6.3: Gedrag beschrijven

6.3 Gedrag beschrijven
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

6.3 Gedrag beschrijven

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je kunt toelichten wat gedrag is en hoe gedrag is ingedeeld.
  2. Je kunt omschrijven wat ethologie inhoudt en hoe je gedrag kunt bestuderen.

Slide 2 - Diapositive

Ethologie
Ethologie = studie van het gedrag van dieren

Gedrag = alle waarneembare activiteiten van een dier of mens

Adequaat gedrag = gedrag dat de fitness (voortplantingssucces) van een dier vergroot

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Van prikkel tot handeling
Gedrag is opgebouwd uit opeenvolgende handelingen. Deze handelingen noemen we gedragselementen.

Slide 5 - Diapositive

Prikkel en respons
Gedrag begint met prikkels.

Prikkels kunnen komen uit:
  • Externe omgeving (Geur van patat)
  • Interne omgeving (Honger gevoel)
De reactie van een dier of mens op prikkels noem je een respons

Slide 6 - Diapositive

Respons

Slide 7 - Question de remorquage

Gedragsystemen
Gedragselementen met een gemeenschappelijk doel vormen samen een gedragssysteem.

Voorbeeld:
De gedragselementen eten zoeken, eten bereiden en eten vormen samen het gedragssysteem voedingsgedrag

Slide 8 - Diapositive

Gedragsketen
Als gedrag uit een serie gedragselementen in een vaste volgorde bestaat noemen we dat een gedragsketen.

Een voorbeeld van een gedragsketen is baltsgedrag bij dieren. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Onder welk gedragssysteem valt de balts?
A
Voedingsgedrag
B
Terretoriumgedrag
C
Voortplantingsgedrag
D
Sociaalgedrag

Slide 11 - Quiz

Gedrag bestuderen
Om onderzoek te doen naar gedrag van dieren en mensen maken onderzoekers gebruik van ethogrammen en protocollen


Slide 12 - Diapositive

Ethogram
Als je gedrag gaat bestuderen maak je eerst een ethogram

In een ethogram beschrijf je alle gedragselementen die je kunt bedenken en geef je ze een code. Zie rechts een voorbeeld van een ethogram

Slide 13 - Diapositive

Protocol
Tijdens het bestuderen van gedrag maak je gebruik van een protocol. 

In een protocol noteer je om de zoveel seconden welk gedragselement je ziet. Je gebruikt voor het noteren de afkortingen die je hebt bedacht in je ethogram.

Slide 14 - Diapositive

Welke vragen kun je beantwoorden aan de hand van een protocol?
A
Hoe vaak komt elk gedragselement voor?
B
Hoelang duurt ieder gedragselement?
C
Is er sprake van een gedragsketen?
D
Wat denkt een dier tijdens het gedrag?

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

Opdrachten maken
6.3    Gedrag beschrijven
Opdracht 23 t/m 28



Slide 17 - Diapositive