Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
B5. Biotechnologie
Slide 1 - Diapositive
Wat is genetische modificatie?
Slide 2 - Question ouverte
Waarom wordt genetische modificatie toegepast in de biotechnologie?
Slide 3 - Question ouverte
Bij veredeling worden planten gekruist om nakomelingen te krijgen met gewenste eigenschappen.
Is dit een vorm van geslachtelijke of ongeslachtelijke voortplanting?
Slide 4 - Question ouverte
Kan een plant zich geslachtelijk voortplanten? En kan een plant zich ongeslachtelijk voortplanten?
A
Alleen geslachtelijk
B
Alleen ongeslachtelijk
C
Beide
D
Beide niet
Slide 5 - Quiz
Met CRISPR-Cas kunnen de eigenschappen van een organisme worden veranderd. Bij gemodificeerde bacteriën is de kans dat hun nakomelingen ook die veranderde eigenschappen krijgen groter dan bij mensen.
Leg uit waarom.
Slide 6 - Question ouverte
Malaria is een ziekte die wordt overgedragen door muggen. Wetenschappers in Californië hebben een muggensoort gekweekt met een speciaal gen. Dit gen zorgt ervoor dat de muggen de mens niet meer kunnen besmetten met malaria. Het gen is in het DNA gebracht met de crispr-cas-methode. Natuurlijk kunnen niet alle muggen op deze manier een nieuw gen krijgen.
Leg uit hoe een klein aantal gemodificeerde muggen toch kan bijdragen aan de bestrijding van malaria.
Slide 7 - Question ouverte
Gebruik deze afbeelding bij de volgende vraag
Slide 8 - Diapositive
In de afbeelding op de vorige slide zie je hoe een kloon gemaakt wordt. Van welke schaap bevat de nakomeling het DNA: schaap 1, schaap 2 of van de draagmoeder?
Slide 9 - Question ouverte
Lees de tekst om de volgende vragen te kunnen beantwoorden
Slide 10 - Diapositive
Malaria wordt veroorzaakt door een eencellige parasiet. Leg uit dat deze parasiet alleen in het lichaam van een mens kan komen via de speekselklieren van de malariamug.
Slide 11 - Question ouverte
Bij het eerste onderzoek dat wordt beschreven, hebben biologen een allel aangepast dat een eiwit maakt dat de parasiet gebruikt om het lichaam van de malariamug binnen te dringen.
Slide 12 - Question ouverte
De muggen die bij het eerste onderzoek een aangepast allel kregen, namen minder bloed op, ontwikkelden zich langzamer en waren minder vruchtbaar dan malariamuggen die niet waren aangepast. Leg uit dat dit een nadeel is bij de bestrijding van malaria.
Slide 13 - Question ouverte
Wetenschappers zijn al langer in staat om een allel op een chromosoom aan te passen. Hoe groot is de kans dat een nakomeling dit aangepaste allel krijgt?
Slide 14 - Question ouverte
Bij het tweede onderzoek dat wordt beschreven, werd gebruikgemaakt van gene drive. Hierdoor kregen malariamuggen op beide chromosomen van een chromosomenpaar een aangepast allel. Hoe groot is de kans dat een nakomeling het aangepaste allel krijgt?
Slide 15 - Question ouverte
Is het aangepaste allel zwakker of sterker dan het niet-aangepaste allel? Leg je antwoord uit.