De geschiedenis van het geld

De geschiedenis van het geld
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1-3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De geschiedenis van het geld

Slide 1 - Diapositive

Lessenreeks
Les 1: Geschiedenis van het geld
Les 2: Schulden 
les 3: Budgetteren en het maken van een begroting
Les 4: Begroten en sparen

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
De student kan kort uitleggen hoe geld is ontstaan. 

Slide 3 - Diapositive

De oorsprong 2500 V.Chr.
  • De oorsprong van geld is vrij onbekend. 
  • Eerste vermelding van geld stamt uit Mesopotamië, het gebied wat we tegenwoordig kennen als Irak.  
  • Puur zilver het eerste standaard betaalmiddel.  
  • Makkelijker mee te nemen dan grote natuurproducten. 
  • Volgens sommige historici is het spijkerschrift uitgevonden om handelstransacties vast te kunnen leggen.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Lydië  640 v.Chr. 
  • Lydië  (West-Turkije) 
  • Nauwelijks groter dan een stadstaat.  
  • Munten.  
  • Sloegen  standaardgewicht en -afmeting – en voorzagen deze van hun eigen zegel om de echtheid van het metaal te garanderen. 
  • De munten bevorderden de handel omdat Lydische handelaren geen kostbare tijd kwijt waren met het wegen van het zilver en goud of het bepalen van de zuiverheid ervan.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Lydië 640 v.Chr. 
  • Zelfs gewone burgers namen nu deel aan de bloeiende handel,  Lydië zich tot een van de welvarendste rijken. 
  • Handelaren uit de hele wereld stroomden toe en kochten felbegeerde goederen als parfum en cosmetica, waar het kleine koninkrijk beroemd om was. 
  • Volgens historici leidde deze levendige handel ertoe dat in Lydië de eerste winkels ontstonden.

Slide 8 - Diapositive

Het oude Egypte 323 v.Chr. 
  •  In het oude Egypte diende graan als geld op de bank.
  •  Metalen munten werden in het oude Egypte al gebruikt, maar vrijwel uitsluitend door rijke kooplieden die met andere landen handelden. 
  • Bij de bevolking was graan het gebruikelijke betaalmiddel.  
  • Salaris werd meestal in graan uitbetaald. 
  • Een maandsalaris bestond uit circa 200 kilo graan en werd vaak weer geruild. 

Slide 9 - Diapositive

Het oude Egypte 323 v.Chr. 
  • Om de handel te stimuleren richtten de machthebbers een uitgebreid netwerk van openbare graanbanken op. 
  • De Egyptenaren konden hier hun graan­overschot kwijt, of in tijden van nood graan lenen. 
  • Klanten kregen een bewijs van hun inbreng, of een lening die ze ook bij andere banken konden inwisselen. 
  • Dit bewijs diende tevens als betaalmiddel. Om fraude in plaatselijke vestigingen te voorkomen had de centrale bank in Alexandrië kopieën van alle boekhoudingen.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

14e eeuw: De eerste banken
  • In de 14e eeuw werden de laatste tempelridders gedood en de Joden uit het grootste deel van Europa verdreven. 
  • Beiden hadden lang een monopolie op de eerste vorm van bankieren en toen ze verdwenen werd het onmogelijk om geld te wisselen of te lenen. 
  • Rijke Italiaanse families roken hun kans en richtten de eerste banken van Europa op. 
  • Ze vestigden hun bank op de markt en gaven leningen aan ieder die kredietwaardig was. 
  •  Ze hadden overal vestigingen en werden zeer rijk. 

Slide 12 - Diapositive

1660, de eerste briefjes in Europa
  • In de vroege jaren 1660 had Zweden een ernstig tekort aan koper. 
  • De grote vraag ernaar betekende dat het kopergehalte in de Zweedse munten opeens meer waard was dan de munten zelf. 
  • Iedereen spoedde zich naar Stockholm Banco – de eerste bank van Zweden – om zijn koperen munten te incasseren en als metaal te verkopen. 
  • Om de crisis af te wenden gaf de bank ‘kredietbiljetten’ uit die de klant later voor munten kon inruilen. 
  • Zo ontstonden de eerste bankbiljetten van Europa.

Slide 13 - Diapositive

1924, de creditcard
  • De auto zorgde er al in het begin van de 20e eeuw voor dat de Amerikanen heel mobiel waren.  Reizigers konden in de problemen raken als ze niet genoeg contanten bij zich hadden om benzine te betalen of als ze onderweg pech kregen. 
  •  Introductie General Petroleum in 1924 een betaalkaart die overal kon worden gebruikt bij benzinestations en garages. Warenhuizen en spoorwegen volgden snel met hun eigen kaart, die vaak alleen aan de beste klanten werd verstrekt en bij het bedrijf zelf kon worden gebruikt. 

Slide 14 - Diapositive

De creditcard
  • Na de Tweede Wereldoorlog maakte de Amerikaanse economie een sterke groei door.  Amerikanen kochten auto’s, keukens etc. het liefst op krediet, zodat ze hun goederen direct meekregen. 
  • Diners’ Club speelde in op de kooplust en behoefte aan gemak en kwam in 1950 met de creditcard. Die kon worden gebruikt in winkels in de VS en de kaarthouders hoefden de rekening pas na 60 dagen te betalen. 
  • Toen de winkels eenmaal merkten dat klanten meer producten kochten met een creditcard, werd de nieuwe kaart bijna overal geaccepteerd.

Slide 15 - Diapositive

De geldautomaat 1967
  • 1939, prostituees & gokkers
  • Vermijden contact met kassiers 
  • 1967 groot succes
  • Pincode & zes cijfers

Slide 16 - Diapositive

Wie richten de eerste banken op?

Slide 17 - Carte mentale

Hoe werden mensen in het Oude Egypte uitbetaald?

Slide 18 - Carte mentale

Was die manier van uitbetalen gebruikelijk in de oudheid?

Slide 19 - Carte mentale

Waarom werd de creditcard in 1924 bedacht?

Slide 20 - Carte mentale