3vmbo-t thema2: H2 Het voortplantingsstelsel van een vrouw

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 3

Herhaling:

Het voortplantingsstelsel van een man.

Het voortplantingsstelsel van een vrouw

Wat moet je na deze les kunnen?

• Je kunt de verschillende onderdelen van het vrouwelijke voortplantingsstelsel herkennen en benoemen. 
• Je kunt de functie van deze verschillende onderdelen aangeven
• Je kunt het proces rond de eisprong beschrijven (ontwikkeling van follikel en gele lichaam)
• Je kunt vertellen vanaf welke leeftijd een vrouw vruchtbaar is en tot wanneer.

1

2

3

4

5

6

7

• Baarmoeder
• Eileider
• Eierstok
• Trechter
• Urineblaas
• Urinebuis
• Vagina 

Rijping van de follikel, de eisprong en het ontstaan van het gele lichaam

Eicel	Zaadcel
Relatief groot (0,1 mm)	Erg klein (0,05 mm met staart)
Veel reservevoeding bij zich	Geen reservevoeding bij zich
Wordt voortbewogen door trilhaartjes in eileiders	Kan zelf zwemmen met zweepstaart

opdrachten

Maak opdracht 1 tm 4

klaar? Maak opdracht. 5 en 6

Op welke manier kan een man een zaadlozing krijgen?

1. door geslachtsgemeenschap
2. door zelfbevrediging (masturbatie)
3. door een 'natte droom' (een zaadlozing die vanzelf komt)
4. Alle 3 (A, B en C)

Waaruit bestaat sperma?

1. uit zaadcellen
2. uit zaadvocht
3. uit zaadcellen en zaadvocht
4. uit zaadcellen en urine

Waardoor ontstaat er een erectie?

1. Doordat er bloed in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
2. Doordat er sperma in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
3. Doordat er zaadcellen in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
4. Doordat er zaadvocht in het zwellichaam van de penis wordt gepompt

In de afbeelding hiernaast staan de organen van het mannelijk voortplantingsstelsel. Er staan vijf organen aangegeven met een cijfer.

Sleep de onderstaande namen achter het juiste cijfer

teelbal

zwellichaam

prostaat

zaadblaasje

bijbal

aanmaken van zaadcellen
gevoelig voor prikkels
kunnen zich vullen met bloed
tijdelijk opslaan van zaadcellen
vervoeren zaadcellen
voegen vocht toe aan de zaadcellen (twee organen)

Elk orgaan van het mannelijk voortplantingsstelsel heeft zijn eigen taak.

Kies bij elke taak het juiste orgaan.

prostaat

bijbal

eikel

zaadblaasje

teelbal

zwellichaam

zaadleider

Nr. 2
is

1. eierstok
2. urineblaas
3. zaadleider
4. eileider

Welk onderdeel wordt aangegeven met nummer 5?

1. Vagina
2. Eierstok
3. Eileider
4. Urineblaas

Nummer 10 speelt
een rol bij

1. de innesteling
2. de bevruchting
3. het vrijkomen van een eicel
4. de opvang van urine

Wanneer spreken we
van het woord bevruchting?

1. Bij een bolletje cellen
2. Bij een eisprong
3. Tijdens een ovulatie
4. Bij het samensmelten van de kernen

Rondere lichaamsvorm en borsten

1. zijn primaire geslachtskenmerken
2. zijn secundaire geslachtskenmerken

Baarmoeder

Eicel

Vagina

Eileider

Eierstok

Baarmoedermond

Baarmoederwand

Baarmoederhals

Waarin worden de eicellen rijp?

1. Eileider
2. Baarmoeder
3. Eierstok
4. Vagina

Wat is een ander woord voor eisprong

1. Orgasme
2. Organisme
3. Ovulatie
4. Innesteling

Baarmoeder

Eierstok

Clitoris

Plaats waar het embryo groeit

Hier rijpen de eicellen

Meest gevoelige deel

1: Vagina: Daar komt het sperma terecht tijdens de geslachtsgemeenschap
2: Maagdenvlies is een vliesje aan het begin van de vagina

1. 1: waar 2: nietwaar
2. 1: nietwaar 2: waar
3. beide waar
4. beide nietwaar