Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Economie
Bedrijfseconomie
Je zit in de 3e klas, je moet je vakkenpakket bepalen voor de bovenbouw. Wellicht denk je ook aan onze vakken; hier wat meer informatie zodat je goed weet wat je te wachten staat in de bovenbouw.
ECO
beslissingen van alle consumenten, bedrijven en de overheid
uit individuele beslissingen algemene principes afleiden: van specifiek naar algemeen
BECO
beslissingen binnen één organisatie
algemene principes toepassen op één onderneming: van algemeen naar specifiek
Slide 2 - Diapositive
Economie
Bedrijfseconomie
ECO
beslissingen van alle consumenten, bedrijven en de overheid
uit individuele beslissingen algemene principes afleiden: van specifiek naar algemeen
BECO
beslissingen binnen één organisatie
algemene principes toepassen op één onderneming: van algemeen naar specifiek
algemene ontwikkeling
wiskunde is noodzakelijk
beslissingen van alle consumenten, bedrijven en de overheid
uit individuele beslissingen algemene principes afleiden: van specifiek naar algemee
voorbereiden op je professionele leven
rekenen (affiniteit met getallen is nodig)
beslissingen binnen één organisatie
algemene principes toepassen op 1 onderneming: van algemeen naar specifiek
Slide 3 - Diapositive
Economie
Bedrijfseconomie
Je docent heeft in magister de vakadviezen ingevoerd. Bij twijfel kun je het beste even met haar in gesprek gaan. Laat ook vooral merken dat je het vak wilt kiezen, stel vragen, doe goed mee.
ECO
leert je de kennis en vaardigheden die nodig hebt met een economische bril naar de maatschappij te kijken.
BECO
leert je de kennis en vaardigheden die nodig zijn om problemen binnen organisaties op te lossen.
Slide 4 - Diapositive
Heb je interesse om Economie of Bedrijfseconomie te kiezen?
A
Ja, Economie
B
Ja, Bedrijfseconomie
C
Ja, Beiden
D
Nee, geen van beiden
Slide 5 - Quiz
Economie
Economie
leert je de kennis en vaardigheden die nodig hebt met een economische bril naar de maatschappij te kijken.
Vraagstukken
kunnen liggen op het gebied van:
overheidsfinanciën: belasting & subsidie
vraag en aanbod op de markt
(internationale) handel
Activiteiten
mogelijke activiteiten bij Economie
naspelen van een economisch principe in een klaslokaal experiment
documentaires kijken en analyseren
het nieuws van de dag bij de les en bij opdrachten betrekken
Slide 6 - Diapositive
Bedrijfseconomie
bij ELK profiel! Iedereen heeft later met de economie te maken.
zeker voor leerlingen die een brede maatschappelijke interesse hebben, en zich bij verschillende nieuwsartikelen afvragen hoe dit nu kan!
Bij welk profiel past Economie?
Economie
Slide 7 - Diapositive
Economie
Slide 8 - Diapositive
Economie
Slide 9 - Diapositive
Economie
IJVER: je leert door vraagstukken op te lossen, elke les weer!
INFORMATIEVAARDIGHEID: je moet in staat zijn om de juiste informatie uit bronnen te selecteren. -> dus goed lezen!
REKENVAARDIGHEID: veel vraagstukken draaien om cijfers en procenten.
BREDE INTERESSE: om alle verschillende contexten te kunnen begrijpen en analyseren. Van de chocolade- markt tot werkloosheid.
Welke eigenschappen zijn nodig voor ECO?
Slide 10 - Diapositive
Bedrijfseconomie
Minister President
Werken in de politiek
Journalist
Medewerker van de overheid of een internationale organisatie
Dit artikel laat zien wat er met de luchtvaart gebeurde in 2020.
Bekijk het filmpje en scan door het artikel voor het beantwoorden van de vragen.
Slide 12 - Diapositive
Waarom zou de overheid er voor kiezen om bedrijven als KLM en Schiphol te helpen in deze moeilijke economische tijd voor de luchtvaartsector?
Slide 13 - Question ouverte
Noem 2 andere onderdelen van de Nederlandse Economie die beïnvloed worden door minder passagiersvluchten in de luchtvaartsector.
Slide 14 - Question ouverte
Bedrijfseconomie
Bedrijfseconomie
leert je de kennis en vaardigheden die nodig zijn om problemen binnen organisaties op te
lossen.
