Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Bienvenidos a la clase de español
Slide 1 - Diapositive
We starten in 5 minuten met de les.
Slide 2 - Diapositive
¿Qué vamos a hacer hoy?
A. Opstarten: les en absentie
B. Oefenen: quizlet.live (vocabulaire)
C. Oefenen: Repaso capitulo 3
D. Afsluiting
Después de la clase...
Je heb je geoefend met werkwoorden met klinkerwisseling
Je heb je geoefend met imperativo
Je heb je geoefend met de vocabulario van hoofdstuk 3
Los deberes para la próxima clase:
Leren: Bron 3.1, 3,2, 3.3 en 3.4 pagina.
Lesprogramma
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
A practicar!
Ga naar: https://quizlet.com/live
Vocabulario
Slide 5 - Diapositive
PASO ADELANTE 2
El adverbio (het bijwoord)
Slide 6 - Diapositive
Verander het bijvoeglijk naamwoord in het bijwoord: Probable (waarschijnijk)
Slide 7 - Question ouverte
Verander het bijwoord in het bijvoeglijk naamwoord: velozmente (snel)
Slide 8 - Question ouverte
Verander het bijvoeglijk naamwoord in het bijwoord: directo (direct)
Slide 9 - Question ouverte
Verander het bijwoord in het bijvoeglijk naamwoord: dulcemente (lief/zoet)
Slide 10 - Question ouverte
Verander het bijvoeglijk naamwoord in het bijwoord: horrible (vreselijk)
Slide 11 - Question ouverte
Verander het bijwoord in het bijvoeglijk naamwoord: solamente (alleen)
Slide 12 - Question ouverte
Verander het bijvoeglijk naamwoord in het bijwoord: hábil(bekwaam)
Slide 13 - Question ouverte
PASO ADELANTE 2
Trappen van vergelijking
Slide 14 - Diapositive
Trap van vergelijking 1. Paola es ............... simpática .............................. Juan (net zo... als). 2. Ana es .................... alta .................... Pilar. (langer dan) 3. Los chicos son ............... inteligentes ................las chicas. (minder intelligent dan) 4. Ajax es ............................ Feyenoord. (beter dan)
Slide 15 - Question ouverte
Maak de juiste vergelijking: = profesor / amable / profesora
Slide 16 - Question ouverte
Maak de juiste vergelijking:
- libro / interesante / película
Slide 17 - Question ouverte
Vertaal de vergelijking die tussen haakjes in het Spaans en vul in vorm van de vergrotende trap. (más+bijv+que)
Mi coche es(mooier dan)___________________ el tuyo.
Slide 18 - Question ouverte
Vertaal de vergelijking die tussen haakjes in het Spaans en vul in vorm van de vergrotende trap. (más+bijv+que)
Los dibujos de Ana son(slechter dan)___________________ que los dibujos de Fernando.
Slide 19 - Question ouverte
Vertaal de vergelijking die tussen haakjes in het Spaans en vul in vorm van de vergrotende trap. (más+bijv+que)
China es (groter dan)___________________ que los Estados Unidos.
Slide 20 - Question ouverte
Vertaal de vergelijking die tussen haakjes in het Spaans en vul in vorm van de vergrotende trap. (más+bijv+que)
La canción de Shakira es(beter dan)___________________ que la canción de Béyonce.
Slide 21 - Question ouverte
Vertaal de vergelijking die tussen haakjes in het Spaans en vul in vorm van de vergrotende trap. (más+bijv+que)
Las ropas de H&M son(goedkoper dan)___________________ las ropas de Zara.
Slide 22 - Question ouverte
PASO ADELANTE 2
Imperfecto
Slide 23 - Diapositive
El tren siempre (llegar)__________tarde.
Slide 24 - Question ouverte
Yo no(querer)__________ir a pasear.
Slide 25 - Question ouverte
Jesús(escuchar)__________música.
Slide 26 - Question ouverte
Escribe en imperfecto: Los Backstreet boys _______ (ser) mis ídolos.
Slide 27 - Question ouverte
Escribe en imperfecto: A mi abuelo le _______________________ (gustar) el fútbol.
Slide 28 - Question ouverte
Wat heb je van
deze les geleerd?
Slide 29 - Question ouverte
Huiswerk
Los deberes:
Leren: Bron 3.1, 3,2, 3.3 en 3.4 pagina 142 en 143