Lesvervanging 2d - 16 dec. '24 - HAHI

Lesson 2.3 SPEAKING
Leerdoelen:
  • Je kunt in het Engels de weg vragen en wijzen.
  • Je kunt in het Engels informatie vragen en begrijpen over reizen en OV.
  • Je kunt in het Engels een gesprek voeren aan een balie.
  • Je kunt in het Engels kort iets omschrijven.


WORDS:
Traffic op p. 81/82
EXPRESSIONS:
reizen met het OV, de weg vragen
en omgeving beschrijven op p. 82
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lesson 2.3 SPEAKING
Leerdoelen:
  • Je kunt in het Engels de weg vragen en wijzen.
  • Je kunt in het Engels informatie vragen en begrijpen over reizen en OV.
  • Je kunt in het Engels een gesprek voeren aan een balie.
  • Je kunt in het Engels kort iets omschrijven.


WORDS:
Traffic op p. 81/82
EXPRESSIONS:
reizen met het OV, de weg vragen
en omgeving beschrijven op p. 82

Slide 1 - Diapositive

2.3 SPEAKING
  • Bestudeer samen WORDS 'Traffic' in je boek op p. 81/82.
  • Bestudeer de EXPRESSIONS in je boek op p. 82.
  • Maak Exercise 2 t/m 7 (p.55-59).



                        Zorg dat deze opdrachten aan het eind van de les af zijn. 
                        Werk netjes en volledig!


Words & Expressions
Let op! Je hebt voor de Exercises de Words & Expressions nodig om goeie zinnen te kunnen schrijven.

Bij Exercise 3 en 7 kún je het online luisterfragment erbij gebruiken, maar mag je ook alleen de leestekst gebruiken die bij de opdracht staat.

Slide 2 - Diapositive

Check je woordenschat!

Doe je boek aan de kant.
Log in bij LessonUp.
En laat zien hoe goed jij de nieuwe woorden nu al kent!
Vandaag alleen woorden van het Engels > Nederlands.

Good luck!

Slide 3 - Diapositive

Vertaal naar het Nederlands:
car park

Slide 4 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands:
opposite

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands:
pavement

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands:
traffic jam

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands:
on time

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands:
accident

Slide 9 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands:
to catch a bus

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands:
probably

Slide 11 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands:
clearly

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal naar het Nederlands:
delayed

Slide 13 - Question ouverte