Zinnen Maken

Doel van deze les.
-Ik weet de goede volgorde van de zin.
-Ik kan zelf een zin schrijven.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Doel van deze les.
-Ik weet de goede volgorde van de zin.
-Ik kan zelf een zin schrijven.

Slide 1 - Diapositive

Hoe maak je een zin?
1 Op de eerste plaats komt wie/wat

bijvoorbeeld: Jij of ik of de juf of de hond of de auto

Slide 2 - Diapositive

Hoe maak je een zin?
2 Op de tweede plaats komt het werkwoord.

lopen of zitten of staan of eten of rijden

Slide 3 - Diapositive

Hoe maak je een zin?
3 Op de derde plaats komt de rest van de zin.

 in de regen of op de stoel of voor het bord 
of uit zijn bak of op de weg

Slide 4 - Diapositive

Jij loopt in de regen.
Jij
loopt
in de regen
1
2
3
wie/wat
 werkwoord
de rest

Slide 5 - Diapositive

in zijn hok.
De hond
zit
1
2
3

Slide 6 - Question de remorquage

op de stoel.
Ik
zit
1
2
3

Slide 7 - Question de remorquage

op de weg.
De auto
rijdt
1
2
3

Slide 8 - Question de remorquage

Vul het juiste werkwoord in:
Tara ......een eitje
A
breek
B
breekt
C
breken.

Slide 9 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Ik buiten loop.
B
Loop buiten ik.
C
Ik loop buiten.

Slide 10 - Quiz

Schrijf een zin
bij de foto.

Slide 11 - Question ouverte

Vul het juiste werkwoord in:
Opa en Oma ...... de krant.
A
leest
B
lezen
C
lezen
D
lees

Slide 12 - Quiz

Schrijf een zin
bij de foto.

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf een zin
bij de foto.

Slide 14 - Question ouverte

Schrijf een zin
bij de foto.

Slide 15 - Question ouverte

Ik vind deze les:
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage