§5.2 Koloniën worden vrij

Even wakker worden, wat hoort waarbij?
De staat bepaald wat er geproduceerd wordt
De staat moet zorgen voor gelijkheid
Er moet veel economische vrijheid zijn
Iedereen moet evenveel geld hebben
Ondernemers bepalen wat ze produceren
Rijk worden is een belangrijk doel
1 / 28
suivant
Slide 1: Question de remorquage
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Even wakker worden, wat hoort waarbij?
De staat bepaald wat er geproduceerd wordt
De staat moet zorgen voor gelijkheid
Er moet veel economische vrijheid zijn
Iedereen moet evenveel geld hebben
Ondernemers bepalen wat ze produceren
Rijk worden is een belangrijk doel

Slide 1 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
• Je kunt twee oorzaken noemen voor de opkomst van nationalistische bewegingen in de koloniën in Azië en Afrika.

• Je kunt uitleggen waarom dekolonisatie vaak met veel geweld verliep.

• Je kunt drie grote problemen noemen waarmee veel voormalige koloniën te maken kregen.
Planning:
- Uitleg 5.2
- Herhaling 5.1 en 5.2
- Afmaken + nakijken 5.1
- Maken 5.2

Opdrachten 5.1 en 5.2 zijn de volgende les af! 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§5.2 De koloniën worden vrij
De wereld na 1945
Welkom!
2M

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is nationalisme?
Nationalisme.
A
Trots zijn op je familie
B
Trots zijn op je land
C
Oorlog willen voeren
D
Je buurlanden helpen

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

§5.2
Koloniën worden vrij
Nationalisme in de koloniën
In Afrika en Azië waren veel koloniën. 
Na WO2 wilden deze koloniën het land zelf besturen: zij wilden onafhankelijkheid. Dit ontstaat door nationalisme.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Vanaf 13:20
§5.2
Koloniën worden vrij
Nationalisme in de koloniën
Dit nationalisme had twee oorzaken:

  1. Steeds meer inheemse bewoners gingen naar school en maakten kennis met Europese ideeën over nationalisme, gelijkheid en democratie.
  • Zij protesteerden tegen:
    - Gebrek aan democratie en vrijheid.
    - Economische uitbuiting.
    - Ongelijkheid.
Leerdoel:
• Je kunt twee oorzaken noemen voor de opkomst van nationalistische bewegingen in de koloniën in Azië en Afrika.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§5.2
Koloniën worden vrij
Nationalisme in de koloniën
Dit nationalisme had twee oorzaken:

2. Door WO2 nam het zelfvertrouwen van Aziaten en Afrikanen toe, terwijl Europa juist verzwakte:
- Japan nam Europese koloniën in.
- Afrikanen dienden in Europese legers, maar kregen na de oorlog geen inspraak in het bestuur van hun land. Daardoor groeide het verlangen naar onafhankelijkheid.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§5.2
Koloniën worden vrij
Dekolonisatie
Kort na WO2 werden koloniën in Azië onafhankelijk. Dit noem je dekolonisatie

Heel soms ging dit vreedzaam: India 1947, maar meestal ging dit met geweld.
Europese landen wilden hun kolonie niet opgeven:
  • Ze dachten dat hun economie niet zonder inkomsten uit de koloniën kon.
  • Ze dachten dat de koloniën niet zichzelf konden besturen.
  • De dekolonisatie van Nederlands-Indië liep uit op een oorlog.


Leerdoel:
• Je kunt uitleggen waarom dekolonisatie vaak met veel geweld verliep.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§5.2
Koloniën worden vrij
Dekolonisatie
In Nederlands-Indië riepen nationalisten in 1945 al de onafhankelijkheid uit, maar Nederland accepteerde dat niet. 

Een bloedige oorlog volgde waarbij Nederlandse militairen in 1947 en 1948 weer een groot deel terug veroverde. 
De regering noemde deze militaire acties: Politionele acties. 


Leerdoel:
• Je kunt uitleggen waarom dekolonisatie vaak met veel geweld verliep.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§5.2
Koloniën worden vrij
Dekolonisatie
Vanaf 1950:
Dekolonisatie van Afrika. Dit ging een stuk vreedzamer.

1960: Het jaar van Afrika
17 koloniën worden dat jaar vrij

Algerije en Kenia: bloedige oorlog met Frankrijk en Engeland

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§5.2
Koloniën worden vrij
Dekolonisatie
Vanaf 1800:
De kolonisatie van Zuid-Amerika. Althans, de gebieden van Spanje en Portugal.

