Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Een schrijver schrijft een tekst met een reden.
Deze reden noem je het tekstdoel.
Slide 4 - Diapositive
Wat zijn de vijf tekstdoelen?
Slide 5 - Carte mentale
Geef een voorbeeld van een informatieve tekst.
Slide 6 - Carte mentale
Wat is “Activeren”
A
Je wordt geïnformeerd over iets
B
Je wordt als lezer overgehaald iets te doen
C
Je moet iets zeggen
D
Jou wordt een instructie gegeven
Slide 7 - Quiz
Geef een voorbeeld van een activerende tekst.
Slide 8 - Carte mentale
Geef een voorbeeld van een overtuigende tekst
Slide 9 - Carte mentale
Geef een voorbeeld van een amuserende tekst
Slide 10 - Carte mentale
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Wat is geen tekstdoel?
A
Amuseren
B
Informeren
C
Aandacht trekken
D
Uitleg geven
Slide 13 - Quiz
Tekstdoelen
Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 14 - Quiz
Tekstdoel ?
A
Amuserende tekst
B
instruerende tekst
C
Overtuigende tekst
D
Informerende tekst
Slide 15 - Quiz
Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
amuseren
Slide 16 - Quiz
Tekstdoel?
A
informeren
B
Instrueren
C
overtuigen
D
amuseren
Slide 17 - Quiz
Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren
D
Instrueren
Slide 18 - Quiz
Tekstdoel?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 19 - Quiz
Activerend of niet?
A
Activerend
B
Niet-activerend
Slide 20 - Quiz
Wat is het doel van deze activerende tekst?
A
Kom om 12 uur naar het feest
B
Help mee de party te organiseren
C
Verspreid dit bericht
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Diapositive
Wat is het doel van deze tekst?
A
overtuigen
B
overhalen
C
iets leren
D
informeren
Slide 23 - Quiz
Lees de tekst. Wat is het doel?
Slide 24 - Diapositive
Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
instrueren
C
activeren
D
overtuigen
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Diapositive
Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
instrueren
C
activeren
D
overtuigen
Slide 27 - Quiz
Lees de tekst. Wat is het tekstdoel?
Blinden in het verkeer
Ik rijd al tien jaar op de fiets, maar wist niet dat een blinde die wil oversteken, altijd voorrang heeft als hij zijn stok uitsteekt. Ik vind daarom dat hier in verkeerslessen extra aandacht aan besteed moet worden. Slechtzienden of blinden kunnen als voetganger gemakkelijk aangereden worden, als mensen deze regel niet kennen. Of je nu op een fiets rijdt of in een auto, je moet weten hoe je moet handelen als iemand met een blindenstok op de stoep staat te wachten.
Slide 28 - Diapositive
Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
instrueren
C
activeren
D
overtuigen
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Diapositive
Welk tekstdoel hoort bij deze tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
overhalen
D
uitleg geven
Slide 31 - Quiz
Maak opdracht 1 t/m 6
Heb je een vraag? Steek je vinger op.
Werk samen met degene naast je, hou het wel rustig.
timer
12:00
Slide 32 - Diapositive
Tijdens de lockdown heb ik dit het meest gemist:
Slide 33 - Question ouverte
Wat vond je het minst leuk aan de lockdown?
Slide 34 - Question ouverte
Positieve dingen die ik uit de lockdown heb geleerd