Maandag 12 september

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Welkom

Ga rustig zitten. Pak alvast je boek, pen en rekenmachine.

Je jas is aan de kapstok en je telefoon in je tas.

Vandaag

Uitleg van de rekentoets die je krijgt

Vorige les, wat weet je daar nog van?

Uitleg uitrekenen kredietkosten

Zelfstandig werken aan paragraaf 2.5

Lesdoelen

Aan het einde van de les weet je/kan je:

- de spaarmotieven benoemen

- redenen noemen waarom je zou lenen.

- rekenen met procenten.

- kredietkosten berekenen

Formule 

(nieuw - oud) : oud x 100

Deze heb je nodig bij vraag 2

Vraag 2 bladzijde 62

(Nieuw - Oud) : Oud x 100

(€ 32.500 – € 28.500) : 28.500 x 100 = 14%

Vraag 4 bladzijde 63

Antwoorden vraag 4

a Hoeveel moet hij elke maand betalen?

€ 369 per maand

b Welk bedrag betaalt hij in totaal in vier jaar?

48 × € 369 = € 17.712

c Het bedrag bij vraag b bestaat uit rente en

aflossing. Hoeveel rente betaalt hij bij elkaar?

€ 17.712 – € 15.000 = € 2.712

Zelfstandig werken

maken paragraaf 2.5

Antwoord vraag 9

a Hoe hoog is de maandtermijn die ze eind mei

betaalt?

€ 320

b Hoeveel (effectieve) rente betaalt ze per maand

aan Postkrediet?

(€ 8.000 : 100) × 5,8 = € 464;

€ 464 : 12 = € 38,67

Zelfstandig werken

Huiswerk voor woensdag is:

afmaken paragraaf 2.5, maken paragraaf 2.6

Afsluiten van de les.