wk 39 les 2

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

programme du cours

huiswerk van vandaag: maken opdrachten van  A (opdracht 4 t/m 8) + leren voca A FN en NF

vragen over het huiswerk?

bron B lezen: instructie

zelf aan de slag met de opdrachten van B lire

uitleg bijvoeglijk naamwoord

herhaling passé composé en bezittelijjk voornaamwoord (chapitre 1)

les devoirs: 

afmaken opdrachten van B + leren de voca van B FN en NF

inhalen toets chapitre 1 

les devoirs pour lundi 28 septembre:

afmaken opdrachten van B + leren de voca van B FN en NF

inhalen toets chapitre 1 

ik ben geweest

1. j'ai eu
2. j'ai été
3. j'ai fait

jullie zijn geweest

jij hebt gehad

vous _____________ le film? (aimer, passé composé)

wij hebben gewerkt=?

1. on travaille
2. nous travaillons
3. nous avons travaille
4. nous avons travaillé

hij heeft gespeeld (spelen = jouer)

je vais parler de ____ vacances d'été.

1. mon
2. ma
3. mes

Sur la photo tu vois __ maison

1. notre
2. nos

c'est ____ professeur? (jullie)

C'est la fête de Pierre? Oui, c'est ____ fête.

1. son
2. sa
3. ses

bijvoeglijk naamwoord

achter het znw

er zijn uitzonderingen die ervoor moeten

bijvoeglijk naamwoord pas je aan aan het znw waar het bij hoort.

+ e als het vrouwelijk is

+ s als het meervoud is

+ es als het vrouwelijk meervoud is

Ook hier zijn uitzonderingen