Trappen van vergelijking - thuisles

Trappen van vergelijking
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Trappen van vergelijking

Slide 1 - Diapositive

Trappen van vergelijking
Eerst even in het Nederlands, waar hebben we het ook alweer over?


De stellende trap
De vergrotende trap
De overtreffende trap
veel
meer
(het) meest
groot
groter
(het) grootst
intelligent
intelligenter
(het) intelligentst

Slide 2 - Diapositive

Degrés de comparaison
In het Frans werkt het ongeveer zo:


Positif
Comparatif
Superlatif
beaucoup
plus
le plus
grand
plus grand
le plus grand
intelligent
plus intelligent
le plus intelligent

Slide 3 - Diapositive

Les degrés de comparaison
Behalve dan natuurlijk, dat je in het Frans altijd te maken hebt met mannelijk, vrouwelijk en enkelvoud en meervoud. Par exemple:

Ces maisons sont plus grandes.
Mais ma maison est la plus grande.

Ces garçons sont les plus intelligents de la classe.

Slide 4 - Diapositive

Les degrés de comparaison
Zo lang je het bij zinnen houdt zoals deze: 

Elle est la plus belle. (Zij is het mooist.)
Mon vélo est plus rapide. (Mijn fiets is sneller.)
Mes copains sont les plus sympas, etc. (Mijn vrienden zijn het aardigst.)
Dan weet je nu ongeveer genoeg. Maar...

Slide 5 - Diapositive

Les degrés de comparaison
Vaak gebruik je in zinnen dit soort dingen:

1. Het mooiste meisje van de klas.
2. Ik heb een snellere fiets. 
3. Ik heb de aardigste vrienden. 

Nu wordt het weer relevant welke bijvoeglijk naamwoorden voor het z.nw. en welke na het z.n.w. komen.

Slide 6 - Diapositive

Les degrés de comparaison
1. Het mooiste meisje van de klas.
La plus belle fille de la classe.
(Ook zo: Hij heeft nu een leuker meisje.
Il a une plus jolie fille maintenant 

2. Ik heb een snellere fiets. 
J'ai un vélo plus rapide.
3. Ik heb de aardigste vrienden. 
J'ai les copains les plus sympas. (superlatif: 2x lidwoord!) 

Voor het z.n.w.:
Na het z.n.w.:

Slide 7 - Diapositive

Les degrés de comparaison
Trappen van vergelijking kunnen ook als bijwoord voorkomen, maar dat werkt gelukkig hetzelfde: 

Ik ren sneller dan jij.
Je cours plus vite que toi.

Ik vraag u "het beleefdst mogelijk" om te vertrekken (zo beleefd mogelijk).
Je vous demande le plus poliment possible de partir.


let op: bij vergelijkingen:

dan - que
Bij bijwoorden altijd "le" - geen geslacht, dus neutraal

Slide 8 - Diapositive

Conjonctions de comparaison
Je vindt er ook nog een overzicht van voegwoorden van vergelijking

Slide 9 - Diapositive

Il ne parle ..................... normalement.
(niet zo snel)

Slide 10 - Question ouverte

Cet ordinateur est ........................................ celui que j'ai vu hier.
(minder duur dan)

Slide 11 - Question ouverte

"Cette plage est ............................... de toutes les plages que j'ai visitées."
(het mooiste)

Slide 12 - Question ouverte

Il y a ........................................ de pollution dans la ville.
(steeds meer)

Slide 13 - Question ouverte

Il y a ....................................... dans la classe que l'an dernier
(net zo veel kinderen)

Slide 14 - Question ouverte

J'aimerais voir des arguments .............................
(wetenschappelijker)

Slide 15 - Question ouverte

Cette solution est ....................................... que l'autre.
(minder logisch / minder duidelijk)

Slide 16 - Question ouverte

Exercice
Prenez deux membres de votre famille (votre père ou mère, frère ou soeur, grand-père ou grand-mère, oncle, tante, cousin, cousine...) 

Et comparez-les! 

Schrijf zoveel mogelijk vergelijkende zinnen in het Frans. Wie zie je vaker, wie is er nieuwsgieriger, wie werkt het hardst? Wie heeft de meeste kleren / schoenen? Of allebei evenveel? Schrijf in een schrift. 

Slide 17 - Diapositive