Vraagstukken
kunnen liggen op het gebied van:
marketing
personeel
financiën -> veel problemen!
Activiteiten
mogelijke activiteiten bij Bedrijfseconomie
schrijven of presenteren van een ondernemingsplan
spelen van een managementgame
spelen van een beurspel
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Bedrijfseconomie
Voor de managers van de toekomst!
die maken plannen om het doel te bereiken
die zorgen voor voldoende mensen en middelen (organiseren)
die verdelen de taken
controleren of de taken goed worden uitgevoerd
Slide 21 - Diapositive
Bedrijfseconomie
IJVER: je leert door vraagstukken op te lossen, elke les weer!
DOORZETTINGSVERMOGEN: het is niet altijd makkelijk, maar blijf zoeken naar een oplossing
REKENVAARDIGHEID: veel vraagstukken draaien om geld, er wordt dus veel gerekend!
INFORMATIEVAARDIGHEID: je moet in staat zijn om de juiste informatie uit bronnen te selecteren. -> dus goed lezen!
Welke eigenschappen zijn nodig voor BE?
Slide 22 - Diapositive
Bedrijfseconomie
bij ELK profiel! Iedereen werkt (later) in een organisatie.
zeker voor leerlingen die misschien later een eigen bedrijf willen starten is het heel erg handig.
Bij welk profiel past Bedrijfseconomie?
Bedrijfseconomie
Slide 23 - Diapositive
Bedrijfseconomie
Organisator van evenement
Manager van een bedrijf
Marketingmedewerker
Personeelsadviseur
Financieel medewerker
Beroepen die horen bij bedrijfseconomie
Bedrijfseconomie
Slide 24 - Diapositive
Bedrijfseconomie
Voorbeeldopdracht Bedrijfseconomie
Je wil wat geld verdienen met een voedselkraampje in Duckstad. Eerst maak je een plan!
Hiervoor moet je vraagstukken op
verschillende gebieden beantwoorden:
Marketing, Personeel, Financiën.
Bedrijfseconomie
Slide 25 - Diapositive
Opdracht deel 1: Marketing Eerst moet je bepalen welk product je gaat verkopen en op welke plaats! Je kunt kiezen uit 3 producten: hotdogs, ijsjes of frisdrank.
A
Hotdogs
B
IJsjes
C
Frisdrank
Slide 26 - Quiz
Opdracht deel 1: Marketing Eerst moet je bepalen welk product je gaat verkopen en op welke plaats!
Er zijn drie plaatsen waar je een kraam kunt huren: het strand, de ijsbaan of het park.
A
Het strand
B
Park
C
IJsbaan
Slide 27 - Quiz
Opdracht deel 2: Personeelsbeleid Vervolgens heb je personeel nodig. Er zijn drie sollicitanten.
A
B
C
Slide 28 - Quiz
Opdracht deel 3: Financiering De huur van de kraam en de inkopen van de producten moet vooraf worden betaald. Dat bedrag moet je lenen. Hoeveel is dat? Je kunt geld lenen bij 3 geldschieters.
A
B
C
Slide 29 - Quiz
Bedrijfseconomie
De beste combinatie in deze situatie voor zoveel mogelijk winst was:
Maar er zijn ook zeker redenen om andere keuzes te maken!
Bedrijfseconomie
Product
Frisdrank
Plaats
Park
Personeel
Katrien
Geldschieter
Oma Duck
Slide 30 - Diapositive
Bedrijfseconomie
Wat had je verdiend in deze combinatie?
Bedrijfseconomie
Omzet (frisdrank)
Afzet x verkoopprijs
= 600 x €3,00
€1800
Inkoopwaarde
Afzet x inkoopprijs
= 600 x €0,40
€240
Brutowinst
= Omzet - inkoopwaarde
€1560
Huur kraam
Park (voor de hele dag)
€150
Kosten personeel
Katrien (voor 600 stuks)
€200
Rente Geldschieter
Oma Duck
8% van ink. en kraam
= 0,08 x (€240 + €150)
€31,20
Nettowinst
= Brutowinst - alle kosten
€1178,80
Slide 31 - Diapositive
Economie
Bedrijfseconomie
Hopelijk heeft deze lessonup je geholpen bij het maken van je keuze straks! Voor vragen kun je altijd terecht bij je docent Economie.