H4.4 De Regering

4.4 De Regering 
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

4.4 De Regering 

Slide 1 - Diapositive

Agenda:
  • Herhalen van paragraaf 3
  • Uitleg Paragraaf 4.
  • Opdrachten maken 

Slide 2 - Diapositive

Begrippen:
  • Ministers
  • Kabinet
  • De regering
  • Regeerakkoord
  • Staatsecretarissen
  • Wetsvoorstel 
  • Staatshoofd
  • Troonrede
  • Miljoenennota
  • Rijksbegroting 

Slide 3 - Diapositive

Volksvertegenwoordigers?
A
Tweede Kamerleden
B
Lijsttrekkers
C
Eerste Kamerleden
D
Alle gekozen politici

Slide 4 - Quiz

Wat is de oppositie?

Slide 5 - Question ouverte

Wie zit er in Nederland in de coalitie?

Slide 6 - Question ouverte

Wat betekent 'het recht van interpellatie'?

Slide 7 - Question ouverte

Wat betekent het 'recht van amendement'?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Vidéo

DE REGERING:
De koning & ministers 

Slide 10 - Diapositive

KABINET 
Ministers & staatssecretarissen  
(het dagelijks bestuur van ons land)

Slide 11 - Diapositive

Tweede Kamer
Alle democratisch gekozen leden
150 zetels

Slide 12 - Diapositive

Eerste Kamer
75 Leden
Tweede Kamer 
150 Leden
Het Parlement 

Slide 13 - Diapositive

Regeerakkoord:
  • De grootste partij zoekt na de verkiezingen partijen die met hen willen samenwerken.
  • Samen hebben ze een meerderheid nodig.
  • Zijn ze het eens? Dan schrijven ze een regeerakkoord. Daarna vormen ze samen de regeringspartijen.

Regeerakkoord: de plannen van de regering voor de komende jaren.


Slide 14 - Diapositive




  • In het kabinet zitten ministers en staatssecretarissen die elk een eigen taak hebben.
  • Ministers krijgen ondersteuning van duizenden ambtenaren. Ook hebben de meeste ministers hulp van een staatssecretaris = Een soort assistent-minister die verantwoordelijk is voor een deel van de taken van een minister.

Slide 15 - Diapositive

Ministers werken samen:

Elke vrijdag komen alle ministers bij elkaar. Ze maken samen plannen en wetsvoorstellen.

Een wet wordt pas aangenomen als de Tweede Kamer en Eerste Kamer ermee instemmen.


Slide 16 - Diapositive

Maken:
1 t/m 5 op bladzijde 90.

Slide 17 - Diapositive

Minister President:
  • De minister-president (ook wel premier genoemd) is de leider van het kabinet.
  • Hij is de belangrijkste minister en is de voorzitter als de regering vergadert.

Slide 18 - Diapositive

Taken van de koning: 
De koning is het staatshoofd. Hij is lid van de regering, maar heeft vrijwel geen macht. Zijn taken zijn:
  • Een handtekening zetten onder alle wetten.
  • De troonrede voorlezen op Prinsjesdag.
  • Overleg voeren met de minister-president.
  • Ons land vertegenwoordigen in het buitenland.
  • Ministers en staatssecretarissen beëdigen.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Het kabinet?
A
Tweede Kamerleden
B
Ministers & staatssecretarissen
C
Koning & ministers
D
Coalitie

Slide 21 - Quiz

De Eerste Kamer
A
50 leden
B
75 leden
C
100 leden
D
150 leden

Slide 22 - Quiz

Het parlement?
A
Eerste Kamer
B
Tweede Kamer
C
Eerste + Tweede Kamer
D
Koning & ministers

Slide 23 - Quiz

De regering?
A
Tweede Kamerleden
B
Ministers & staatssecretarissen
C
Koning & ministers
D
Coalitie

Slide 24 - Quiz

De Tweede kamer?
A
50 leden
B
75 leden
C
100 leden
D
150 leden

Slide 25 - Quiz

Noem twee taken van de Koning.

Slide 26 - Question ouverte

Wat betekent het 'recht van initiatief'?

Slide 27 - Question ouverte

Welke politieke partij heeft de meeste ministeries in handen?
A
VVD
B
NSC
C
PvDA
D
PVV

Slide 28 - Quiz

Wie heeft de meeste macht in Nederland?
A
de Koning
B
De minister-president
C
De ministers
D
De staatssecretarissen

Slide 29 - Quiz

Meneer Duizendstra start een politieke partij die zeer actief wil optreden om de rijken meer te belasten en ongelijkheid in kansen tegen te gaan. Welke politieke richting gaat hij waarschijnlijk op?
A
Links
B
Midden
C
Rechts
D
Geen van allen.

Slide 30 - Quiz

Neo start een politieke partij waarbij hij aangeeft dat de overheid kleiner moet worden en zich alleen moet bemoeien met veiligheid.
Welke politieke richting gaat hij waarschijnlijk op?
A
Links
B
Midden
C
Rechts
D
Geen van allen.

Slide 31 - Quiz

Amira start een politieke partij waarbij ze vindt dat de overheid alleen moet optreden als de burgers het zelf niet meer kunnen oplossen.
Welke politieke richting gaat ze waarschijnlijk op?
A
Links
B
Midden
C
Rechts
D
Geen van allen.

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Vidéo

Maken:
Vanaf bladzijde 90
- Vraag 6 t/m 11 
- Samenvatting over 4.4 maken

Slide 34 - Diapositive