Suriname werd pas in 1975 onafhankelijk.
De Nederlandse Antillen horen nog steeds bij Nederland:
  • Aruba, Sint-Maarten, Curacao zijn zelfstandige landen in het Koninkrijk der Nederlanden.
  • Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn bijzondere gemeenten van Nederland. (de BES-eilanden)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de kaart naar de juiste periode
Dekolonisatie
Vooral tussen 1945 en 1951
Dekolonisatie
Vooral tussen 1960 en 1965
Dekolonisatie
In de 19e eeuw

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

§5.2
Koloniën worden vrij
Gevolgen van kolonialisme
Na de dekolonisatie kwamen veel voormalige koloniën in de problemen: 
1. Op economisch gebied bleven ze vaak afhankelijk van Europa.
- hun economie was gericht op het maken van producten voor Europa.
- ze hadden geen kennis om hun economie te moderniseren.
- er was weinig geld voor onderwijs, daardoor de situatie maar langzaam verandert.


Leerdoel:
Je kunt drie grote problemen noemen waarmee veel voormalige koloniën te maken kregen.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§5.2
Koloniën worden vrij
Gevolgen van kolonialisme
Na de dekolonisatie kwamen veel voormalige koloniën in de problemen:
1. Op economisch gebied bleven ze vaak afhankelijk van Europa.
2. Er ontstonden conflicten tussen volken die er woonden
- zij vochten om de macht of voor een eigen land.
- volgen vertrouwden elkaar niet omdat de Europese overheersers ze tegen elkaar hadden uitgespeeld. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§5.2
Koloniën worden vrij
Gevolgen van kolonialisme
Na de dekolonisatie kwamen veel voormalige koloniën in de problemen:

1. Op economisch gebied bleven ze vaak afhankelijk van Europa.
2. Er ontstonden conflicten tussen volken die er woonden.
3. In veel landen kwam geen democratisch bestuur: 1 groep of het leger greep de macht.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke landen waren na de WO2 het meest machtig?
A
Duitsland en VS
B
Engeland en Frankrijk
C
Sovjet-Unie en VS
D
Duitsland en Engeland

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Europa werd verdeeld in Oost en West. Het bondgenootschap van ''het westen'' was:
A
Warschaupact
B
NAVO
C
Geallieerden
D
EU

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Europa werd verdeeld in Oost en West. Het bondgenootschap van ''het oosten'' was:
A
Warschaupact
B
NAVO
C
Geallieerden
D
EU

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe werd de zwaar bewaakte grens tussen Oost- en West-Europa genoemd tijdens de Koude Oorlog?
A
De Berlijnse muur
B
Het stenen gordijn
C
De Berlijnse grens
D
Het ijzeren gordijn

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Duitsland werd in tweeën verdeeld en Berlijn ook (Berlijnse muur).
West-Duitsland was de.... en Oost-Duitsland de....
A
DDR-BRD
B
WD-OD
C
BRD - DDR
D
WG-EG

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het westen was kapitalistisch, dat betekende.. Twee antwoorden zijn goed.
A
Een planeconomie
B
Een Dictatuur
C
Een vrije economie
D
Een democratisch bestuur

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De VS en de SU wilden allebei de beste wapens hebben. Dit noem je de..
A
Wapenbeheersing
B
Wapenmacht
C
Militaire macht
D
Wapenwedloop

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Door nationalisme wilden landen onafhankelijk worden. Noem 2 oorzaken hiervan.
A
De eerste wereldoorlog
B
De tweede wereldoorlog
C
Opkomst van de tv
D
Onderwijs voor jongeren

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het onafhankelijk worden van kolonies noem je:
A
Onkolonisatie
B
Dekolonisatie
C
Miskolonisatie
D
Herkolonisatie

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De onafhankelijkheid van Nederlands-Indië ging op een vreedzame manier.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Veel nieuwe landen kregen problemen na de dekolonisatie. Waardoor? Meerdere antwoorden goed.
A
Ze bleven op economisch gebied afhankelijk.
B
Er ontstonden conflicten tussen volken.
C
Landen wilden toch hun koloniën terug.
D
Er kwam geen democratisch bestuur

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?
Afmaken + nakijken 5.1 
Opdr. 1 t/m 3 + 5 t/m 16
Begin maken 5.2
Opdr. 2 t/m 12

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions