5.1 Koop jij op de markt

5.1 Koop jij op de markt
Marketing
Vraag en aanbod
Markt
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

5.1 Koop jij op de markt
Marketing
Vraag en aanbod
Markt

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van deze paragraaf
1) Kan je uitleggen wat marketing is
2) Kan je uitleggen wat voor markten er zijn
3) Kan je beschrijven wat aanbod op de markt is en wie voor het aanbod zorgt
4) Kan je beschrijven wat vraag op de markt is en wie voor het vraag zorgt

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Marketing
''Alles wat een bedrijven doen om hun producten/diensten te verkopen''

Slide 9 - Diapositive

Bedrijven moeten betalen om reclame op televisie te mogen uitzenden. Reclamezendtijd op een gewone dinsdagavond is goedkoper dan in de rust van een EK-finale. Leg uit waarom dit zo is.

Slide 10 - Question ouverte

Aan het einde van deze paragraaf
1) Kan je uitleggen wat marketing is
2) Kan je uitleggen wat voor markten er zijn
3) Kan je beschrijven wat aanbod op de markt is en wie voor het aanbod zorgt
4) Kan je beschrijven wat vraag op de markt is en wie voor het vraag zorgt

Slide 11 - Diapositive

Maak opdracht 2 t/m 4 (blz. 128)
Tijd: 5 minuten
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/buurvrouw toegestaan
Klaar: Lees blz. 129 en maak opdracht 6 t/m 8
timer
5:00

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Weekmarkt
'' Op een weekmarkt komen handelaren die er hun producten aanbieden, terwijl consumenten er komen om iets te kopen''

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Woningmarkt
''Het totaal van alle woningen die te koop staan en alle mensen die op zoek zin naar een woning. Deze markt kun je NIET bezoeken''

Slide 18 - Diapositive

Welke twee uitspraken gaan over een markt die je kunt bezoeken?
1: Je haalt een zak vol appels op de zaterdagmarkt in het centrum.
2) Je koopt een nieuwe tas bij de HEMA.
3) Je leest dat de olieprijs opnieuw is gedaald.
4) Je ouders vergelijken de prijzen van de huizen in jullie regio. 

Slide 19 - Diapositive

Aan het einde van deze paragraaf
1) Kan je uitleggen wat marketing is
2) Kan je uitleggen wat voor markten er zijn
3) Kan je beschrijven wat aanbod op de markt is en wie voor het aanbod zorgt
4) Kan je beschrijven wat vraag op de markt is en wie voor het vraag zorgt

Slide 20 - Diapositive

Maak opdracht 7 en 8 (blz. 129)
Tijd: 4 minuten
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/buurvrouw toegestaan
Klaar: Lees blz. 130 en maak opdracht 9 t/m 11
timer
4:00

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Aanbod
''Alles wat producenten te koop aanbieden''

Slide 25 - Diapositive

Is er sprake van aanbod?
''De supermarkt heeft chocola in de aanbieding''
A
Wel sprake van aanbod
B
Geen sprake van aanbod

Slide 26 - Quiz

Is er sprake van aanbod?
''Je bent op zoek naar een tweedehands fiets''
A
Wel sprake van aanbod
B
Geen sprake van aanbod

Slide 27 - Quiz

Is er sprake van aanbod?
''Nike presenteert een nieuw soort sportschoenen''
A
Wel sprake van aanbod
B
Geen sprake van aanbod

Slide 28 - Quiz

Aan het einde van deze paragraaf
1) Kan je uitleggen wat marketing is
2) Kan je uitleggen wat voor markten er zijn
3) Kan je beschrijven wat aanbod op de markt is en wie voor het aanbod zorgt
4) Kan je beschrijven wat vraag op de markt is en wie voor het vraag zorgt

Slide 29 - Diapositive

Maak opdracht 10 en 11 (blz. 129)
Tijd: 4 minuten
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/buurvrouw toegestaan
Klaar: Lees blz. 131 en maak opdracht 12 t/m 14
timer
4:00

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Vraag
''Alles wat mensen willen kopen''

Slide 32 - Diapositive

Aan het einde van deze paragraaf
1) Kan je uitleggen wat marketing is
2) Kan je uitleggen wat voor markten er zijn
3) Kan je beschrijven wat aanbod op de markt is en wie voor het aanbod zorgt
4) Kan je beschrijven wat vraag op de markt is en wie voor het vraag zorgt

Slide 33 - Diapositive

Maak opdracht 12 t/m 14 (blz. 131)
Tijd: 4 minuten
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/buurvrouw toegestaan
Klaar: Lees blz. 132 en maak 21 t/m 23
timer
5:00

Slide 34 - Diapositive

Geef de juiste omschrijving van het begrip marketing.

Slide 35 - Question ouverte

Waterborg sportartikelen is sponsor van de plaatselijke sportvereniging.
Leg uit dat dit een vorm van marketing is.

Slide 36 - Question ouverte

Het aanbod op de woningmarkt stijgt.
Wat betekent dat?
A
Er komen meer huizen in de verkoop.
B
Er worden minder nieuwe woningen gebouwd.
C
Meer mensen willen een huis kopen.
D
Mensen willen langer in hetzelfde huis wonen.

Slide 37 - Quiz

Bij het opruimen van je kamer kom je erachter dat je veel spullen bezit die je al lang niet meer gebruikt hebt. Je besluit daarom om een aantal spullen via internet te verkopen.
Zorg je op deze manier voor vraag of aanbod? Leg uit.

Slide 38 - Question ouverte