hoofdstuk 4 Procenten + breuken

Hoofdstuk 6 - PROCENTEN
Breuken en procenten
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6 - PROCENTEN
Breuken en procenten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Breuken en procenten. 
Er zijn 28 vakjes rood.
28 vakjes van de 100 vakjes. 

DUS: 28/100ste 

DUS: 28%  

Slide 3 - Diapositive

50 % =
A
1/2
B
1/4
C
1/3
D
6/10

Slide 4 - Quiz

1/5 =
A
25 %
B
2 %
C
12 %
D
20 %

Slide 5 - Quiz

1/4 =
A
12 %
B
25 %
C
30 %
D
50 %

Slide 6 - Quiz

3/4 =
A
15 %
B
20 %
C
25 %
D
75 %

Slide 7 - Quiz

12.5 % =
A
1 / 4
B
1 / 10
C
1 / 8
D
3 / 8

Slide 8 - Quiz

7/10 =
A
45 %
B
70 %
C
50 %
D
30 %

Slide 9 - Quiz

Normaal kost een zak chips 1,50 euro.
Nu is er 1/3 deel korting.
Bereken de korting.
A
De korting is 1 euro
B
De korting is 0,80 euro
C
De korting is 0,50 euro
D
De korting is 1,20 euro

Slide 10 - Quiz

Normaal kost een sporttas 45 euro. Nu is er 60% korting.
Hoeveel euro korting krijg je?
A
20 euro
B
27 euro
C
40 euro
D
60 euro

Slide 11 - Quiz

Uitleg: Van procent naar decimaal getal. 
Van een percentage kun je een decimaal getal maken. 

5% is 5 van de 100. 
Dus 5% is 5/100. Typ op je rekenmachine: 5 : 100 
5 : 100 = 0.05 
DUS 5% is 0.05
0.05 is een decimaal getal. 

Slide 12 - Diapositive

Maak van 65% een decimaal getal.
A
6.5
B
0.6
C
0.065
D
0.65

Slide 13 - Quiz

Maak van 4% een decimaal getal.
A
4
B
0.04
C
0.4
D
4.00

Slide 14 - Quiz

Hoe schrijf je deze breuk als decimaal getal?
A
0,005
B
0,05
C
0,5
D
5

Slide 15 - Quiz

Schrijf de breuk als
decimaal getal
A
1,9
B
0,9
C
9,1
D
0,10

Slide 16 - Quiz

Rente
Rente is de vergoeding die je krijgt van de bank voor jouw spaargeld.


Slide 17 - Diapositive

Lenen bij een bank
  • Je moet meerderjarig zijn
  • Lening betaal je terug als maandtermijn
  • Terugbetalen van de lening noem je aflossen
  • Je betaalt rente aan de bank als vergoeding

Slide 18 - Diapositive

Een boek kost exclusief BTW €18,-. De btw is 21%. Wat is de prijs inclusief btw?
A
€ 21,78
B
€ 14,22
C
€ 3,78
D
€ 85,71

Slide 19 - Quiz

Een spel kost exclusief BTW €22,50. De btw is 21%. Wat is de prijs inclusief btw?
A
€ 27,23
B
€ 17,78
C
€ 4,73
D
€ 93,33

Slide 20 - Quiz

Ik moet € 398,- betalen. Ik krijg 10% korting.
De korting is:
A
€ 398,-
B
€ 3,98
C
€ 0,39
D
€ 39,80

Slide 21 - Quiz