VT ouderenzorg MV les 3: Circulatiestelsel (1e deel)

• Pathologie
• MBO
• Studiejaar 1,3

Ziekten van het circulatiesysteem

LOEP VT ouderen, 

leerjaar 1, periode 3, week 3. 

2e les

Atherosclerose

Claudicatio Intermittens

Varices

Arterieel/veneus Ulcus

Hoofdleerdoelen

De student: 

 

1. Beschrijft de ligging, bouw, functie en werking van het circulatiestelsel. 

2. Beschrijft de oorzaken, de gevolgen, de symptomen en de behandelingen van ziekten van het circulatiestelsel, specifiek van 

 o Atherosclerose 

 o Claudicatio Intermittens 

 o Varices 

 o Arterieel/veneus ulcus 

Subleerdoelen

De student:  

3. Benoemt in eigen woorden de bouw en functie van de bloedvaten en het bloed. 

4. Legt in eigen woorden uit hoe atherosclerose zich ontwikkelt. 

5. Benoemt zeven risicofactoren voor het ontwikkelen van atherosclerose. 

6. Benoemt de behandeling van atherosclerose. 

7. Benoemt vier veel voorkomende ziektebeelden/complicaties die voortkomen uit atherosclerose. 

8. Legt uit wat hypertensie is en wat de gevolgen hiervan kunnen zijn. 

9. Beschrijft waaruit de behandeling van hypertensie bestaat. 

10. Benoemt wat de oorzaak en gevolgen zijn van claudicatio intermittens. 

11. Beschrijft de symptomen die passen bij claudicatio intermittens. 

12. Beschrijft welke diagnostiek wordt gebruikt om claudicatio intermittens vast te stellen. 

13. Beschrijft waaruit de behandeling van claudicatio intermittens bestaat. 

14. Legt in eigen woorden uit wat het ziekteverloop is van varices. 

15. Benoemt vijf symptomen van tromboflebitis. 

16. Benoemt twee mogelijke behandelingen van varices. 

17. Legt in eigen woorden uit wat een arterieel ulcus en een veneus ulcus is. 

18. Benoemt wat de symptomen zijn van een arterieel/veneus ulcus. 

19. Beschrijft waaruit de diagnose en behandeling van een arterieel/veneus  

      ulcus bestaan. 

ziekten van aderen

OVER HYPERTENSIE
De patient is 40 jaar, welke bloeddruk is te hoog?

1. 155/80 mmHG
2. 135/70 mmHg
3. 120/80 mmHg
4. 135/100 mmHg

De patient is 75 jaar, welke bloeddruk is te hoog?

1. 155/80 mmHg
2. 135/70 mmHg
3. 120/80 mmHg
4. 135/100 mmHg

- hoe stel je hypertensie vast? 

- welk onderzoek moet daarna plaatsvinden? 

- hoe wordt hypertensie behandeld? 

Nog een keer op een rijtje: 

- wat is atherosclerose?

- wat heeft de bloedstolling te maken met atherosclerose? 

- is dit arterieel of veneus?  

Onderliggend mechanisme van de ziekten

Risicofactoren voor atherosclerose

Welk ziektebeeld/complicatie past NIET bij atherosclerose.

1. emboli (long of been)
2. claudicatio intermittens
3. Aneurysma
4. varices

versus 

arteriele vaatinsufficientie

veneuze vaatinsufficientie

claudicatio intermittens

Varices

trombosebeen /embolie

etalagebenen

pijnklachten

vermoeide benen

oedeem in de benen

kleppen werken niet goed

atherosclerose

spierpompfunctie

nachtelijke beenkrampen

ANTW

Varices kun je vaststellen met de volgende onderzoeken:

1. anamnese en lich. onderzoek.
2. anamnese, lich. onderzoek, enkel/arm index
3. anamnese, lich. onderzoek, duplex, echografie, doppler.
4. anamnese, lich onderzoek, bloed en urine onderzoek

Claudicatio intermittens kun je vaststellen met de volgende onderzoeken:

1. anamnese en lich. onderzoek.
2. anamnese, lich. onderzoek, enkel/arm index
3. anamnese, lich. onderzoek, duplex, echografie, doppler.
4. anamnese, lich onderzoek, bloed en urine onderzoek

Hoeveel procent van de 55-ers in nederland lijdt aan perifeer arterieel vaatlijden (etalagebenen)

1. 26 %
2. 31 %
3. 19 %
4. 12 %

behandeling

claudicatio intermittens

varices

looptherapie

medicijnen (bloedverdunners)

leefstijladviezen 

leefstijladviezen

steunkousen

dotteren/bypass operatie

dichtspuiten/branden aderen

strippen aderen

Ulcus
kenmerken van een dreigende veneus ulcus zijn:

1. eczeemplekken
2. oedeem
3. bruine verkleuring van de huid
4. dunne en hardere huid

Typisch plek(ken) voor een veneus ulcus is/zijn?

1. Rond de enkel en net erboven
2. voetrug/tenen
3. achillesgebied
4. buitenste rand van de voet

Behandeling van een arterieel ulcus bestaat uit: oorzaak behandelen, wondzorg, steunkousen/compressietherapie

1. waar
2. niet waar

Een tromboflebitis is een ontsteking in een veneuze ader?

1. waar
2. niet waar

symptomen van tromboflebitis