2/10 trema, apostrofe, accent, cedille

Spelling 
trema, apostrof, accent, cedille
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Spelling 
trema, apostrof, accent, cedille

Slide 1 - Diapositive

doelen
  • Ik weet wanneer ik trema's, apostrofs, accenten en cedilles moet gebruiken.
  • Ik kan alle werkwoordsvormen herkennen en correct spellen.

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?

  • koppelteken, trema, apostrof, accent, cedille
  • getallen

Slide 3 - Diapositive

apostrof, cedille
accent, trema,
koppelteken

Slide 4 - Carte mentale

trema, apostrof, accenten, cedille

Slide 5 - Diapositive

Welke reeks woorden is correct gespeld?
A
menus, garçon, café's
B
buggys, Anne's fiets, reçu
C
cafés, A4'tjes, Alex' vader
D
Curaçao, smsje, ski-ongeluk

Slide 6 - Quiz

Welke reeks woorden is correct gespeld?
A
fröbelen, barrière, auto's
B
lolly's, garages, s'middags
C
logee, z'n fiets, cadeaus
D
enquête, cd'tje, vakantie's

Slide 7 - Quiz

Welke reeks woorden is correct gespeld?
A
video's, skiongeluk, taxis
B
kopiëren, gekopieerd, kopietje
C
creëren, gecreëerd, creätie
D
lente's, coordineren, financiëel

Slide 8 - Quiz

Welke reeks woorden is correct gespeld?
A
reunie, ruine, coöperatie
B
beoefenen, beademen, eventuële
C
egoïsme, reünie, chaös
D
poëzie, vacuüm, atheneum

Slide 9 - Quiz

doelen
  • Ik weet wanneer ik trema's, apostrofs, accenten en cedilles moet gebruiken.
  • Ik kan alle werkwoordsvormen herkennen en correct spellen.

Slide 10 - Diapositive