Klas 2: H2 Par. 3

Basisstof 3 De organen voor vertering
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolhavoLeerroute HLeerroute 2Leerjaar 1,2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Basisstof 3 De organen voor vertering

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  •   Je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen.
  •  Je kunt de verteringssappen noemen met hun functies.

De organen van het verteringsstelsel liggen voornamelijk in de romp. Belangrijke organen voor de vertering zijn de slokdarm, maag, lever, dunne darm en dikke darm.



Slide 2 - Diapositive

Benoem de 4 functies van voedingstoffen?

Slide 3 - Diapositive

Benoem de zes voedingstoffen plus de extra!

Slide 4 - Diapositive

Koolhydraat -> Voedingsstof die vooral dient als brandstof, maar ook als bouwstof en reservestof kan dienen
Water -> Voedingsstof die dient als bouwstof en die nodig is voor het vervoer van stoffen in je lichaam
Mineralen ->  Voedingstof dient als bouwstof en beschermende stof 
Vitaminen -> Voedingstof dient als bouwstof en beschermende stof

Slide 5 - Diapositive

Wat bevatten deze plaatjes veel van de voedingmiddelen?

Slide 6 - Diapositive

Wat is de functie van speeksel?
2 functies!

Slide 7 - Diapositive

Wat is de functie van je snijtanden en hoektanden?

Slide 8 - Diapositive

Mondholte, keelholte en slokdarm
  • Mondholte: speekselklieren - speeksel = enzymen (zetmeel) – glijbaarheid
  • Keelholte: slikken – verslikken
  • Slokdarm: peristaltische bewegingen

Slide 9 - Diapositive

(Darm) peristaltiek
Voortbeweging + voedselbrij mengen en kneden

Slide 10 - Diapositive

MAAG
Maag:
  • Maagspieren (eerst goed kauwen, hongergevoel, kneden)
  • Maagportier
  • Maagsapklieren produceren maagsap (water, zoutzuur, enzym) 
  • maagzuur doodt bacteriën 
  • maagsap met enzymen verteert eiwitten

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Twaalfvingerige darm, galblaas en alvleesklier
  • Twaalfvingerige darm: uitmonding afvoerbuis lever en alvleesklier.
  • Lever: produceert gal (opslag in galblaas)
  • Gal emulgeert vetten
  • Alvleesklier: produceert alvleessap (enzymen voor verteren van eiwitten, vetten, koolhydraten)

Slide 13 - Diapositive

Emulgeren


- van grotere vetdruppels kleine vetdruppels maken
- er ontstaat een emulsielaagje
- enzymen kunnen er dan beter bij
- makkelijkere vertering van vetten

Slide 14 - Diapositive

DUNNE DARM
  • Darmsap produceren met verschillende enzymen
  • Verder verteren (koolhydraten, eiwitten)
  • Opgeloste voedingsstoffen opnemen in het bloed
  • Darmplooien en darmvlokken

Slide 15 - Diapositive

DIKKE DARM, BLINDEDARM, ENDELDARM
  • Blinde darm met wormvormig aanhangsel (appendix):
  •                  -Bij ontsteking verkeerde naam (appendicitis)
  • Dikke darm:
  1. Geen plooien
  2. Geen vertering meer door sappen
  3. Wel vertering door bacteriën (cellulose)
  4. Water onttrekken (diarree)
  • Endeldarm:
  1. Opslag voedselresten
  • Anus: kringspier

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag
  • Lees B3 goed door
  •  Maak opdr. 1 t/m 8 van basisstof 3
  • Alles af tot/met basisstof 3

Slide 17 - Diapositive