Les 5, F lire (24-03) 3havo

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.

Dagopening 'Wie deelt, leeft'

Aujourd'hui, c'est lundi

H3A

Vragen dagopening:

- Herken jij het moment dat je hongerig of moe bent en ineens heel veel zin krijgt in iets lekkers? Wat doe je dan?

- Wat vind je van het feit dat supermarkten bij de kassa altijd snacks en snoep neerleggen

- Heb je wel eens iets gekocht bij de kassa wat je eigenlijk niet van plan was? Hoe kwam dat?

Le programme:

- C'est la vie, songfestival 2025

- F, lire

- Blooket

Les buts (leerdoelen):

Aan het einde van de les....

1) heb je kennisgemaakt met het songfestival lied C'est la vie

2) kun je informatie vinden in korte teksten

Est-ce que tout le monde est présent?

- Zijn we compleet? Wie missen we?

PW ch.3 = maandag 7 april

C'est la vie - Claude

Qu'est-ce que (wat) on va faire (gaan we doen)?

Je ontvangt de songtekst van C'est la vie. Er ontbreken woorden in de songtekst. Tijdens het luisteren van het liedje maak je de songtekst weer compleet. 

Schrijf in je lijntjesschrift en niet op het stencil.

C'est la vie - Claude

- Wat vind je van het liedje?

- Hoe gaat Nederland dit jaar scoren tijdens het Songfestival in Basel, Zwitserland?

F, lire 

Ouvre le livre à la page 114

Tekstoriëntatie:

- Kijk naar de titel, inleiding en plaatjes... 

Le coin presse

Wat vertellen de plaatjes? Wat zie je?

Vocabulaire F, uitspraak

• Ouvre le livre à la page 125
• Onderstreep de letters die niet worden uitgesproken

Welke woorden vallen je op? Waarom?

Au travail:

Quoi (wat)? Fais exercice 22 + 23ABCDE + 25A (gebruik voca. B) + 25B (combineer + noteer of het synoniem / tegenstelling is)

Comment? Zelfstandig, fluisterend overleggen

Prêt (klaar)? Apprendre vocabulaire F / werken aan ander vak

Ex. 22, 23ABCDE, 25AB

Blooket vocabulaire ch.3

Regel:

- gebruik je eigen naam

https://dashboard.blooket.com/set/657c3d094a00fbcb2f2b0721

Winnaar krijgt 

Les devoirs (huiswerk):

- Faire: ex. 22, 23ABCDE, 25AB

- Apprendre: vocabulaire F

Startopdracht 8:

Wat? Loop door het lokaal en stel elkaar de 4 vragen uit de tabel aan elkaar. Probeer zoveel mogelijk klasgenoten te bevragen. Noteer per zin hoeveel klasgenoten hierbij horen.

1) Sport je minstens 1 keer in de week?

2) Speel je videospellen?

3) Speel je Fifa?

4) Vind je e-sport een echte sport?

Startopdracht 8:

Hoeveel klasgenoten heb je bij zin 4 gevonden? 

Meer dan 14? -> notre classe préfère l'e-sport

Minder dan 14? --> notre classe préfère le sport