los números - de teléfono

We gaan oefenen in 2-tallen -> Vraag en geef antwoord:
  • Hoe heet je/ u?
  • Hoe gaat het met jou/ u?
  • Waar kom je/ komt u  vandaan?
  • Wat doe je/ doet u?
  • Wat is jouw/uw (mobiele) telefoonnummer?
  • Heeft u/ Heb jij email?
¿ Cómo te llamas/se llama?
Me llamo..../Soy......
¿ Qué tal? 
¿ Cómo estás/está (usted)?
(muy) bien/ regular/(muy) mal/fatal
¿ De dónde eres/es usted?
Soy de........
¿ Qué haces/ hace usted?
Soy..../ trabajo/ estudio
 Cuál es tu/su teléfono/ número de móvil?
¿ Tiene/s correo electrónico?
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

We gaan oefenen in 2-tallen -> Vraag en geef antwoord:
  • Hoe heet je/ u?
  • Hoe gaat het met jou/ u?
  • Waar kom je/ komt u  vandaan?
  • Wat doe je/ doet u?
  • Wat is jouw/uw (mobiele) telefoonnummer?
  • Heeft u/ Heb jij email?
¿ Cómo te llamas/se llama?
Me llamo..../Soy......
¿ Qué tal? 
¿ Cómo estás/está (usted)?
(muy) bien/ regular/(muy) mal/fatal
¿ De dónde eres/es usted?
Soy de........
¿ Qué haces/ hace usted?
Soy..../ trabajo/ estudio
 Cuál es tu/su teléfono/ número de móvil?
¿ Tiene/s correo electrónico?

Slide 1 - Diapositive


Para preguntar:                                  Para contestar:
                           
¿Qué tal?                                              Bien, gracias
¿Cómo te llamas?                               Me llamo ...
¿Eres españól / española?                No, soy holandés / holandesa
¿Cuántos años tienes?                      Tengo ... años?
¿Hablas español?                                No, hablo holandés
      

Slide 2 - Diapositive

¿Hablas otras lenguas?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Spaans:
Ik woon in ...
A
Vivo en ...
B
Tengo ...
C
Me llamo ...
D
Tú tienes ...

Slide 4 - Quiz

Hoe zeg je in het Spaans:
Ik heet ...
A
Te llamas
B
Yo tengo
C
Tú tienes
D
Me llamo

Slide 5 - Quiz

Hoe zeg je in het Spaans:
Ik ben ... jaar oud.
A
Me llamo ...
B
Vivo en ...
C
Tengo ... años.
D
Te llamas ...

Slide 6 - Quiz

Hoe kun je "dankjewel" in het Spaans zeggen?
A
merci
B
grazie
C
gracias
D
danke schön

Slide 7 - Quiz

Hoe kun je iemand in het Spaans begroeten?
A
¡hola!
B
¡buenos días!
C
bonjour!
D
ciao!

Slide 8 - Quiz

Hoe kun je vragen: "Hoe gaat het?"
A
¿cómo estás?
B
ça va?
C
¿qué tal?
D
tudo bem?

Slide 9 - Quiz

diecisiete
A
16
B
19
C
13
D
17

Slide 10 - Quiz

13+7=
A
trece
B
siete
C
veinte
D
doce

Slide 11 - Quiz

Woorden zoals Verdad, estación, chica zijn...
A
mannelijk en hebben het lidwoord el / un
B
vrouwelijk en het het lidwoord la / una

Slide 12 - Quiz

Hoe vraag je in het Spaans om iemands telefoonnummer?

Slide 13 - Question ouverte

Welke nummers hoor je hier?

Slide 14 - Question ouverte

Welke nummers hoor je hier?

Slide 15 - Question ouverte

Welke nummers hoor je hier?

Slide 16 - Question ouverte

Welke nummers hoor je hier?

Slide 17 - Question ouverte

Welke nummers hoor je hier

Slide 18 - Question ouverte

Welke nummers hoor je hier

Slide 19 - Question ouverte

Welke nummers hoor je hier?

Slide 20 - Question ouverte

Zet de nummers op volgorde van klein naar groot
ocho
once
quince
trece
cuatro
nueve
veinte
dieciocho

Slide 21 - Question de remorquage

Waar hoor je nummer 7?
A
B
C
D

Slide 22 - Quiz

De volgende slide stuurt je naar een website waar je oefent met de nummers. Maak hiervan de eerste 4 opdrachten (getallen van 0 tot 11, números de cero a once, getallen van elf tot tweeentintig en números de once a veintiuno))Als je de opdracht gemaakt hebt, maak hier dan een screenshot (schermafbeelding) van en plaats die hier.

Slide 23 - Question ouverte

De volgende 2 slides sturen je naar een website waar je kan spelen met de nummers. Als je de opdracht gemaakt hebt, maak hier dan een screenshot (schermafbeelding) van en plaats die hier.

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Lien

Slide 26 - Lien

Hasta ahora la asignatura español es..... para mi
A
Muy fácil
B
Muy difícil
C
No fácil ni difícil
D
un poco difícil

Slide 27 - Quiz


¿Cómo has trabajado hoy en clase?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage

Los deberes:
Leren: las frases de la clase - aantekeningenschriftje

Leren: de uitspraakregels van het Spaans
Leren: het werkwoord 'ser' (de vertaling en de vervoegingen) blz 21 reader - herhaling en de persoonlijke voornaamwoorden (blz 22)
Leren: blz 25,26 & 27 uit de reader 'información personal - SPA NL en NL SPA
Leren: los números ( reader blz 28&29)
Je kunt spellen in het Spaans





Slide 29 - Diapositive

Tijd over? nog oefenen?
Ga maar naar de volgende slide!
Vandaag geen teams opdracht!

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Lien

Slide 32 - Lien