Hoofdstuk 2 paragraaf 4

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Paragraaf 2.4 Van alle markten thuis.

Paragraaf 4 van alle markten thuis

Leerdoelen:

- Je kunt de vier marktvormen noemen

- Je kunt benoemen welke invloed de marktvorm heeft op het gedrag van bedrijven en op de marktprijs

Marktvormen 

Marktvormen

Soorten marktvormen:

1. Volkomen concurrentie 

2. Monopolistische concurrentie 

3. Oligopolie 

4. Monopolie 

Monopolie

• Eén aanbieder
• Veel vragers
• Homogeen product
• Mogelijkheid tot kartels

Voorbeeld:

NS, Pro Rail, beheer spoorwegennet

Oligopolie

• Enkele aanbieders
• Veel vragers
• Homogeen of heterogeen product

Voorbeelden; 

Supermarkten, mobiele telefoonaanbieders, cola aanbieders

Volkomen concurrentie:

- Veel aanbieders

- Veel vragers

- Homogeen product (bloemkool): klant maakt geen onderscheid

Monopolistische concurrentie

- Veel aanbieders

- Veel vragers

- Heterogeen product (brood): klant maakt wel onderscheid

De 4 marktvormen

1. Monopolie - 1 aanbieder - veel macht 

2. Oligopolie - klein aantal aanbieders  - beetje macht 

3. Monopolistische concurrentie - best wat aanbieders - niet zo veel macht

4. Volkomen concurrentie - veel aanbieders - geen macht 

Kartel 

Kartel =  Afspraken tussen bedrijven om concurrentie te verminderen 

Kartelvorming =  Samenwerking van landen

Nadeel = Vermindert de concurrentiepostie  waardoor prijzen hoger worden

Welke uitspraken passen bij een oligopolistische marktvorm?
(meerdere antwoorden mogelijk)

1. Alleen de overheid verkoopt paspoorten
2. Coca cola en Pepsi zijn de grootste aanbieders van cola
3. Duizenden boeren rijden met hun prei naar de veiling
4. Een paar landen produceren een groot deel van de wereldwijde olieproductie

Om welke marktvorm
gaat het hier?

1. Monopolie
2. Volkomen mededinging
3. Oligopolie
4. Monopolistische concurrentie

Bij welke marktvorm horen de aanbieders van mobiele telefonie?

De boeren zijn op weg met hun prei naar de veiling.
Welke marktvorm hoort hierbij?

1. Volkomen mededinging
2. Monopolistische concurrentie
3. Oligopolie
4. Monopolie

Aan de gang!

In de online omgeving maak je de opdrachten van paragraaf 2.4