Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Oefening Licht H6
Slide 1 - Diapositive
De zon is een ..
A
Kunstmatige lichtbron
B
Lichtbron
C
Diffuus teruggekaatst
D
Schaduw
Slide 2 - Quiz
De schaduw aan de linker- en rechterkant van de groene lijn noem je ...?
A
Kernschaduw
B
Lichtschaduw
C
Halfschaduw
D
Randstralen
Slide 3 - Quiz
Als je met een rode lamp op een geel shirt schijnt wordt je shirt....
A
Geel
B
Rood
C
Oranje
D
Zwart
Slide 4 - Quiz
Welke kleur reflecteert een rood t-shirt?
A
Wit
B
Alle kleuren
C
Rood
D
Zwart
Slide 5 - Quiz
Zet de kleuren op de goede volgorde van het spectrum
Slide 6 - Question de remorquage
Bij een zwart t-shirt wordt/worden....
A
Alle kleuren geabsorbeerd
B
Alle kleuren gereflecteerd
C
Alleen zwart geabsorbeerd
D
Alleen wit geabsorbeerd
Slide 7 - Quiz
Een voorbeeld van een kunstmatige lichtbron is
A
Kaars
B
Maan
C
Zon
D
Sterren
Slide 8 - Quiz
Waardoor ontstaat een regenboog
A
Door erg fel zonlicht
B
Door zware regenval
C
Door zonlicht en regen
D
Door mist en zonlicht
Slide 9 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een lichtbron?
A
Zon
B
Lamp
C
Televisie
D
Maan
Slide 10 - Quiz
Kleuren mengen met licht en verf is anders. Wat is het verschil?
Slide 11 - Carte mentale
Je ziet een blad als een groen voorwerp. Hoe komt dat?
A
Alle andere kleuren licht verdwijnen
B
Het blad absorbeert het groene licht
C
Het blad absorbeert andere kleuren licht
D
Andere kleuren licht worden weerkaatst
Slide 12 - Quiz
phet.colorado.edu
Slide 13 - Lien
Een regenboog bevat alle kleuren. Hoe noem je deze reeks kleuren?
A
spectrum
B
kleurenboog
C
plectrum
D
lichtreeks
Slide 14 - Quiz
Zonlicht is?
A
Rood licht
B
Geel licht
C
Blauw licht
D
Wit licht
Slide 15 - Quiz
Welke kleur licht wordt door een gele bloem weerkaatst?
A
Geel
B
Groen
C
Violet
D
Alle kleuren uit het spectrum
Slide 16 - Quiz
Alle kleuren van het licht samen noem je
A
een prisma
B
een spectroscoop
C
een spectrum
D
een natuurlijke lichtbron
Slide 17 - Quiz
Wat kan wit licht splitsen in alle kleuren?
A
Een plectrum
B
Een spectrum
C
Een prisma
D
Een driehoek
Slide 18 - Quiz
Welke kleur licht wordt door een blauw filter doorgelaten?
A
geen licht
B
alle kleuren licht
C
alleen groen licht
D
alleen blauw licht
Slide 19 - Quiz
Een regenboog bevat alle kleuren. Hoe noem je deze reeks kleuren?
A
spectrum
B
kleurenboog
C
plectrum
D
lichtreeks
Slide 20 - Quiz
Welke kleur lijkt een voorwerp te hebben als er geen licht op schijnt?
A
wit
B
zwart
C
de kleur van het voorwerp
Slide 21 - Quiz
Waar is het spiegelbeeld?
A
Voor de spiegel
B
Op de spiegel
C
Achter de spiegel
Slide 22 - Quiz
Wat weet je van de afstand tussen het spiegelbeeld en de spiegel en het afstand tussen het voorwerp en de spiegel?
A
Van spiegelbeeld is groter
B
Van voorwerp is groter
C
Even groot
Slide 23 - Quiz
Hoe heet de lijn die loodrecht op de spiegel staat?
A
De normaal
B
Hoek van inval
C
Hoek van terugkaatsing
D
geen idee
Slide 24 - Quiz
Hoe heet de hoek tussen de lichtstraal die naar de spiegel toe gaat en de normaallijn?
A
hoek van binnenkomst
B
hoek van inval
C
hoek van uitval
D
hoek van aankomen
Slide 25 - Quiz
Zet de woorden op de juiste plaats
Hoek van inval
Spiegel
Hoek van terugkaatsing
Inkomende lichtstraal
De normaal
Teruggekaatste lichstraal
Slide 26 - Question de remorquage
Als hoek A 40 graden is, hoe groot is hoek B dan?
A
60 graden
B
20 graden
C
40 graden
D
80 graden
Slide 27 - Quiz
Spiegelbeeld tekenen
De afstand van het beeld naar de spiegel is dezelfde afstand van het voorwerp naar de spiegel. Zo kan je makkelijk het spiegelbeeld tekenen.
Voorwerp (persoon)
Beeld
Spiegelbeeld tekenen
Slide 28 - Diapositive
Hoe zie je bij een witte muur dat er licht weerkaatst wordt?
A
Het is licht
B
Het is wit en niet zwart
C
Door de spiegelende terugkaatsing
Slide 29 - Quiz
Waar is het spiegelbeeld?
A
Onder het water
B
Op het water
C
Boven het water
Slide 30 - Quiz
waar bevindt het spiegelbeeld zich?
A
loodrecht achter de spiegel
B
in de spiegel
C
voor de spiegel
D
op de plaats van het voorwerp
Slide 31 - Quiz
Bij terugkaatsing van een lichtstraal op een spiegel, moet je de hoek van inval en de hoek van terugkaatsing kennen. Welke hoek in figuur 1 is de hoek van terugkaatsing?