3.3 Stromingen in de politiek

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 3

3.3 Stromingen in de politiek

Nakijken

Opdracht 3, 4, 8, 9, 10, 11 en 12 

blz. 35 t/m 38

LINKS

RECHTS

PVV

VVD

SP

GL

FVD

PVDA

SGP

PVDD

Zet in de goede volgorde, van links naar rechts.

Begrippen:

• Politieke stroming
• Liberalisme / economische vrijheid, persoonlijke vrijheid
• Sociaal-democratie / solidariteit, gelijkwaardigheid
• Christen-democratie / christelijk geloof 
• Populistische partijen
• Ecologische partijen 

*LET OP: Dit is een TL hoofdstuk

LINKS

RECHTS

Actieve overheid

Passieve overheid

Opkomen zwakkeren

Liberalisme

Sociaal-democratie

Zelfredzaamheid

Economische vrijheid

https:

Economische vrijheid & vrije markt economie:

De overheid bemoeit zich zo min mogelijk met de economie:

- Makkelijker een eigen bedrijf oprichten.
- Makkelijker werknemers ontslaan.

https:

Welke politieke stroming is voor ingrijpen van de overheid in de economie?

1. Liberalisme
2. Christendemocratie
3. Sociaaldemocratie
4. Ecologisme

"De overheid moet zorgen voor veiligheid en zich verder niet te veel met mensen bemoeien."

1. Sociaaldemocratie
2. Christendemocratie
3. Liberalisme

Ik voel mij het meest aangetrokken tot:

Liberalisme

Sociale democratie

Ecologische stroming:

De ecologische stroming wil dat de natuur en het milieu zo min mogelijk worden aangetast door activiteiten van mensen. Burgers moeten zich milieubewust gedragen.

Noem twee ecologische partijen:

Maken:

- opdracht 9 t/m 12 op blz. 40 en 41