Gerund 2MK1

Gerund
 At the end of the lesson you can apply the rules of the Gerund! 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Gerund
 At the end of the lesson you can apply the rules of the Gerund! 

Slide 1 - Diapositive

TODAY
  • Grammar:
  • Gerund + any/some
  • Words

Slide 2 - Diapositive

Gerund
Je gebruikt de '-ing vorm' als een soort zelfstandig naamwoord:

 1. Als het onderwerp van de zin.
Example: Biking in the mall is forbidden. 

2. Na voorzetsels. (kastwoorden)
Example: She's fond of cycling.

3. Na werkwoorden die zeggen hoe je iets vindt. (like, love, hate, enjoy, etc.)
Example: I love going to the movies. 

Slide 3 - Diapositive


Thanks for inviting me to the party!
A
Onderwerp
B
Werkwoorden (die zeggen hoe je iets vindt)
C
Voorzetsels

Slide 4 - Quiz


Smoking is forbidden in this school.
A
Onderwerp
B
Werkwoorden (die zeggen hoe je iets vindt)
C
Voorzetsels

Slide 5 - Quiz


I enjoy spending time with you.
A
Onderwerp
B
Werkwoorden (die zeggen hoe je iets vindt)
C
Voorzetsels

Slide 6 - Quiz

Uitzondering
Na onderstaande werkwoorden kan je ook het hele werkwoord met 'to' gebruiken.
  1. Start
  2. Begin
  3. Continue 
  4. Like
  5. Love
  6. Hate
  7. Prefer

Bijvoorbeeld: I hate getting up early / I hate to get up early. (de betekenis is hetzelfde)

Slide 7 - Diapositive


....(write) in English is easy.

Slide 8 - Question ouverte


I love ... (go) out to restaurants.

Slide 9 - Question ouverte

That make-up product isn't worth ... (buy)

Slide 10 - Question ouverte

I'm looking forward to ... (receive) your letter.

Slide 11 - Question ouverte


My mother considers ... (leave) Rob.

Slide 12 - Question ouverte


They suddenly stopped ... (run).

Slide 13 - Question ouverte

Make your own sentence with a Gerund!

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

some/any = wat, iets, enkele
Je gebruikt 'some':
1. in bevestigende zinnen
2. als je iemand iets aanbiedt of vraagt (en verwacht dat het antwoord ja is)

Je gebruikt 'any':
in ontkennende zinnen en in alle andere vragen


Slide 16 - Diapositive

Heb je de aantekening opgeschreven?

Maak dan de volgende oefenzinnen

Slide 17 - Diapositive

I think I made .... mistakes on the test
A
some
B
any

Slide 18 - Quiz

My friend didn't make .... mistakes on the test
A
some
B
any

Slide 19 - Quiz

I'm sorry. I don't have .... money
A
some
B
any

Slide 20 - Quiz

I have .... books over here.
A
some
B
any

Slide 21 - Quiz

Unit 6 Law and order
Workbook p. 99 t/m 104
Exercise 5 t/m 8

Slide 22 - Diapositive

Ging het goed? Of vond je het juist lastig? Vertel dat hier:

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive