Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2 mavo. par 1.1 wat wil je kopen
HOOFDSTUK 1
Paragraaf 1.1
Wat wil je kopen
1 / 32
suivant
Slide 1:
Diapositive
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
32 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
HOOFDSTUK 1
Paragraaf 1.1
Wat wil je kopen
Slide 1 - Diapositive
ECONOMIE
"
de wetenschap die zich bezighoudt met de keuze die mensen maken om in hun behoeften te voorzien"
Economie: Grieks oikos (huis) en nomos (regel)
dus
HUISHOUDKUNDE!
Slide 2 - Diapositive
Waar denk je aan bij economie?
Slide 3 - Carte mentale
0
Slide 4 - Vidéo
Lesdoel
Na deze les :
weet je welke behoeften er zijn
weet je wat goederen en diensten zijn
weet je wat een consument is
weet je hoe je het Euro teken gebruikt en hoe je het gemiddelde berekend
Slide 5 - Diapositive
Lesdoel
weet je welke behoeften er zijn
Slide 6 - Diapositive
Behoefte is wat je nodig hebt. Welke 3 basisbehoeften heeft een mens?
Slide 7 - Question ouverte
Behoefte
Basisbehoeften
- voedsel/drinken
- kleding
- onderdak
- soms worden ook zorg en onderwijs nog genoemd
De rest zijn overige en luxe behoeften
Slide 8 - Diapositive
Wat is een behoefte?
A
Iets missen waarmee een wens ver..
B
Zin in iets hebben
C
Ergens geen zin in hebben
D
Dat je alles al hebt
Slide 9 - Quiz
Wat geldt voor een overige behoefte
A
Die is absoluut noodzakelijk
B
Daar kan ik niet zonder
C
Die heb ik af en toe nodig om te leven
D
Daar kan ik wel zonder maar het maakt het leven wel leuker
Slide 10 - Quiz
Woonruimte is een overige behoefte.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Wat voor een behoefte is een spijkerbroek?
A
Basisbehoeften
B
Overige behoeften
Slide 12 - Quiz
Lesdoel
weet je wat goederen en diensten zijn
Slide 13 - Diapositive
Goederen en Diensten
Voorzien in je behoeften
Goederen zijn tastbaar
Verbruiksgoederen
: zijn op na gebruik (brood, tandpasta)
Gebruiksgoederen
: gaan vaker mee (tosti apparaat, borstel)
Diensten zijn
niet
tastbaar
- de glazenwasser die de ramen zeemt
- de fietsenmaker die je fiets maakt
Slide 14 - Diapositive
Goederen kun je vasthouden
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
Je volgt autorijles. Valt dit onder goederen of diensten?
A
Goederen
B
Diensten
Slide 16 - Quiz
Goederen die je meerdere keren kunt gebruiken zijn
A
verbruiksgoederen
B
gebruiksgoederen
C
goede goederen
D
langeduur goederen
Slide 17 - Quiz
Lesdoel
weet je wat een consument is
Slide 18 - Diapositive
Consument
Als je iets koopt om in je behoefte te voorzien dan heet dat
CONSUMEREN
de persoon die dat koopt heet
CONSUMENT
Als jezelf in je eigen behoefte voorziet (zelf kleding maken, je eigen moestuin) dan heet dat
ZELFVOORZIENING
Slide 19 - Diapositive
Het kopen van goederen of diensten om in je behoeften te voorzien, noemen we...
A
Zelfvoorziening
B
Consument
C
Consumeren
D
Basisbehoefte
Slide 20 - Quiz
Consumeren betekent: een behoefte bevredigen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Zelfvoorziening komt meestal voor in gebieden die
A
rijk zijn
B
ontwikkeld zijn
C
arm zijn
Slide 22 - Quiz
Wat betekent zelfvoorziening?
A
Produceren door een winkel
B
Anderen produceren voor jou
C
Je produceert zelf wat nodig is
D
Produceren samen met anderen
Slide 23 - Quiz
Wat is een voorbeeld van zelfvoorziening?
A
een laptop kopen
B
in de moestuin werken
C
cupcakes bakken
D
huiswerk maken
Slide 24 - Quiz
Lesdoel
weet je hoe je het Euro teken gebruikt en hoe je het gemiddelde berekend
Slide 25 - Diapositive
Hoe schrijf je vier euro en hoe tien euro en vijftig cent? (in cijfers!)
Slide 26 - Question ouverte
tien euro en vijftig cent
€ 10,50
vier euro
€ 4,00 of
€ 4,- of
€ 4
Slide 27 - Diapositive
Gemiddelde uitrekenen
FORMULE gemiddelde =
Totaal gedeeld door het aantal
voorbeeld:
je haalt een 7, een 5, en een 9 voor economie
je gemiddelde is dan : totaal (7+5+9) delen door aantal (3)
21 / 3 = 7
7 is het gemiddelde!!
Slide 28 - Diapositive
Wat is het gemiddelde?
A
5
B
2
C
3
D
4
Slide 29 - Quiz
Op welke manier reken je een gemiddelde uit?
A
Alle getallen op te tellen en het totaal te delen door tien.
B
Als je alle getallen optelt, dan heb je het gemiddelde.
C
Alle getallen op te tellen en het totaal te delen door het aantal getallen.
D
Het hoogste en het laagste getal weg te strepen en de overige getallen op te tellen.
Slide 30 - Quiz
Aan de slag
Maak de samenvattende vragen par 1.1 opdr. 1 t/m 12
Maak de keuzeopdrachten:
Moeilijk ->
maak uit je boek vraag 2, 5, 6, 7, 10, 14 en 15
Gemiddeld ->
maak
Makkelijk ->
we gaan deze les en volgende les aan de opdrachten werken. De volgende les moet het af zijn!!!
Slide 31 - Diapositive
Samenvatting
welke behoeften zijn er
wat zijn goederen en diensten
wat is een consument
hoe schrijf je een getal met een Euro teken
hoe bereken je het gemiddelde
Slide 32 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
1.1 wat wil je kopen
Mars 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
1.1 wat wil je kopen
Mars 2022
- Leçon avec
38 diapositives
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
2nxt - Start + Par. 1.1 - Wat wil je kopen?
Septembre 2022
- Leçon avec
34 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
1.1 wat wil je kopen
Novembre 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
1.1 Wat wil je kopen les 2
Mai 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 1
Economie intro
Août 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
1.1 Je moet keuzes maken!
Août 2018
- Leçon avec
38 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
Economie H1.1 Wat wil je kopen?
Juin 2021
- Leçon avec
44 diapositives
Economie
Voortgezet speciaal onderwijs
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerroute VK
Leerroute VG
Leerroute VT
Leerjaar 1,2