421 - Les 5 - Schrijven (beschouwing)

BESCHOUWING 
SCHRIJVEN
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

BESCHOUWING 
SCHRIJVEN

Slide 1 - Diapositive

Wat zou het woord beschouwen kunnen betekenen in begrippen als levensbeschouwing, kunstbeschouwing, nabeschouwing?

Slide 2 - Diapositive

Beschouwing
Een beschouwing is een tekst die de lezer aan het denken wil zetten over een bepaalde kwestie. Het onderwerp van een beschouwing is een probleem of kwestie. In een beschouwing wordt het onderwerp van verschillende kanten belicht. In een beschouwing laat je het oordeel aan de lezer over. De hoofdgedachte van een beschouwing is meestal een opsomming van oplossingen, voor- en nadelen of verklaringen.

Slide 3 - Diapositive

Beschouwing
Een tekst waarin je verschillende aspecten van één onderwerp belicht, noem je een beschouwing. 

Het doel van zo'n tekst is: de lezer eerlijk afgewogen informatie geven, zodat deze zichzelf een mening kan vormen = opiniëren.

Slide 4 - Diapositive

Ieder kind moet verplicht worden om gevaccineerd te worden tegen elke ziekte.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Beschouwing
tekstdoel:   lezer aan het denken zetten / eigen mening  laten                              vormen  (opiniëren)
inhoud:        feiten en verschillende meningen                                
                        meerdere gezichtspunten/ voor- en nadelen 

kenmerk:    neutraal    
                        (geen duidelijke mening van de schrijver)

Slide 7 - Diapositive

Kenmerken beschouwing
  • Biedt verschillende visies ter overweging aan.
  • Laat de lezer nadenken.
  • Centrale vraag waar meerdere antwoorden op gegeven worden.
  • Genuanceerd.
  • Stijl  is zakelijk.

Slide 8 - Diapositive

Doel & opbouw
- Kennis maken met verschillende standpunten
- Altijd objectief
- Zowel voor- als nadelen worden besproken

- Altijd inleiding, kern, slot

Slide 9 - Diapositive

Titel
- Zelf verzinnen
- Informerend en aansluitend
- Maak nieuwsgierig
- Mag een vraag zijn

Slide 10 - Diapositive

Inleiding
Functies: enthousiasmeren voor actueel thema, door een vraag te stellen of beschrijven van een anekdote
- inleiding over vraagstelling
- alleen objectieve informatie
- inleiding afsluiten met structuuraanduider

Wat is een structuuraanduider??

Slide 11 - Diapositive

Inleiding
Voorbeeld bij probleem-oplossingsstructuur:

'Deze vraagstelling is uitgewerkt middels twee voordelen en twee nadelen.'

Slide 12 - Diapositive

Inleiding = 2 alinea's
Alinea 1: 
anekdote, persoonlijk verhaal, vraag of actueel probleem bij je onderwerp

Alinea 2:
introduceer je het onderwerp, noem je vraag en structuuraanduider

Slide 13 - Diapositive

Kern probleem/vraag-oplossing
Alinea 3: oplossing 1 voordeel 1
Alinea 4: oplossing 2 voordeel 2
Alinea 5: oplossing 3 nadeel 1
Alinea 6: oplossing 4 nadeel 2

- 1 deelonderwerp per alinea
- gebruik signaalwoorden!!

Slide 14 - Diapositive

Slot = samenvatting
- Doel om de lezer aan het denken te zetten
- Geen conclusie, lezer moet zelf oordelen
- Geen nieuwe informatie
- Blijf objectief
- Gebruik signaalwoorden

Slide 15 - Diapositive

KIJK EVEN MEE!

Slide 16 - Diapositive

Opdracht
- Superbeschouwing schrijven
- Tweetallen
- Samen sparren over onderwerp
- Volg het stappenplan
- Inleveren voor het einde van de les

Slide 17 - Diapositive