Nederlands les 8 - periode 2

WELKOM


* Telefoon in de telefoontas
* Laptop dicht op tafel
s.v.p.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

WELKOM


* Telefoon in de telefoontas
* Laptop dicht op tafel
s.v.p.

Slide 1 - Diapositive

Nederlands les 8 - 2F en 3F

Docent Anjali Sneep-Deuzeman

Slide 2 - Diapositive

Agenda:

1. Gesprekken voeren

2. Hand-out

3. Afsluiten en voorbereiden examen
 




Slide 3 - Diapositive

Doelen:

Aan het einde van deze les:

- heb je geoefend met het onderdeel  argumenteren en kun je een eenvoudige argumentenstructuur opzetten.

- Heb je één examenopdracht met haar kenmerken uitgeschreven tot een beknopte hand-out.

Slide 4 - Diapositive

1. Gesprekken voeren

Argumenteren

Slide 5 - Diapositive

Argumentatieschema
Oorzaak-gevolg: Je moet echt stoppen met roken (st), je kan er longkanker van krijgen (arg). 
Voor- en nadelen: Proefwerken moeten worden afgeschaft (st), anders staan leerlingen te veel bloot aan stress (arg). 
Vergelijking: Ik denk dat die maat schoenen voor hem goed is (st). Mijn zoon is net zo oud en draagt die maat ook (arg).
Voorbeelden: Je kunt absoluut niet op hem rekenen (st). Zo kwam hij gisteren zonder af te bellen niet opdagen en toen hij dat verjaardagscadeautje zou kopen, was hij dat ook vergeten. (arg).
Gezaghebbende bron: Natuurlijk mag je het woord ‘falbala’ neerleggen bij Scrabble (standpunt). Het staat in de Van Dale (arg).
Kenmerken of eigenschap: Jeroen is eigenlijk nog een groot kind (st), want het liefst speelt hij nog met zijn piratenlego (arg).

Slide 6 - Diapositive

De opdracht!       3 rollen - één gesprek
Gespreksvoerder
Je voert een begeleidingsgesprek met een nieuwe collega. 

  • Wat wil of moet de collega leren?
  • Wat verwacht jij van de collega en wat verwacht hij van jou?
  • Wat is zijn werkervaring?
  • Wat weet hij van het assortiment van de winkel?
  • Wat weet hij al van de branche?

Luisteraar
Wat hoor je.
Welke vragen kun je stellen om meer de diepte in te gaan?

Observeerder
Jij bent stil in het gesprek.
  • Welke argumenten worden aangedragen? In welke categorie vallen ze?



Slide 7 - Diapositive

Terugkoppelen
De observeerder koppelt terug welke argumenten gebruikt zijn.

Wat vond je sterk? En wat minder?

Slide 8 - Diapositive

Zet alles op de juiste plek in het argumentatiestructuur
Het praat gewoon makkelijker als je elkaar ziet.
Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten.
Als je je camera aan hebt, let je beter op.
Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie.

Slide 9 - Question de remorquage

2.Hand-out

Slide 10 - Diapositive

Het schrijfexamen Nederlands bestaat uit 2 á 3
(schrijf) examenopdrachten:

*een brief / e-mail schrijven *het invullen van een formulier
*een betoog schrijven *het schrijven van een artikel *een samenvatting schrijven *memo schrijven *een
instructie schrijven * een recept uitschrijven
*de beoordeling op 2F of 3F

Slide 11 - Diapositive

Afsluiten
Twee vragen, LessonUp

Slide 12 - Diapositive

Volgende week:





Examen!
Je krijgt nog een e-mail toegestuurd. 

Slide 13 - Diapositive