Les 2 week 2

Je me présente
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Je me présente

Slide 1 - Diapositive

Le programme
- Révision cours 1
- Bespreking huiswerk
- Être
- Les devoirs

Slide 2 - Diapositive

Na deze les kan je:
1. Jezelf voorstellen;
2. Vragen hoe iemand heet;
3. Vragen hoe het met iemand gaat;
4. Vertellen hoe het met jou gaat.

Slide 3 - Diapositive

Bespreking huiswerk
- Bespreking werkbladen
- Welke ezelsbruggetjes hebben jullie gebruikt?

Slide 4 - Diapositive

Bonjour ! Comment ça va ?

Slide 5 - Diapositive

1. Je gaat op uitwisseling met een Franse klas. Schrijf een berichtje in het Frans.

Groet. Vraag hoe het gaat.Zeg dat het met jou goed gaat, en stel jezelf voor. Neem afscheid. ( Schrijf dit in de volgende dia (12)

 

Slide 6 - Diapositive

En Français: Groet. Vraag hoe het gaat.Zeg dat het met jou goed gaat, en stel jezelf voor. Neem afscheid.

Slide 7 - Question ouverte

0

Slide 8 - Vidéo

Le verbe être= zijn
Je suis hollandais.
Tu es en classe?
Il est un grand garçon.
Elle est une grande fille.
On est au collège
Vous êtes grands.
Nous sommes hollandais.
Ils/ elles sont français.

Slide 9 - Diapositive

Completez les phrases
Maak de volgende zinnen compleet:
1: Salut, je.......... Louise
2: Bizzare, moi c'.............Louis
3: Moi je......................de Toulouse Tu............... de Paris?
4: Oui, je............. d'ici. Et c'............ Ludo, un chien super.
5: Il............. du refuge Grammont
6: Ah oui, il.................fantastique. Toi aussi tu............. super.

Slide 10 - Diapositive

Faire des phrases avec être
Maak 6 zinnen met alle vormen van het werkwoord être

Kies een persoon:                                     Kies een woord
- Je                                                   une star, sympathique, calme, genial/géniale
- Tu                                                   triste, sérieux/sérieuse, joli/jolie, à Hilversum
- Il                                                     au collège, dans la classe, à la maison, à Loenen
- Elle                                               à Loosdrecht, à Paris
-On
Vertaal je gemaakte zinnen naar het Nederlands

Slide 11 - Diapositive

Na deze les kan je:
1. Jezelf voorstellen;
2. Vragen hoe iemand heet;
3. Vragen hoe het met iemand gaat;
4. Vertellen hoe het met jou gaat.

Slide 12 - Diapositive

Les devoirs
- Neem deze presentatie goed door (Magister)
- Schrijf vragen op
- Kies een leuk Frans liedje uit

Slide 13 - Diapositive