Feodaliteit

1. Verklaar waarom het leenstelsel in het leven werd geroepen.
1 / 12
suivant
Slide 1: Question ouverte
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

1. Verklaar waarom het leenstelsel in het leven werd geroepen.

Slide 1 - Question ouverte

Karel de Grote had een groot rijk dat hij moest besturen. Dit kon hij niet in zijn eentje. Daarom nam hij het leenstelsel aan en kon zo baas blijven over zijn gebied.

Slide 2 - Diapositive

2. Wat kon een feodum zijn?

Slide 3 - Question ouverte

Ambt
Belasting innen
Grondgebied

Slide 4 - Diapositive

3. Wie waren de betrokken partijen in een leencontract en waaruit bestonden hun rechten en plichten?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

4. Verklaar het verschil tussen achtervazallen en kroonvazallen.

Slide 7 - Question ouverte

Achtervazal = een achtervazal leent feodum van een vazal/leenman.
Kroonvazal = staat net onder de hoogste leenheer(koning/keizer), de graaf,hertog,markies,abt,bisschop.

Slide 8 - Diapositive

5. Hoe gebruikte Karel de Grote het leenstelsel om zijn rijk te besturen?

Slide 9 - Question ouverte

Hij stelde kroonvazallen aan die de grond voor hem bestuurden en regeerden. Hijzelf kon zich dan met andere bezigheden bezig houden. Hij reisde van palts naar palts, voerde capitularia in en stuurde zendgraven zijn rijk door om alles te controleren en nieuwe capitularia te laten afkondigen.

Slide 10 - Diapositive

6. Wat deed het leenstelsel uiteindelijk het rijk verbrokkelen?

Slide 11 - Question ouverte

De leenmannen behandelden het als hun eigen bezit. Ze gaven het door aan hun oudste zoon(of dochter wanneer er geen zoon was). De leenheer wist op den duur ook niet meer wie nou zijn leenman was. De lokale heren namen het bestuur in eigen handen.

Slide 12 - Diapositive