TH1 Frans unité 2

Herhaling TH 1 unité 2
Libre Service Junior

woorden - zinnen - grammatica
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Herhaling TH 1 unité 2
Libre Service Junior

woorden - zinnen - grammatica

Slide 1 - Diapositive

VOCABULAIRE

Slide 2 - Diapositive

Vertaal naar het Nederlands:
mes parents sont divorcés
A
jouw ouders zijn getrouwd
B
mijn ouders zijn gescheiden
C
mijn ouders zijn niet getrouwd
D
mijn ouders zijn getrouwd

Slide 3 - Quiz

Welk woord past het best bij dit plaatje?
A
la chance
B
la maison
C
le voisin
D
demain

Slide 4 - Quiz

rechts
veel
bij mij thuis
alleen
à droite
beaucoup
chez moi
seul

Slide 5 - Question de remorquage

la famille

Slide 6 - Carte mentale

Vertaal naar het Frans:
het paard is mooi
A
l'animal est embêtant
B
la piscine est bizarre
C
le cheval est beau
D
le cheval est amoureux

Slide 7 - Quiz

Vertaal naar het Frans:
jouw nichtje

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal naar het Frans:
mijn wijk

Slide 9 - Question ouverte

PHRASES

Slide 10 - Diapositive

c'est ma copine hollandaise
tu as quel âge?
j'ai treize ans
il aime le surf
hoe oud ben je?
ik ben dertien jaar
dat is mijn Nederlandse vriendin
hij houdt van surfen

Slide 11 - Question de remorquage

De nieuwe buurvrouw heeft een halfbroer

Slide 12 - Question ouverte

haar broer en zijn zus zijn op het platteland

Slide 13 - Question ouverte

ik ben thuis

Slide 14 - Question ouverte

jouw broers en haar zus zijn grappig

Slide 15 - Question ouverte

ik heb zestien honden, zeven katten en negen huizen

Slide 16 - Question ouverte

mijn vakantie is te gek!

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

hebben

dit werkwoord gebruik je elke dag....

donc, les français aussi!

Slide 19 - Diapositive

Vertaal naar het Frans:
ik heb

Slide 20 - Question ouverte

Vertaal naar het Frans:
u heeft

Slide 21 - Question ouverte

vormen van avoir

Slide 22 - Carte mentale

dix-huit

Slide 23 - Question ouverte

quatre

Slide 24 - Question ouverte

schrijf uit: twintig - drie = .... (invullen)

Slide 25 - Question ouverte

schrijf uit: twee + elf = ... (invullen)

Slide 26 - Question ouverte

frère
piscines
mère
mes
ma
ton

Slide 27 - Question de remorquage

Vertaal naar het Nederlands:
sa nouvelle voisine
(er zijn meerdere antwoorden goed)
A
zijn nieuwe buurvrouw
B
mijn nieuwe buurvrouw
C
jouw nieuwe buurvrouw
D
haar nieuwe buurvrouw

Slide 28 - Quiz

La fin

Slide 29 - Diapositive