Inleiding GHZ les 1

 Gehandicaptenzorg
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
GehandicaptenzorgMBOStudiejaar 3,4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

 Gehandicaptenzorg

Slide 1 - Diapositive

Dit ben ik!
Brigitte Baenen
37 jaar
Hardlopen (marathon), snowboarden
Docent bij Vista sinds oktober 2020
Werkzaam bij Radar: Ambulant volwassenen, gezinsbehandeling, woonvormen
Tijdens lessen: Ontspannen, humor, hard werken, luisteren naar elkaar, spreek je uit. 

Slide 2 - Diapositive

Kennismaking
Wie ben je? 
Waar werk je/loop je stage?

Slide 3 - Diapositive

Inleiding
Aantal lessen: 4X4 uur
Examens:  / 

Slide 4 - Diapositive

Inhoud lessen


 Les 1: Introductie in de GHZ
Kennismaking- niveau indeling- stoornis, beperking, handicap-  
diagnostiek,  belangrijkste oorzaken

 Les 2: 
Geschiedenis van de GHZ-  Zorg in relatie tot leeftijdsfasen- dagelijkse omgang- gedragsproblemen
 Specifieke begeleidingsbehoefte- 

Les 3: Voorbereiden bezoek Koraal- specifieke begeleidingsbehoeften, wet- en regelgeving- casus Brandon. 

Les 4:  Bezoek instelling maandag 17 april om 14:00 uur


Hebben jullie zelf nog ideeën of wensen qua inhoud?

Slide 5 - Diapositive

Afspraken
- Afmelden kan via email; 
- Uitnodiging voor MST kun je krijgen  tot 12 uur van te voren;  
- Actieve deelname tijdens les; 
- Camera aan; 
- Verwachtingen naar mij? 

Slide 6 - Diapositive

Programma Les 1


Introductie in de GHZ: 
- Kennismaking
- Verstandelijke beperking
- Niveau indeling
- Lichamelijke beperking
- Stoornis, beperking en handicap
- Diagnostiek  
- Belangrijkste oorzaken


Enkele korte pauzes inlassen gezien de 'lange zit' . 





Slide 7 - Diapositive

Ga naar mentimeter.com.
Beantwoord de vraag: Waar denk je aan bij mensen met een  beperking? 

Slide 8 - Diapositive

Zou je willen werken in de gehandicaptenzorg?
Ja
Nee

Slide 9 - Sondage

Wat is een verstandelijke beperking?

Slide 10 - Carte mentale

Het begrip verstandelijke beperking
= duidelijke beperking in zowel het intellectuele functioneren als het aanpassingsvermogen. Bij een beperking in het aanpassingsvermogen kan iemand niet handelen naar de normen die horen bij zijn leeftijd. Het gaat om normen op het gebied van sociale vaardigheden, verantwoordelijkheden, communicatie, onafhankelijkheid en zelfredzaamheid. De beperking treedt op vóór de leeftijd van 18 jaar

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Indeling in functieniveau 
Licht verstandelijke beperking
: IQ tussen 50/55 en 70. Vaak valt het pas op in de schoolleeftijd. Over het algemeen zijn mensen met een lichte verstandelijke beperking redelijk in staat om zich zelfstandig te redden in de maatschappij. Velen kunnen zich redelijk goed uitdrukken, lezen en met geld omgaan. 

Matig verstandelijke beperking
: IQ tussen 35/40 en 50/55. Vaak blijft de motoriek grof en houterig, taal blijft op een eenvoudig niveau, kunnen eenvoudige problemen oplossen. Zijn aangewezen op een leven in een meer beschermende setting. Ze hebben meestal op alle levensgebieden ondersteuning nodig. 

Ernstig verstandelijke beperking
IQ tussen de 20/25 en 35/40. 
Wanneer ze baby zijn er al grote verschillen in achterstand merkbaar, in de ontwikkeling van de motoriek en manier waarop het kind contact legt. 

Diepe verstandelijke beperking
IQ lager dan 20/25. Ze functioneren op basaal niveau. Er is nauwelijks contact met de omgeving, vaak bedlegerig en in veel gevallen aangewezen op sondevoeding. 

