kennismaking met de sectoren

• Beroepsoriëntatie
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1,3

Klaarstomen voor de arbeidsmarkt

Lesdoel 

Je kunt uitleggen wat een sector is.

Je kan de vijf sectoren benoemen.

Je kan de loonbaan vragen beantwoorden.

Je kunt uitleggen wat een sector is.

Benoem de vijf sectoren

Loopbaanvragen

Wat kan ik?
Wat wil ik? 
Wat voor werk past bij mij?
Wie kan mij helpen?
Hoe bereik ik wat ik wil?

 Hoe beter je weet wie je bent, hoe beter je een keuze kan maken voor een beroep dat bij jou past.

 Ga je op zoek naar jouw antwoorden op deze 5 loopbaanvragen.

 je geleerd dat beroepen zijn onderverdeeld in 5 sectoren:

1. Techniek
2. dienstverlening en zorg
3. voedsel, natuur en leefomgeving
4. economie en handel
5. Toerisme, recreatie en horeca

Economie & Handel

Je vindt het leuk om met mensen, goederen  en cijfers om te gaan.

Je assisteert in een winkel. 

Je kunt precies werken.

Je weet hoe je vakken moet vullen.

Je kunt producten spiegelen. 

Als ik denk aan de sector economie en handel denk ik aan

techniek

Techniek In deze sector ben je veel bezig met machines en gereedschap.

Je werkt graag met je handen.

Soms werk je ook met (grote) machines.

Je gaat aan de slag met elektriciteit, kunststof, metaal en hout.

Autotechniek:Je moet hier denken aan olie peilen en verversen, wielen (de)monteren, banden vervangen en balanceren, gereedschap kennis, lampen vervangen en gebruik van de garagebrug 

Als ik denk aan de sector techniek denk ik aan:

Voedsel en Dienstverlening

 Je werkt met voedsel .

Je bereidt voedsel in de keuken.

Je weet hoe je een tafel moet dekken. 

Je bedient mensen in het restaurant 

Jij staat altijd voor mensen klaar en geeft hulp aan mensen die dat nodig hebben.

Als ik denk aan de sector zorg en dienstverlening, denk ik aan:

Facilitaire dienst

(bij ons op school)

De lessen bestaan voornamelijk in het teken van schoonmaak op een professionele wijze, welke geoefend wordt zowel in als ook buiten de school. 

OT&G

(bij ons op school)

Je vindt het leuk om buiten te werken. 

Je kunt eventueel werken in plantsoenen. 

Je assisteert een tuinman.

Je werkt met machines, zoals de grasmaaier, bladblazer, bosmaaier, heggenschaar, tegelknipper / slijpmachine, etc.

Uiterlijke verzorging

(bij ons op school)

Het vak bestaat uit verschillende onderdelen, zoals:

- Haarverzorging

- Schoonheidsverzorging

- Handverzorging

- Voetverzorging

- Baliewerkzaamheden

- Make up

Als ik denk aan de sector voedsel,natuur en leefomgeving denk ik aan:

sport

- je moet sport leuk vinden

-durven praten in een groep

je gaat lessen voorbereiden en geven

Wat wordt er van je verwacht:

- motivatie om te leren

- bereidheid om hard te werken en afspraken na te komen

- samen kunnen werken

zorg en welzijn

Filmpjes over alle sectoren

In de volgende dia tref je allemaal filmpjes aan over beroepen die onderverdeeld zijn in de sectoren. 

Tekstfilmpjes komen uit de lesmethode de 4 sectoren van StruX

clip.strux.nl

Welke sector wordt hier uitgebeeld?

1. Techniek
2. Natuur
3. Handel & Economie
4. Voeding en dienstverlening

Welke sector wordt hier uitgebeeld?

1. Techniek
2. Natuur
3. Handel & Economie
4. Voeding en dienstverlening

Welk beroep past niet bij de sector Economie en Handel ?

1. Hovenier
2. Kassamedewerker
3. Secretaresse
4. Taxichauffeur (logistiek)

Welk beroep past niet bij de sector Techniek

1. Fietsenmaker
2. meubelmaker
3. Schilder
4. Bloemist

Welk beroep past niet bij de sector Voeding en Dienstverlening?

1. Plantsoenendienst
2. Glaszetter
3. Fast food restaurant
4. Security (beveiligingsbedrijf)

In welke sector werk je met mensen en goederen en moet je goed in rekenen en geld zijn?

In welke sector werk je veel buiten en ben je bezig met bomen en planten?

In welke sector ben je veel bezig met machines en gereedschap en werk je met je handen?

In welke sector sta je altijd klaar voor andere mensen en verleen je een dienst?
Bijvoorbeeld het schoonmaken van een vloer?

Welke twee sectoren heb jij gekozen?

Leg uit waarom je voor deze twee sectoren gekozen hebt.