Voorvoegsels bij Maten

Voorvoegsels bij Maten
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Voorvoegsels bij Maten

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je voorvoegsels bij maten gebruiken en grote getallen met woorden of voorvoegsels schrijven.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over voorvoegsels bij maten?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorvoegsels bij Maten
Voorvoegsels worden gebruikt bij maten om de waarde te vergroten of te verkleinen.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: Kilometer
1 kilometer (km) = 1000 meter (m) = duizend meter (m)

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: Megahertz
1 megahertz (MHz) = 1 000 000 hertz (Hz) = één miljoen hertz (Hz)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: Gigavolt
1 gigavolt (GV) = 1 000 000 000 volt (V) = één miljard volt (V)

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Andere Maten
Naast lengte zijn er ook andere maten, zoals temperatuur, snelheid en geheugenomvang.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Digitaal Geheugen
1 kilobyte (kB) = 1000 byte
1 megabyte (MB) = 1000 kilobyte 
1 gigabyte (GB) = 1000 megabyte
1 terabyte (TB) = 1000 gigabyte

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: Geheugen van Mobiele Telefoon
Hoeveel gigabyte geheugen heeft deze mobiele telefoon?
Hoeveel megabyte is er nog vrij voor andere apps?
Hoeveel megabyte is het geheugengebruik van de drie apps samen?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snelheid
Snelheid kan worden uitgedrukt in kilometer per uur (km/h) of meter per seconde (m/s).

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: Gemiddelde Snelheid
Tijdens een reis is de gemiddelde snelheid 80 km/h.
De reis duurt drie kwartier.
Hoeveel kilometer leg je met deze snelheid af?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: Snelheid op Snelweg
Op de snelweg mag je maximaal 100 ... rijden.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Temperatuur
Temperatuur wordt gemeten in graden Celsius (°C).

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: Temperatuurverschil
Hoeveel graden verschil zit er tussen de binnen- en buitentemperatuur?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoogte Schatten
Referentiematen kunnen worden gebruikt om de hoogte van objecten te schatten.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: Hoogte van een Flat
Welke referentiemaat kun je gebruiken om de hoogte van deze flat te schatten?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schattingen maken
Je leert schattingen maken met referentiematen.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: Afstand Lopen
Je loopt 3 km in ongeveer een half uur.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: Gewicht van Aardappelen
Een zak aardappelen weegt 2,5 ...

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: Lengte van een Pen
Sarah meet de lengte van de pen.
De rolmaat meet in centimeter.
Hoeveel millimeter is de lengte van de pen?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling
Laten we de belangrijkste punten van de les herhalen.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde van de Les
Dat was alles voor vandaag! Bedankt voor jullie aandacht.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 24 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 25 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 26 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.