Slide 13 - Diapositive

Fragment bekijken
Zometeen zie je een filmpje van 10 minuten over het werken in de de GHZ. 
Let op de volgende zaken: 

- Hoe wordt er contact gemaakt met de bewoners? 
- Welke rol zou een verzorgende/verpleegkundige kunnen hebben? 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Diapositive

Opdracht
Maak 4 groepen en werk per IQ indeling (LVB, MVG, EVB, DVB)  het volgende uit:
- Hoe is hun bewustzijn ontwikkeld? 
- Hoe is de communicatie?  
- Waar bestaat de zorg/ begeleiding grotendeels uit ?
- Hoe is je grondhouding? 

* wees je bewust dat (ook bij deze doelgroepen) ieder individu verschilt van elkaar.  
timer
30:00

Slide 17 - Diapositive

Lichamelijke beperking
Een lichamelijke beperking is meestal een motorische beperking. De zorgvrager wordt gehinderd in zijn handelingen en/of bewegingen.

Een onderverdeling bij een LB is die naar de oorzaak en niet naar de ernst van de beperking; 
- Beperkingen ten gevolge van hersenletsel, aangeboren of niet aangeboren; 
- Aangeboren beperkingen, zoals spina bifida, niet functionerende of ontbrekende lichaamsdelen; 
- Beperkingen door ziekte of aandoeningen, bv MS; 
- Beperkingen door ongevallen, bv een dwarslaesie. 

Slide 18 - Diapositive

Beperking
 Het zijn de moeilijkheden die iemand heeft ten aanzien van het uitvoeren van activiteiten. 

Op het gebied van:
- Communicatie; 
- Verzorging; 
- Lichaamsbeweging; 
- Vaardigheden;
- Gedrag. 

Slide 19 - Diapositive

Handicap
Een handicap is een participatieprobleem. Het gaat om de nadelige positie van iemand met een beperking in de maatschappij. Mensen voelen zich gehandicapt als ze problemen ervaren bij deelname aan de samenleving.

Participatieproblemen: 
- Scholing; 
- Arbeid; 
- Het sociale leven; 
- Vrijetijdsbesteding. 

Slide 20 - Diapositive

Niet iedereen met een beperking ervaart een handicap. Geef aan welke zorgvragers op basis van het werk dat ze doen waarschijnlijk een handicap ervaren?

--> Lisa is concertpianist en is door klussen in huis 2 vingers kwijtgeraakt
A
ervaart hierbij wel een handicap
B
ervaart hierbij geen handicap

Slide 21 - Quiz

Niet iedereen met een beperking ervaart een handicap. Geef aan welke zorgvragers op basis van het werk dat ze doen waarschijnlijk een handicap ervaren?

--> Anna is sinds haar geboorte doof en werkt sinds 2 jaar als postbezorger.
A
ervaart hierbij wel een handicap
B
ervaart hierbij geen handicap

Slide 22 - Quiz

Niet iedereen met een beperking ervaart een handicap. Geef aan welke zorgvragers op basis van het werk dat ze doen waarschijnlijk een handicap ervaren?

--> Henk is agent en heeft een dwarslaesie na een val met een paard.
A
ervaart hierbij wel een handicap
B
ervaart hierbij geen handicap

Slide 23 - Quiz

Wat is een diagnose?

Slide 24 - Carte mentale

Diagnostiek
Diagnose is het oordeel van de arts over de aard van de ziekte waar de patiënt aan lijdt. 

Ethiologische diagnostiek: 
Dit gaat over de oorzaken van de verstandelijke beperking
Het is een brede aanpak, er wordt gekeken naar fysiologische en organische oorzaken naar de VB. 

Slide 25 - Diapositive

3 factoren als oorzaak
Grofweg 3 factoren als oorzaak: 

- Genetische oorzaken: syndroom van down
- Neurologische factoren: epilepsie
- Psychische factoren: bv verwaarlozing

                                                  Wie kan er nog een benoemen? 

Slide 26 - Diapositive


Bedankt voor de aandacht!!

- Zijn er vragen?
- Feedback over de les

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive