1e kw Wo4.3.5 Les 1

Wo4 Les 1

  • Totaal weerstand berekenen in serie en parallelschakelingen
    .
  • Hoe stroom en spanning in een schakeling werkt
    .
  • De wet van ohm gebruiken.
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
ICTTertiary Education

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Wo4 Les 1

  • Totaal weerstand berekenen in serie en parallelschakelingen
    .
  • Hoe stroom en spanning in een schakeling werkt
    .
  • De wet van ohm gebruiken.

Slide 1 - Diapositive

Vermogen en Energie
Veel apparaten gebruiken Energie

Het verbruik hiervan meten we in Watt

Wat is dat Watt?

Slide 2 - Diapositive

0

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Vermogen
Hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde verbruikt, noem je het vermogen. De afkorting voor vermogen is de hoofdletter van het Engelse woord voor vermogen, power. Een eenheid van vermogen is de watt
(W). 

Slide 5 - Diapositive

Vermogen - typeplaatje
Een boormachine van 300 watt zal niet zo makkelijk een gat boren als een boormachine van 800 watt. 

Apparaten met een hoger vermogen kunnen meer.

Meer vermogen meer gebruik van elektrische energie. 

Hoe groter het vermogen van een apparaat, hoe meer het apparaat kost om het te gebruiken.

Een typeplaatje vind je vaak achterop of onderop een elektrisch apparaat.Op het typeplaatje vind je het vermogen van een apparaat.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Energie verbruik

Slide 11 - Diapositive

Vermogen
2
1

Slide 12 - Diapositive

Stroomkring
1
2
3

Slide 13 - Diapositive

Stroomkring
1
2
3

Slide 14 - Diapositive

Spanningsbronnen- batterij
1
2
3

Slide 15 - Diapositive

Spanningsbronnen (batterij - accu)
1

Slide 16 - Diapositive

Spanningsbronnen (batterij - accu)
1

Slide 17 - Diapositive

Chemische spanningsbron
1

Slide 18 - Diapositive

Spanningsbronnen (dynamo/generator)
1

Slide 19 - Diapositive

Spanningsbronnen- zonnecel
1

Slide 20 - Diapositive

Spanning
1
2
3
4
5

Slide 21 - Diapositive

Spanning
1
2
3

Slide 22 - Diapositive

Voltmeter
1
2
3

Slide 23 - Diapositive

Voltmeter aansluiten
1
2

Slide 24 - Diapositive

Batterijen in serie schakelen
1
2
3
4
5
6

Slide 25 - Diapositive

Verschil tussen parallel en serie schakeling

Slide 26 - Diapositive

Serieschakeling
1
Stroom is overal gelijk.
Spanning is verdeelt over de lampjes

Slide 27 - Diapositive

Parallelschakeling
1
Spanning is overal gelijk.
Stroom is verdeelt over de lampjes

Slide 28 - Diapositive

Schakeling
1
2

Slide 29 - Diapositive

Wet van Ohm
U=I.R

Slide 30 - Diapositive

Serieschakeling 
De spanning  verdeelt 
zich over de 
verschillende weerstandjes.

Utot=U1+U2+U3+...
Itot=I1=I2=I3=...

Slide 31 - Diapositive

Weerstanden in serie
Vervangings-weerstand
Als je meer weerstanden in serie schakelt, wordt de weerstand steeds groter. 
Rtot=R1+R2+R3+...

Slide 32 - Diapositive

Voorbeeld  
U1=IR1
U2=IR2
U3=IR3
Utot=U1+U2+U3

Slide 33 - Diapositive

Voorbeeld  

Rtot=R1+R2+R3
Rtot=600Ω
Utot=Itot.Rtot=12V
Itot=60012=0,02A
U1=Itot.R1=0,02.100=2V
U2=Itot.R2=0,02.200=4V
2
3
4
5
1
U3=Itot.R2=0,02.300=6V
6

Slide 34 - Diapositive

Parallelschakeling 
De stroom verdeelt 
zich over de 
verschillende takken.

Itot=I1+I2+I3+...
Utot=U1=U2=U3=...

Slide 35 - Diapositive

Weerstanden in parallel
Vervangings-weerstand
Rtot1=R11+R21+R31+...
Als je meer weerstanden in parallel schakelt, wordt de weerstand steeds kleiner.

Slide 36 - Diapositive

Voorbeeld  

Rtot=0,151=6,7Ω
2
3
4
5
Rtot1=R11+R21+R31
Rtot1=201+201+201
Rtot1=203=0,15
Utot=Itot.Rtot=6V
Itot=6,76=0,9A
1

Slide 37 - Diapositive

Voorbeeld  

I1=R1Utot=0,206=0,3A
Rtot1=201+201+201
Itot=(R)totUtot=6,76=0,9A
Rtot=6,7Ω
1
2
I2=R2Utot=0,206=0,3A

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Vidéo

Juiste spanning voor het juiste lampje
Een lampje dat bij een spanning van
6V perfect werkt, zal bij een spanning
van 9V doorbranden.

Stel je hebt een batterij van 9V, 
maar een lampje dat geschikt is voor een 6V spanningsbron.
Hoe kun je dan toch het lampje gebruiken?
Je moet de stroom dan proberen te verlagen!


Slide 40 - Diapositive

6V lampje en een 9V spanningsbron...
Dan moet je de weerstand verhogen
zodat je wel de 9V batterij kan gebruiken.

WANT -   Als de weerstand groter wordt, 
                  wordt de stroom kleiner.
weerstand

Slide 41 - Diapositive

Meer weerstanden in serie...
Als je meer weerstanden in serie schakelt, wordt de weerstand steeds groter. Rtot = R1 + R2 + R3


Dus Rtot = 250 + 550 + 1 000 = 1 800 ohm
Je noemt dit de "totale weerstand"
 of de "vervangings-weerstand".

Slide 42 - Diapositive

Stroomsterkte in een serieschakeling 
De stroomsterkte in een 
serieschakeling is overal 
evengroot...

... maar de spanning verdeelt
zich over de schakelonderdelen

Slide 43 - Diapositive

Als weerstanden niet evengroot zijn ...
U1=IR1
U2=IR2
U3=IR3
R1
R2
R3

Slide 44 - Diapositive

Samenvatting:
  • Weerstanden in serie tel je bij elkaar op.
  • De stroom in een serieschakeling is overal hetzelfde.
  • De spanning in een serieschakeling verdeelt zich over alle schakelonderdelen.
  • Je kunt hier de wet van 
       ohm ook toepassen...
R=IU

Slide 45 - Diapositive

Wat is de totale weerstand van deze schakeling?
A
9 Ohm
B
3 Ohm
C
12 Ohm
D
11 Ohm

Slide 46 - Quiz

Hoe groot is de spanning over U2?
A
3 V
B
6 V
C
9V
D
12 V

Slide 47 - Quiz

Vergelijk de stroom bij A1
met de stroom bij A2.
Wat is juist?
A
A1 > A2
B
A1 = A2
C
A1 < A2
D
Dat kun je niet bepalen

Slide 48 - Quiz

Hoe groot is de spanning van spanningsbron U?
A
3 V
B
6 V
C
9 V
D
12 V

Slide 49 - Quiz

Hoe groot is de stroomsterkte in deze schakeling?
A
2 A
B
3A
C
5 A
D
1,2 A

Slide 50 - Quiz

Hoe groot is stroomsterkte in deze schakeling?
A
7 A
B
4 A
C
3 A
D
1,2 A

Slide 51 - Quiz

Bereken de weerstandswaarde van de onbekende weerstand. Deze is.......
A
1 Ohm
B
2 Ohm
C
3 Ohm
D
4 Ohm

Slide 52 - Quiz