Maatschappelijke orientatie

Maatschappelijke Oriëntatie
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieHBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 5 min

Éléments de cette leçon

Maatschappelijke Oriëntatie

Slide 1 - Diapositive

Inhoudsopgave
Casussen over publiekrecht:
  1. Bestuursrecht
  2. Strafrecht
  3. Europeesrecht

Slide 2 - Diapositive

1. Casus Bestuursrecht
Vergunning voor Bedrijfsuitbreiding:
Een ondernemer heeft bij de gemeente een omgevingsvergunning aangevraagd voor het uitbreiden van zijn bedrijf. De uitbreiding houdt in dat er een nieuw magazijn wordt gebouwd dat dichter bij de aangrenzende woningen komt dan de bestaande bebouwing. De gemeente verleent de vergunning op basis van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht), zonder dat er een nader onderzoek naar de gevolgen van de uitbreiding voor de omwonenden wordt uitgevoerd.

Een aantal bewoners maakt bezwaar tegen de vergunning. Zij vrezen dat de uitbreiding leidt tot meer verkeersoverlast en schade aan hun woongenot door de toenemende bedrijvigheid. De bewoners stellen dat de gemeente had moeten onderzoeken of de uitbreiding in overeenstemming is met de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Wet geluidhinder, omdat de bedrijfsactiviteiten negatieve gevolgen kunnen hebben voor de woonomgeving.

Juridische vraag:
Heeft de gemeente terecht de vergunning verleend zonder nader onderzoek, en is de beslissing in lijn met de geldende wetgeving?

Slide 3 - Diapositive

Welke wetsartikelen spelen bij deze casus:
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo):

Artikel 2.1 Wabo (Vergunningplicht): Dit artikel bepaalt dat voor het uitvoeren van activiteiten die de wet noemt (zoals bouwen of het uitvoeren van ingrepen in de fysieke omgeving) een omgevingsvergunning nodig is. De ondernemer heeft hier een vergunning aangevraagd voor de bouw van een magazijn, wat inderdaad vergunningplichtig is volgens dit artikel.

Slide 4 - Diapositive

Artikel 3.1 Wabo (Zorgvuldigheid bij het besluit): De gemeente is verplicht om een zorgvuldige afweging te maken en voldoende onderzoek te doen naar de gevolgen van de activiteit. Dit betekent dat, indien de uitbreiding effecten kan hebben op de leefomgeving van omwonenden, de gemeente verplicht is om een zorgvuldige afweging te maken en, indien nodig, nadere onderzoeken uit te voeren.

Slide 5 - Diapositive

Artikel 3.1 Wro (Ruimtelijke onderbouwing): Dit artikel stelt dat een bestemmingsplan of een omgevingsvergunning moet passen binnen de ruimtelijke ordening. De gemeente moet toetsen of de uitbreiding in lijn is met het bestemmingsplan. Indien de bestemming van het terrein het niet toestaat om het magazijn te bouwen, had de gemeente een wijziging van het bestemmingsplan moeten doorvoeren. In dit geval had de gemeente het plan moeten toetsen aan de geldende ruimtelijke ordening en, indien nodig, het bestemmingsplan moeten aanpassen.

Slide 6 - Diapositive

Artikel 3.2 Wro (Beperkingen bij de vergunningverlening): Bij het verlenen van een omgevingsvergunning dient de gemeente te onderzoeken of er beperkingen zijn op het gebruik van de grond, zoals bijvoorbeeld geluidsoverlast of verkeersdrukte.

Slide 7 - Diapositive

Artikel 2.1 Wgh (Vergunning voor geluidhinder): De gemeente moet onderzoeken of de geluidsproductie van de nieuwe bedrijfsactiviteiten in strijd is met de geldende geluidsnormen. Indien de uitbreiding tot extra geluidshinder kan leiden, had de gemeente moeten onderzoeken of de uitbreiding voldoet aan de eisen van de Wet geluidhinder. Dit is een expliciete verplichting bij de vergunningverlening voor geluidsgevoelige gebieden.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Conclusie

De gemeente heeft niet voldaan aan de zorgvuldigheidseisen die voortvloeien uit artikel 3.1 van de Wabo. Aangezien de uitbreiding gevolgen kan hebben voor de omwonenden (in verband met verkeersdrukte, geluidsoverlast en de ruimtelijke uitstraling), had de gemeente voorafgaand aan het besluit een milieu-effectrapportage (MER) of ten minste een geluidhinderonderzoek moeten uitvoeren. Bovendien had de gemeente moeten onderzoeken of de uitbreiding in overeenstemming was met het bestemmingsplan op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), en of er geen strijdigheid was met de geluidsnormen van de Wet geluidhinder.

Slide 10 - Diapositive

2. Casus Strafrecht

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive