2KT Week 3 Lesson 2 (Unit 3.3 Writing/Comparitives+short answers)

Week 3: lesson 2
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Week 3: lesson 2

Slide 1 - Diapositive

Homework

You needed to finish exercise A-D of Unit 3.3 Writing today

Slide 2 - Diapositive


Last lesson

You can practice your writing skills


This lesson

You can practice your writing skills

Taaldoel: 

Wat is een "comparitive adjective"?

Lesson goals

Slide 3 - Diapositive

 Lesdoel behaald? Check it!
1. Je kunt een korte email schrijven
2. Je kent de woorden van les 2 (Words Lesson 2)
3. Je kan dingen met elkaar vergelijken
(2D1: 4. Je kan de toekomst vorm will correct toepassen in Engelse zinnen.)
(2D1: 5. Je kan short answers correct toepassen in Engelse zinnen.)

Slide 4 - Diapositive

Lesson plan

1.  2C3: Vergelijken 
(met behulp van comparitive adjectives)
2D1: study Checkbook 3.10 Grammar 7 (over short answers)
2.  Lesson 3.3 Writing 
3. Did we achieve our lesson goals?

Slide 5 - Diapositive

Vergelijken
Om dingen te vergelijken in het Engels gebruiken we comparitive adjectives.


Slide 6 - Diapositive

Vergelijken
Maar wat zijn comparitive adjectives en hoe gebruik je ze??

Slide 7 - Diapositive

Vergelijken
Bekijk het volgende filmpje en kijk of je er achter kan komen wat comparitive adjectives zijn!

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Comparitive adjectives
Any ideas?

Slide 10 - Diapositive

Let's practice!

Slide 11 - Diapositive

He is .......(small) than her.
A
smallest
B
smaller
C
more small
D
most small

Slide 12 - Quiz

I am .......(big) than him.
A
biger
B
biggest
C
more big
D
bigger

Slide 13 - Quiz

We are .......(smart) students in class.
A
the smartest
B
smarter
C
more smart
D
smartest

Slide 14 - Quiz

You are .......(dangerous) boy I know.
A
the dangerousest
B
more dangerous
C
the most dangerous
D
dangerouser

Slide 15 - Quiz

Was dit moeilijk?
Ga naar Checkbook 3.10 Grammar 3&4:

Hier vind je alle regels over vergelijken. 



Slide 16 - Diapositive

Hoe weet je of je je lesdoel behaald hebt?

1. Je kunt een korte email schrijven
2. Je kent de woorden van les 2 (Words Lesson 2)
3. Je kan dingen met elkaar vergelijken
(2D1: 4. Je kan de toekomst vorm will correct toepassen in Engelse zinnen.)
(2D1: 5. Je kan short answers correct toepassen in Engelse zinnen.)

Slide 17 - Diapositive

Lesson 3.3 Writing
Make exercise E to I

You have 15 minutes & 
you work alone


timer
15:00
Finished early?
Make J+K + "Zelf Oefenen"

Slide 18 - Diapositive

How did it go?
Any questions?

Slide 19 - Diapositive

Check your answers & correct! 
I will show the correct answers to you now.
Correct everything, so your score is 100% and there is no more RED left!

You have 5 minutes & 
you work alone


timer
5:00
Finished early?
Work in 3.3 "Zelf Oefenen"

Slide 20 - Diapositive

Lesson goals:

You can practice your writing skills

Taaldoel:


Wat is een "comparitive adjective"?




Homework :

- Finish exercises E-I of Lesson 3.3 Writing



Slide 21 - Diapositive

 Lesdoel behaald? Check it!
1. Je kunt een korte email schrijven
2. Je kent de woorden van les 2 (Words Lesson 2)
3. Je kan dingen met elkaar vergelijken
(2D1: 4. Je kan de toekomst vorm will correct toepassen in Engelse zinnen.)
(2D1: 5. Je kan short answers correct toepassen in Engelse zinnen.)

Slide 22 - Diapositive

Time left? Let's play Kahoot

 Enter the game PIN that I will show you now


Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive