Klas 2 - week 6

FAIRE DU SPORT
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

FAIRE DU SPORT

Slide 1 - Diapositive

FAIRE DU SPORT
Aujourd'hui:
- les objectifs
- vocabulaire Deel 1
- Il est quelle heure? --> kwartieren
- vocabulaire Deel 2
- les devoirs = het huiswerk
- les objectifs


Slide 2 - Diapositive

FAIRE DU SPORT
Aujourd'hui:
- les objectifs
- vocabulaire Deel 1
- Il est quelle heure? --> kwartieren
- vocabulaire Deel 2
- les devoirs = het huiswerk
- les objectifs


Slide 3 - Diapositive

Vocabulaire | Deel 1

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

regarder l' heure
Il est quelle heure? 


Il est 2 heures. 
Il est 15 heures. 
Il est 9 heures et demie. 
Je begint altijd met IL EST als je gaat zeggen hoe laat het is.  
Heures eindigt op een -S omdat het meervoud is. 
Alleen bij 1 uur eindigt heure niet op een -s, het gaat dan om een enkel uur --> enkelvoud.

1 uur = 1 heure
2 uur --> 2 uren = 2 heures
3 uur --> 3 uren = 3 heures 
etc. 
Demie eindigt bijna altijd op een -E

Er zijn 2 uitzonderingen:

0:30 uur  = minuit et demi
12:30 uur = midi et demi
hele & halve uren
HERHALING

Slide 6 - Diapositive

regarder l' heure
Il est quelle heure? 


Il est 9 heures et quart
Il est 7 heures moins le quart.
kwart over & kwart voor
Kwartier over = et quart

Het is kwart over 5 --> In het Frans zeg je het is 5 uur en kwartier.

5:15 uur = il est 5 heures et quart
Kwartier voor = moins le quart

Het is kwart voor 7 --> In het Frans zeg je het is 7 uur MIN HET KWARTIER.

6:45 uur = il est 7 heures moins le quart
Zeg de tijd in het Nederlands, dan weet je met welk getal je in het Frans moet beginen.

6:45 --> kwart voor 7 --> Il est 7 heures moins le quart
TIP --> 
Het is bijna 7 uur...

Slide 7 - Diapositive

regarder l' heure
Il est
Il est
Il est
Il est
trois heures et quart.
quatre heures moins le quart.
cinq heures moins le quart.
quatre heures et quart.

Slide 8 - Question de remorquage

regarder l' heure
Il est ... heures et demie
Il est ... heures et quart
Il est ... heures moins le quart
Il est ... heures
HELE UUR
HALVE UUR
KWART VOOR 
KWART OVER

Slide 9 - Diapositive

regarder l' heure
Let op:
  • Il est 1 heure. --> heure ZONDER s
  • 12:00 's middags = Il est midi.
  • 12:00 's nachts = Il est minuit.  
  • midi & minuit ZONDER heures erachter.
  • Begin altijd met Il est!

Slide 10 - Diapositive

regarder l' heure
  • Zie Classroom
  • 10 minuten aan werken
  • afmaken --> huiswerk
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

FAIRE DU SPORT
Aujourd'hui:
- les objectifs
- vocabulaire Deel 1
- Il est quelle heure? --> kwartieren
- vocabulaire Deel 2
- les devoirs = het huiswerk
- les objectifs


Slide 12 - Diapositive

FAIRE DU SPORT
LIDWOORDEN BELANGRIJK!!

Slide 13 - Diapositive

LE
LA
foot
tennis
cheval
natation
hockey
basket
rugby
skate
ski
course à pied

Slide 14 - Question de remorquage

timer
5:00
10 minutes --> VOCA deel 2

Slide 15 - Diapositive

FAIRE DU SPORT
Aujourd'hui:
- les objectifs
- vocabulaire Deel 1
- Il est quelle heure? --> kwartieren
- vocabulaire Deel 2
- les devoirs = het huiswerk
- les objectifs


Slide 16 - Diapositive

FAIRE DU SPORT
volgende week --> 4 zinnen!!!

Slide 17 - Diapositive

FAIRE DU SPORT
Les devoirs | 13 janvier 








maken 
leren
- exercice 2 klokkijken 
--> opdracht op classroom

- ex 20  | p. 108-109 
--> luisteropdracht ( zie classroom)
--> foto opdracht inleveren 


- Vocabulaire Deel 1 F-NL/ NL-F
- Vocabulaire Deel 2 F-NL/ NL-F
- 4 zinnen --> Comment dire? F-NL/ NL-F

Slide 18 - Diapositive

FAIRE DU SPORT
Aujourd'hui:
- les objectifs
- vocabulaire Deel 1
- Il est quelle heure? --> kwartieren
- vocabulaire Deel 2
- les devoirs = het huiswerk
- les objectifs


Slide 19 - Diapositive

FAIRE DU SPORT
Les objectifs:

- Ik ken de woorden van Vocabulaire Deel 1
- Ik begrijp kwart over & kwart voor in het Frans
- Ik herken de (lid)woorden van Vocabulaire Deel 2


Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

FAIRE DU SPORT
Aujourd'hui:
- les objectifs
- vocabulaire Deel 1
- Il est quelle heure? --> kwartieren
- vocabulaire Deel 2
- les devoirs = het huiswerk
- les objectifs


Slide 22 - Diapositive