Mening geven

Mening geven
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 200 min

Éléments de cette leçon

Mening geven

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Lezen
Herhaling
Een mening geven, hoe doe je dat?
Opdrachten
Water bij de melk
Schrijfopdrachten
Diglin en/of Lowan en/of DISK

Slide 2 - Diapositive

LEZEN
timer
30:00

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Peter is het ..... (lang) van ons allemaal.

Slide 5 - Question ouverte

Lara is het ..... (klein) van die drie meiden.

Slide 6 - Question ouverte

Rachid is ....(oud) dan Mohammed.

Slide 7 - Question ouverte

Yonas is ........... (slim) dan Ibrahim.

Slide 8 - Question ouverte

Wat is een mening?

Slide 9 - Carte mentale

Mening
Je zegt wat je vindt of wat je denkt.
Wat vind je van onze koning?
Ik vind hem wel leuk, maar we hebben geen koning nodig.

Slide 10 - Diapositive

Waarom?
Je kan vragen waarom iemand een bepaalde mening heeft.
Waarom vind jij dat het koningshuis weg moet?
Omdat het veel geld kost. (reden)

Slide 11 - Diapositive

Mag je in Nederland altijd je mening geven?

Slide 12 - Carte mentale

Mag je in jouw land altijd je mening geven?
Zo nee, waarom niet?

Slide 13 - Carte mentale

Wat vind jij van roken?

Slide 14 - Carte mentale

Waarom vind je dat?

Slide 15 - Carte mentale

Wat vind jij van Nederland?

Slide 16 - Carte mentale

Waarom vind jij dat?

Slide 17 - Carte mentale

Omdat
Omdat gebruik je om een reden aan te geven.
Voor omdat altijd een komma (,).
Ik ga naar school, omdat ik Nederlands wil leren.
Ik heb een trui aan, omdat ik het koud heb.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Oefeningen maken met je mening geven.

Slide 20 - Diapositive

Water bij de melk, blz 29
prachtig= heel mooi
woedend = heel boos
schande = ሕፍረት, عار, éra

Slide 21 - Diapositive

Wat vind je van Nederland?

Slide 22 - Carte mentale

Wat doe je in Nederland?

Slide 23 - Carte mentale

Waar ben je trots op?

Slide 24 - Carte mentale

schrijfopdrachten

Schrijf in het Nederlands een brief aan je oma, opa, tante, oom, vader of moeder. 
  • Schrijf wat je in Nederland doet.
  • Schrijf wat je van Nederland vind.
  • Schrijf wie je vrienden zijn. 
Klaar? Diglin/Lowan of Disk

Slide 25 - Diapositive