Toets Hoofdstuk 3
1 / 24
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Het broeikaseffect is gunstig voor het klimaat op de wereld
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quiz
Noem de twee oorzaken van de zeespiegelstijging.
Slide 3 - Question ouverte
Bij fotosynthese ....
A
Nemen planten zuurstof op en geven CO2 af
B
Nemen planten koolstof op en geven zuurstof af
C
Nemen planten C02 op en geven zuurstof af
D
Nemen planten koolstof op en geven CO2 af
Slide 4 - Quiz
Welke menselijke oorzaak zorgt voor het versterkte broeikaseffect?
Slide 5 - Question ouverte
Geef een nadeel van het gebruik van windenergie
Slide 6 - Question ouverte
Sleep de energiebronnen naar de juiste plaats in het diagram.
4%
11%
38%
42%
Aardgas
Steenkool
Aardolie
Duurzame energie
Slide 7 - Question de remorquage
In Nederland wordt zandsuppletie toegepast. Waarom?
A
Om daar waar de bodem in Nederland daalt, de bodem op te hogen.
B
Om dijken langs de rivieren te versterken.
C
Om de stukken land tussen de winterdijken en de rivieren op te hogen.
D
Om stranden en duinen langs de kust te versterken.
Slide 8 - Quiz
Een van de oorzaken van bodemdaling in Nederland is de winning van delfstoffen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Wat is er te zien op de afbeelding? Leg uit wat de functie is.
Slide 10 - Question ouverte
Het gevaar voor verzilting in Nederland is vooral groot als in de zomer weinig water door de rivieren naar zee stroomt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
In Nederland wordt de meeste energie opgewekt door het verbranden van biomassa.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Aardgas, aardolie en steenkool noemen we ook wel:
A
Chemische brandstoffen
B
Kern brandstoffen
C
Fossiele brandstoffen
D
Natuurrijke brandstoffen
Slide 13 - Quiz
Welk broeikasgas wordt het meest uitgestoten bij het verbranden van fossiele brandstoffen?
A
methaan
B
koolstofdioxide
C
waterdamp
D
stikstof
Slide 14 - Quiz
Hoe komt het dat fossiele brandstoffen opraken?
A
Het duurt miljoenen jaren om te maken
B
Het is veel te duur
C
We kunnen ze niet meer vinden
D
Ze zijn veel te ouderwets
Slide 15 - Quiz
Wat is duurzaamheid?
A
Producten vernieuwen voor volgende generaties
B
Producten zoveel mogelijk recyclen voor volgende generaties
C
Milieu zo min mogelijk schaden voor volgende generaties
D
Broeikasgassen zoveel mogelijk terugdringen
Slide 16 - Quiz
Duurzame energiebronnen
Fossiele brandstoffen
Slide 17 - Question de remorquage
Het klimaat verandert. Welke veranderingen in neerslag treden op?
A
Meer neerslag en gelijkmatiger over het jaar
B
Minder sneeuw & regen
C
Meer neerslag en onregelmatiger
D
Aantal stortbuien neemt af
Slide 18 - Quiz
Geef een oorzaak van de piekafvoeren waar de Nederlandse rivieren mee te maken hebben.
Slide 19 - Question ouverte
Meer droogte in de zomer is in Nederland ook een gevolg van klimaatverandering.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quiz
Het project Ruimte voor de Rivier is ontwikkeld na..
A
De waternoodramp van 1953
B
De overstromingen in 1993
C
De bijna overstromingen in 1995
D
Kletsnatte winter van 2019
Slide 21 - Quiz
Sleep de begrippen op de juiste plaats!
Uiterwaard
Zomerdijk
Winterdijk
Vaargeul
Slide 22 - Question de remorquage
Zonder dijken en duinen zou alleen Zuid-Limburg niet overstromen. De rest van Nederland wel.
A
Juist
B
Onjuist
