitleggen welke maatregelen de regering nam om de cisis op te lossen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terug kijken: voorspoed in de VS
  • Hoe kwam het dat de economie in de VS opbloeide tijdens WOI?
  • Wat zijn luxe goederen?
  • Wat is een consumptiemaatschappij?
  • Wat voor producten kochten de Amerikanen?
  • Wat als mensen geen geld hadden en toch nieuwe producten wilden kopen?
  • Wat betekend op krediet kopen?

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn luxe goederen?
In Amerika groeide de economie sterk vanaf 1920. Dat zien we vooral terug in twee sectoren namelijk de auto-industrie en de elektro-industrie. In de elektro-industrie werden allerlei elektrische apparaten werden gemaakt zoals de koelkast, stofzuiger en de wasmachine.
Waarom waren deze luxe goederen in Amerika al eerder normaal dan in Europa?
De economie in Amerika was vanaf de jaren 20 sterk gaan groeien. Doordat de lopende band werd geïntroduceerd konden producten sneller en goedkoper geproduceerd worden.  Hierdoor werd Amerika het sterkste industrieland ter wereld. De prijzen om producten te produceren gingen omlaag terwijl de lonen van de werknemers omhoog gingen. Hierdoor konden de Amerikanen steeds meer luxe goederen kopen.


Amerika na de oorlog
  • In de VS ging het geweldig in de jaren '20. 
  • Bedrijven streven naar zoveel mogelijk winst (kapitalisme)
  • Veel mensen kochten spullen met een lening. 
  • Ook aandelen 

Slide 5 - Diapositive

Kapitalisme = Economisch systeem waarbij alles draait om winst maken. Grond en fabrieken zijn in handen van ondernemers, die proberen zoveel mogelijk winst te maken. 

Welke landen zijn nog meer kapitalistisch?

'Black tuesday' 1929


  • Op één dag werden miljoenen aandelen te koop aangeboden
  • De aandelenmarkt stortte in, aandelen waren niets meer waard. 
  • Banken en burgers raakte hun geld kwijt of raakten in de schulden. 
  • Bedrijven verkochten daardoor minder en gingen failliet.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaken:
  • Banken hadden veel geld uitgeleend aan bedrijven en mensen

  • Door de crisis kregen de banken veel van dat geleende geld niet terug

  • Daardoor gingen veel banken failliet

  • Bovendien had de regering weinig regels gemaakt voor de banken

Slide 7 - Diapositive

Mensen met spaargeld bij de bank waren hun geld ook kwijt. 

De regering van president Hoover deed nauwelijks iets om de crisis op te lossen. Ze dachten dat de economie vanzelf zou herstellen. 

Toen president Roosevelt aan de macht kwam werd het beter; hij maakte strengere regels voor banken en zorgden voor werk. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen
1932:   
  • Het inkomen van de Amerikanen
     50% lager dan in 1929.
  • Waarde aandelen gedaald met
     88%!
  • 15.000.000 Amerikanen werkloos

In Europa: Vooral Engeland en Duitsland getroffen door de crisis.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Franklin Rooseveld
  • Plan op crisis op te lossen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiten

  • Noem twee oorzaken van de economische crisis in de VS.
  • Veel Amerikanen hadden grote schulden.

  • Welke maatregelen nam de regering om de cisis op te lossen?
  • Grote bouwprojecten zodat mensen weer aan het werk konden.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geen ja, geen nee, geen uhh

2 teams: jongens tegen de meisjes
per ronde 1 minuut
3 kansen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions