P1_9_HGE hfd 3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Verhaalanalyse (5)

Aan het einde van de les:

• Kun je 'Het gouden ei' H1+H2 samenvatten
• Weet je het verschil tussen fabel en sujet
• Weet je wat je moet leren voor de toets spelling

Planning

• Oefenen werkwoordspelling
• Herhaling theorie verhaalanalyse tijd
• Wat moet je leren voor de toets spelling?
• 'Het gouden ei' 
• Huiswerk voor de volgende les

Oefenen werkwoordspelling

1. Hij was zeer ... (vereren) door die opdracht! 
   
   
2. Ik ben ervan overtuigd dat je hem meteen ... (herkennen) had.
   
   
3. Wendy ... (watertanden) toen ze die lekkere taart zag.

Oefenen werkwoordspelling

1. Hij was zeer vereerd door die opdracht! 
   
   
2. Ik ben ervan overtuigd dat je hem meteen herkend had.
   
   
3. Wendy watertandde toen ze die lekkere taart zag.

Check huiswerk

• H7 Spelling:
  §8: opdr. 1 - 5
  

Wat is het verschil tussen een flashback en een terugwijzing?

Wat bedoelen we met sujet?

1. De volgorde zoals het chronologisch zou zijn.
2. De volgorde van gebeurtenissen zoals in het verhaal.

Sujet

Fabel

• Het sujet = hoe de schrijver het verhaal opschreef
• De fabel = het echte chronologische verhaal.

'en toen.. en toen.. en toen..' 

Ezelsbruggetje: de 'S' van sujet staat voor 'schrijver'

• Geen flashbacks of flashforwards? -> fabel = sujet

Wat moet je leren voor de toets?

2 oktober toets spelling (weging 1, niet herkansbaar, 45 min)

• §1 - §3 werkwoordspelling
• §4 hoofdletters/kleine letters
• §5 meervoudsvorming
• §6 verkleinwoorden
• §7 samenstellingen

• §8 aan elkaar/los
• §9 liggend streepje
• §10 trema/apostrof/ accenttekens
• §12 sommige(n)

Het Gouden Ei - Tim Krabbé

'Het gouden ei' tot nu toe

H1: Rex en Saskia zijn onderweg 

• Rex plaagt Saskia
• verdwijning bij benzinestation
  
  

H2: Rex en Lieneke zijn op vakantie

• Rex denkt vaak terug aan Saskia
• Rex wil drie ‘draken’ verslaan
• Rex is egoïstisch: ‘En dan mag ik kiezen: ze blijft zo doorleven, óf ik zal alles te weten komen, in ruil voor haar dood. Dan laat ik haar dood gaan.’

Huiswerk voor de volgende les

• Nieuw Nederlands online H7:
  §9 opdr. 2 - 6
  §10 opdr 1 - 4