Taalverzorging 3.1 Hoofdletters

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
  • Je herhaalt de spelling van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd,  verleden tijd correct.
  • Je spelt de voltooide tijd en het voltooid deelwoord correct.

Nieuwe lesstof: Taalverzorging 3.1 Hoofdletters

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Die journalist ...... ons gisteren de verwachte verkiezingsuitslag. (duiden)
A
duidt
B
duide
C
duid
D
duidde

Slide 4 - Quiz

Naar de ........ walvis kwamen veel mensen kijken. (stranden)
A
gestrande
B
gestrandde

Slide 5 - Quiz

Waardoor ..... jij tegenwoordig zo vaak een kaarsje? (branden)
A
brand
B
brandt
C
brande
D
brandde

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Eigen namen
Soort namen

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Even oefenen

Slide 17 - Diapositive

Welke woorden uit de zin moeten met een hoofdletter?

in juni is het altijd warm in het gebouw aan de scheepsbouwweg.

Slide 18 - Question ouverte

Welke woorden uit de zin moeten met een hoofdletter?
de turkse jongens kiezen vaak het vak autotechniek.

Slide 19 - Question ouverte

Hoofdletter?
A
lente
B
Lente

Slide 20 - Quiz

Welke woorden uit de zin moeten met een hoofdletter?

volgens sommigen is de nissan micra een typisch boodschappenwagentje.

Slide 21 - Question ouverte

Welke woorden uit de zin moeten met een hoofdletter?

de koran is voor islamieten en de bijbel is voor christenen het heilige boek.

Slide 22 - Question ouverte

Hoofdletter?
A
Kerstcadeau
B
kerstcadeau

Slide 23 - Quiz

Aan de slag!

Slide 24 - Diapositive