Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
3.1 Je eigen bedrijf
Hoofdstuk 2: Jij en je geld
3. Aan de slag!
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 2: Jij en je geld
3. Aan de slag!
Slide 1 - Diapositive
3.1 Je eigen bedrijf
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
3.1 Je eigen bedrijf
1. Als je een eigen bedrijf hebt ben je een
zelfstandig
ondernemer.
2. Je verkoopt
goederen
of
diensten.
3. Dit noem je in beide gevallen
produceren.
Slide 4 - Diapositive
Noem een voordeel van het hebben van een eigen bedrijf
Slide 5 - Question ouverte
Hoe noem je iemand met een eigen bedrijf?
A
Werknemer
B
Administrateur
C
Ondernemer
Slide 6 - Quiz
Het maken van goederen en leveren van diensten noem je produceren
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Wat is een voorbeeld van produceren?
A
Je koopt een frikandelbroodje bij de Boni
B
De kapper knipt je haar
C
Je haalt een snack uit de automaat
Slide 8 - Quiz
1. Alle kosten (grondstoffen/gereedschap/ elektriciteit/personeel etc.) die je maakt om te produceren noem je
productiekosten
.
2. Deze kun je terugverdienen door het product/ de dienst te verkopen. Daarvoor moet je de
kostprijs per product
te weten.
3.
kostprijs per product =
totale productiekosten : aantal producten
Slide 9 - Diapositive
Sophie heeft 25 jurken gemaakt.
De productiekosten waren hiervoor in totaal
€ 112,50. Wat is de kostprijs per product (jurk)?
A
6
B
3,25
C
4,50
D
4
Slide 10 - Quiz
Harry bakt 40 taarten.
De productiekosten waren hiervoor in totaal
€ 70,- Wat is de kostprijs per product (taart)?
A
1,75
B
1
C
1,25
D
2,75
Slide 11 - Quiz
3.1 Je eigen bedrijf
1. Het totale bedrag dat je ontvangt door de verkoop van goederen of diensten is je
omzet.
2. Je
winst
is het bedrag dat je overhoudt nadat alle productiekosten zijn betaald.
3.
Winst = omzet - productiekosten
Slide 12 - Diapositive
Henk heeft zijn 30 bloemstukken voor € 495,-
De productiekosten waren € 225,-
Wat is de winst van Henk?
A
€ 175,-
B
€ 210,-
C
€ 270,-
Slide 13 - Quiz
Mees verkoopt 15 boekenkasten. Een boekenkast kost € 750,- per stuk.
De productiekosten per boekenkast waren €223,50.
Wat is de winst van Mees?
A
€ 8.023,50
B
€ 7.897,50
C
€ 7.900,25
Slide 14 - Quiz
Noem een nadeel van het hebben van een eigen bedrijf
Slide 15 - Question ouverte
3.1 Je eigen bedrijf
1. Een ondernemer loopt
risico.
2. Als je kosten hoger worden dan je opbrengsten, heb je geen winst meer en lijd je
verlies.
3. Als je je rekeningen niet meer kunt betalen kun je door de rechter
failliet
worden verklaard. Je bedrijf wordt dan gesloten.
Slide 16 - Diapositive
H3 Aan de slag!
Boek: PleinM 1kgt H3
3.1 opdrachten: 2 t/m 12
Slide 17 - Diapositive
H3 Aan de slag!
3.1 Opdrachten: 5 t/m 15
Slide 18 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
3.1 Je eigen bedrijf
July 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
3.1 Je eigen bedrijf
April 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
3.1 Je eigen bedrijf
June 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
3.1 herhalen
April 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Herhalingsles 3.1 en 3.2
November 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
H.H. 3.1 en 3.2
January 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
H3 je eigen bedrijf les 3
March 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
H3 je eigen bedrijf les 3
April 2023
- Leçon avec
11 diapositives
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1