Cursus 6.1

Europa in delen
Cursus 6.1
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Europa in delen
Cursus 6.1

Slide 1 - Diapositive

Ben jij wel eens in Europa op vakantie geweest? En waar dan? Kon je toen makkelijk de grens over?

Slide 2 - Question ouverte

In Europa kan je inderdaad makkelijk de grens over. 
Als je buiten Europa wilt reizen, dan kan je niet zo makkelijk de grens over. Dan moet je vaak langs de douane.

Slide 3 - Diapositive

Aan het werk
Wat: lees en maak van Introductie H6  vraag 1 t/m 3 (blz. 96 t/m 97)

Wanneer: deze online les, en wanneer je het niet af krijgt, huiswerk!

Hulp:   tekst, lees goed!
              de docent

Klaar: Verder met de lesson Up!

Tijd: In deze les.

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
Wat ga je allemaal leren vandaag?
  1. Je leert uit welke delen Europa bestaat. 
  2. Je leert de betekenis van de begrippen die bij de Europese indeling horen (ligging, gebieds- en bevolkingskenmerken & bevolkingsdichtheid). 
  3. Je leert de hoogte van een gebied bepalen.
  4. Je leert over de Alpen en wat reliëf, dal en pas is. 
  5. Je leert over het verband tussen hoogteverschillen en temperatuur, reliëf, planten en mensen
  6. Je kan informatie uit een klimaatgrafiek halen.

Maak aantekeningen van belangrijke dingen, bekijk het filmpje en maak de opdrachten.

Slide 5 - Diapositive

Wat weet jij al over
Europa? Typ minimaal
4 woorden.

Slide 6 - Carte mentale

: ons continent

Slide 7 - Diapositive

Bekijk de vorige slide. Lees daarna de antwoorden hier door. Kies het juiste antwoord.
A
Duitsland ligt in West-Europa en Bosnië is een jonge staat
B
Rusland ligt in Oost-Europa en Spanje in Midden-Europa
C
Italië ligt in Zuid-Europa en België in West-Europa
D
Nederland ligt in West-Europa en Polen in Oost-Europa

Slide 8 - Quiz

Hoe deel je Europa in?
We weten nu dat Europa in 5 delen ingedeeld kan worden. Maar als je verschillen of overeenkomsten tussen landen of gebieden wilt weten, dan gebruik je de volgende manieren: 

  1. Ligging: waar ligt het land? Bijvoorbeeld Nederland ligt aan de zee en in West-Europa.  
  2. Gebiedskenmerken: klimaat en hoogte van een gebied. Het gaat hierbij om de natuur.
  3. Bevolkingskenmerken: taal, welvaart en godsdienst. Het gaat hierbij dus om de bevolking. 
  4. Bevolkingsdichtheid: gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer.

Slide 9 - Diapositive

Spanje is een land in Europa. Noem 2 kenmerken over de ligging en 2 bevolkingskenmerken van Spanje. Je mag een atlas gebruiken.

Slide 10 - Question ouverte

Aan het werk
Wat: lees en maak van cursus 6.1 'Europa in delen'  vraag 1 t/m 8 (blz. 98 t/m 100)

Wanneer: deze online les, en wanneer je het niet af krijgt, huiswerk!
Hulp:   tekst, lees goed!
              de docent

Klaar: Verder met de lesson Up!

Tijd: In deze les.

Slide 11 - Diapositive

Hoog, hoger, hoogst
Weet je nog? Eén van de gebiedskenmerken is hoogte. 
De hoogte van een gebied meet je vanaf het zeeniveau (NAP). 
We hebben 4 soorten hoogtes:
  1. Laagland
  2. Heuvelland
  3. Middelgebergte
  4. Hooggebergte
Kijk op de volgende slide voor de afbeelding.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Sleep de blauwe woorden/hokjes naar de goede rode woorden/hokjes.
Laagland
Middelgebergte
Heuvelland
Noord-Nederland
Zuid-Limburg
600 meter

Slide 14 - Question de remorquage

De Alpen
De Alpen zijn een hooggebergte: het ligt dus meer dan 1500 meter boven NAP. Niet iedere berg is 1500 meter hoog, maar je hebt hoogteverschillen in het landschap. Dit noem je reliëf
Op de afbeelding zie je het dal veel lager ligt dan de toppen van de bergen. Een lager deel in de bergrug noem je een pas
Dal
Pas

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Alpen en hoogte
Bekijk het filmpje op de volgende slide tot minuut 08:00.
Bekijk ook slide 13 en 14.
Beantwoord de vragen op slide 17, 18 en 19.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Bekijk het filmpje. In welke landen liggen de Alpen? En wat is de hoogste berg van de Alpen?

Slide 19 - Question ouverte

Bekijk slide 14 en het filmpje. Waarom blijft de sneeuw op de toppen altijd liggen?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Gebruik de atlas ( of de laptop)en de afbeelding op de vorige slide.
In welk land ligt Kitzbühel?
Welke maand is gemiddeld het warmst? En hoe zie je dat?

Slide 22 - Question ouverte

Leerdoelen
Dit heb je allemaal geleerd vandaag:
  1. Je leert uit welke delen Europa bestaat. 
  2. Je leert de betekenis van de begrippen die bij de Europese indeling horen (ligging, gebieds- en bevolkingskenmerken & bevolkingsdichtheid). 
  3. Je leert de hoogte van een gebied bepalen.
  4. Je leert over de Alpen en wat reliëf, dal en pas is. 
  5. Je leert over het verband tussen hoogteverschillen en temperatuur, reliëf, planten en mensen
  6. Je kan informatie uit een klimaatgrafiek halen.

Beantwoord de vraag op de volgende slide.

Slide 23 - Diapositive

Lees de antwoorden door. Kies het juiste antwoord.
A
Griekenland ligt in Zuid-Europa. De Alpen zijn een middelgebergte.
B
De bevolkingsdichtheid van Nederland is hoog. Op 1500 meter groeien alleen naaldbomen.
C
Hoogte meet je vanaf NAP. Hoe hoger je komt, hoe minder reliëf er is.
D
Een bergpas ligt hoger dan het dal. Frankrijk heeft de hoogste berg van de Alpen en ligt in Zuid-Europa.

Slide 24 - Quiz

De volgende keer gaan we het hebben over de strijd tussen West en Oost tijdens de Koude Oorlog
Maar eerst... zie volgende slide
Volgende keer

Slide 25 - Diapositive

Aan het werk
Wat: afronden cursus 1 in het boek vraag 9 tm 17 (blz 101 tm 103).

Wanneer: deze online les, en wanneer je het niet af krijgt, huiswerk!

Hulp:   tekst, lees goed!
              de docent

Klaar: Top en dus relaxen

Tijd: In deze les.

Slide 26 - Diapositive