,

H2 Straling - 2.4 Straling gebruiken

H2 Straling - 2.4 Straling gebruiken
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H2 Straling - 2.4 Straling gebruiken
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!

Slide 1 - Diapositive

Het elektromagnetisch spectrum bestaat uit verschillende soorten straling.  Zet De straling in de juiste volgorde.
Het spectrum :
röntgenstraling
zichtbaar licht
IR-straling
Gammastraling
UV straling
Microgolven
radiogolven

Slide 2 - Question de remorquage

Alfa en beta straling zijn:
A
deeltjesstraling
B
elektromagnetische straling
C
zowel deeltjesstraling als elektromagnetische straling

Slide 3 - Quiz

mobiele telefoon
magnetron
zonlicht
UV straling
Rontgenstraling
Gammastraling
Alfa straling
Beta straling

Slide 4 - Question de remorquage

Leerdoelen
17
Ik kan uitleggen op welke manieren rontgenstraling en gammastraling wordt toegepast voor onderzoek. 
L2
16
Ik kan uitleggen op welke manieren we elektromagnetische straling gebruiken voor communicatie. En op welke manieren het wordt toegepast. 
L2
18
ik kan uitleggen wat een tracer is en hoe deze werkt
L2
19
ik kan uitleggen hoe bestralen werkt en wat het verschil is tussen uitwendige bestraling en inwendige bestraling
L2
"ga jij ze beheersen?"

Slide 5 - Diapositive

De halfwaardetijd van I-123 is 13,2 dagen. Hoeveel procent van de straling is er nog over na 39,6 dagen?

Slide 6 - Question ouverte

Straling nuttig gebruiken

Slide 7 - Carte mentale

Straling gebruiken
Straling kan op 3 manieren nuttig worden gebruikt

  1. Communicatie
  2. Onderzoek
  3. Behandeling

Slide 8 - Diapositive

Communicatie
Om apparaten met elkaar te laten communiceren gebruik je elektromagnetische straling: radiogolven tot zichtbaar licht


radiogolven: tv, radio, gps
microgolven: mobiel, wifi, bluetooth

hoe kleiner de energiepakkertjes van straling zijn hoe groter het bereik. radiogolven hebben groter bereik dan microgolven. 

Infrarood: afstandbediening, glasvezelverbinding 

Zichtbaar licht: vuurtoren, gebaren en lichaamstaal, lezen.  Afstand is beperkt. geen licht  geen communicatie

Slide 9 - Diapositive

Onderzoek
door gebruik te maken van straling kan een dokter zonder opereren in een lichaam kijken. 

    Röntgenstraling:

    Röntgenfotos: botbreuken 

    CT-scanner: maakt plakjes van je lichaam maakt mogelijk om afwijkingen aan bloedvaten en kleine tumoren  op te sporen. 

    infrarood straling: temperatuur meten (infraroodthermometer) 



    Slide 10 - Diapositive

    onderzoek met gammastraling
    1. een tracer wordt in je lichaam gespoten. een tracer zendt gamma straling uit 

    2. de tracer verspreidt zich door je lichaam en komt aan bij het orgaan dat onderzocht moet worden of vindt tumorcellen. 

    3. de gamma straling die de radioactieve tracer uitzendt komt je lichaam uit en kan met een gammacamera geregistreerd worden

      4. voorbeeld tracer: radioactief jodium. 

    Slide 11 - Diapositive

    Slide 12 - Vidéo

    Behandeling
    Tumorweefsel kun je vernietigen met door bestralen. met bestralen richt je een bundel straling op de tumor. 


    Uitwendige bestraling: Bestraling vindt plaats buiten het lichaam. Vaak gebruik gemaakt van gammastraling. Gammastraling heeft groot doordringend vermogen. Zit de tumor niet te diep kan je gebruik maken van beta-straling. 

    Inwendige bestraling: Radioactief materiaal wordt in het lichaam gebracht (chemotherapie).  een radioactieve stof die alfa-straling uitzendt wordt dicht bij tumor geplaatst.  

    alfa-straling heeft een klein doordringend vermogen, hierdoor ontstaat weinig schade aan gezond weefsel.  door grootte stralingsenergie en massa richt alfa-straling wel veel schade aan tumoren aan. 

    Slide 13 - Diapositive

    Leg uit waarom je een tumor op kunt sporen met een tracer en een gamma-camera.

    Slide 14 - Question ouverte

    Je hebt 10 mg jodium-131 ingespoten gekregen als tracer. Je mag het ziekenhuis verlaten als er nog maar 6,25 % van het Jodium-131 over is. De halfwaarde tijd is 8 dagen. Na hoeveel dagen mag je het ziekenhuis verlaten? Je hoeft alleen het getal te vermelden, geen eenheid.


    Slide 15 - Question ouverte

    Aan de slag
    Wat: Maken 2.4 opdrachten 34 t/m 45   
    Hoe: Zelfstandig / samen 
    Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
    Tijd:30 min 
    Resultaat: Inzicht krijgen in beheersing leerdoelen 12.3
    klaar: 1. Nakijken 2.3 en 2.4 . 2. Uitwerken leerdoelen. 3 Ander vak. 

    Slide 16 - Diapositive